De Inspectie SZW heeft een boete van 230.000 euro uitgedeeld aan een schoonmaakbedrijf. Het bedrijf heeft de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag overtreden, omdat het van 22 werknemers de gewerkte uren niet inzichtelijk kon maken. Daardoor kon niet worden vastgesteld of zij voldoende loon en vakantiebijslag ontvingen.
In 2015 komen bij de Inspectie SZW meldingen binnen van schoonmakers die in een hotel werken in Rotterdam en dat zij niet alle gewerkte uren uitbetaald zouden krijgen door het schoonmaakbedrijf. De werknemers zouden volgens hun arbeidsovereenkomst per uur worden betaald. De normtijd voor het schoonmaken van een kamer werd door het schoonmaakbedrijf bepaald op 10 tot 12 minuten voor een kamer waar de gast nog een avond verbleef en 20 minuten voor een kamer van een vertrekkende gast.
Als de werknemer de normtijd overschreed, dus bijvoorbeeld vijf ‘blijvende’ kamers niet in één uur kon schoonmaken maar daar anderhalf uur voor nodig had, kreeg hij toch maar voor één uur betaald. De Inspectie SZW constateerde verder dat wachttijden niet werden uitbetaald, net als de tijd die het kost om de linnenkar te vullen, stofzuigen van het gangetje voor de hotelkamers en bijplaatsen van extra bedden.
Geen nabetaling loon en vakantiebijslag
Voor de Inspectie staat vast dat de geregistreerde en betaalde uren niet overeen komen met de feitelijk gewerkte uren. De Inspectie SZW heeft een boete opgelegd voor het feit dat de werkgever niet de juiste gegevens kon tonen op grond waarvan het wettelijk minimumloon kan worden vastgesteld. De Inspectie kon dan ook geen nabetaling afdwingen. Tegen de opgelegde boete kan het bedrijf nog in bezwaar en beroep.
De Inspectie SZW wil dat schoonmaakbedrijven en de hotels samen hun verantwoordelijkheid nemen voor eerlijke en veilige werkomstandigheden van schoonmakers. Schoonmaak van hotels heeft dit jaar dan ook specifiek de aandacht van de Inspectie SZW.