In Nederland neemt het aantal fitnessers nog steeds toe. Tussen de zeven en elf procent van de volwassen bevolking is lid van een sportschool. Deze sportscholen of fitnesscentra ontdekken meer en meer de voordelen van het ook aanbieden van horecafaciliteiten. Kan de gastvrijheidssector profiteren van al die aandacht voor lijf en leden, of blijven fitnessfaciliteiten een ‘service’ in plaats van een ‘profit center’?
Een kernactiviteit zal het nooit worden, maar de vier- en vijfsterrenhotels kunnen er nauwelijks omheen. Bij de keuze van een hotel blijft het gebruik kunnen maken van fitnessfaciliteiten een belangrijke beslissingsfactor. Met nadruk op het woord kunnen. Uit onderzoek blijkt dat zo’n zeventig procent van de potentiële hotelgasten aangeeft dat ze die mogelijkheid willen, maar het daadwerkelijk gebruik van de fitnessfaciliteiten blijft hangen op vijf tot tien procent.
Eigen beheer
‘De zakelijke markt is onze belangrijkste markt,’ zegt rooms division manager Harmen Dubbelaar van het Amsterdamse Okura. ‘Voor individuele zakelijke gasten speelt de aanwezigheid van fitnessfaciliteiten duidelijk een rol bij hun keuze voor je hotel. Ook congresorganisatiebureau’s, die je hotel boeken voor hun klanten, verwachten die faciliteiten. Je kunt er niet omheen. Of een vijfsterrenhotel als het Okura een exclusief “healthcentrum” moet hebben, is dus eigenlijk geen vraag meer. Maar als er voor circa 2,8 miljoen euro een fitnesscentrum is gebouwd, rijst wel de vraag hoe je dat rendabel moet exploiteren.’
Hoewel Nederlandse brancheorganisaties niet over harde cijfers beschikken, biedt waarschijnlijk het merendeel van de vier- en vijfsterrenhotels fitnessfaciliteiten aan. Over het segment daaronder valt niet veel te zeggen. In Amerika heeft - naar schatting van de American Hotel & Motel Association (AHMA) - zo’n zestig procent van alle hotels fitnessfaciliteiten. De grootte en het niveau van het aanbod loopt uiteraard uiteen, net als het gebruik.
Cijfers van de internationale fitnessorganisatie International Health, Racquet & Sportsclub Association (IHRSA) geven aan dat twee procent van de in totaal 33 miljoen leden van fitnesscentra in Amerika lid is van een ‘hotel health center’. Het beschikbaar stellen van de fitnessfaciliteiten voor niet-gasten is een manier om het healthcenter van servicecenter te veranderen in profitcenter.
‘De meeste healthcenters in Nederlandse hotels zijn relatief klein,’ beweert Herman Stam, salesmanager vertical markets bij het in Barendrecht gevestigde Life Fitness. (Een van de grotere leveranciers van fitnessapparatuur.) ‘Voor de meeste hotels is het nog steeds een service en geen profitcenter. Toch kan zo’n healthcenter goed renderen als je het open stelt voor niet-gasten.’
Stam bepleit een exploitatie in eigen beheer met een persoonlijke begeleiding door bekwame instructeurs. Volgens de AHMA kiest in Amerika ruim vijftien procent van de hotels voor deze exploitatievorm (tegenover het onbegeleid aanbieden van de fitnessfaciliteiten). ‘Het niveau waarop hotels omgaan met gasten ligt hoger dan in een sportschool. Juist dat onderscheid, in combinatie met faciliteiten als een zwembad, sauna’s en dergelijke, maakt het healthcenter van een hotel aantrekkelijk voor niet-gasten; het rechtvaardigt ook een hogere prijsstelling. Door de exploitatie in eigen beheer behoudt het healthcenter dezelfde uitstraling als het hotel en voorkom je tevens een mogelijke belangentegenstelling met een externe exploitant.’
Grootschalig
De Okura Executive Health Club zit nu ruim op de helft van het aantal leden dat het aankan. Die leden betalen € 1800,- per jaar. Ter vergelijking: het lidmaatschap van een Nederlandse sportschool kost gemiddeld € 400,- op jaarbasis. Harmen Dubbelaar: ‘De exclusiviteit van Hotel Okura is ook de USP van de healthclub. Tegelijkertijd maakt dat het werven van niet-gasten als lid - en dus het beter laten renderen van de fitnessfaciliteiten - moeilijker. Nieuwe leden moeten wel passen bij de leden die we hebben.’
Die exclusiviteit is ook het uitgangspunt van De Brug Active, het sport- en fitnesscomplex van Carlton De Brug in Mierlo. Toch is hier, bij dit zesennegentighonderd vierkante meter grote healthcenter met zwembad, sauna, health spa, bowlingbanen, tennis- en squashbanen, geen sprake van kleinschaligheid. Hoewel de situatie wat afwijkt (het bestaande sportcomplex werd in 1999 door het erbij behorende Carlton hotel overgenomen), heeft De Brug Active een vergelijkbaar beleid als het gaat om het werven van niet-gasten als lid. ‘Wij hadden te maken met een bestaande situatie,’ vertelt Marcel van den Bunder, directeur van Carlton De Brug. ‘Het toenmalige sportcentrum had een goede naam, en de bestaande klanten wilden we niet verliezen. Die mensen komen natuurlijk niet allemaal overeen met de doelgroep waar je je als viersterrenhotel op richt.’
Om toch enige scheiding te krijgen, werd een onderscheid gemaakt tussen de gebruikers van het racquetcentrum en de bowlingbanen enerzijds, en de mensen die louter gebruik maken van het fitnesscentrum anderzijds. ‘Tennisbanen zijn dure meters. We hebben dus een aantal banen opgeofferd voor een luxe fitnesscentrum. Daarbij zorgt de prijsstelling van € 750,- per jaar dat de leden van dat centrum passen in het profiel van de gasten van het hotel. De hotelgasten zelf kunnen zonder extra betaling gebruik maken van de healthclub.’
Hoewel zijn healthcentrum qua afmeting niet vergelijkbaar is met die van andere hotels, werken hier, in de optiek van Van den Bunder, wel dezelfde principes: ‘Vanuit het Carlton hadden we de expliciete opdracht gekregen de sportfaciliteiten renderend te maken. Dat moet altijd je uitgangspunt zijn. Je moet het niet enkel zien als salesargument. De volgende stap is een balans te vinden tussen de lokale markt en de gasten van het hotel. De prijsstelling is daarbij een goed middel. Daarmee onderscheid je je van sportscholen in de buurt van je hotel en trek je mensen uit een hoger marktsegment aan. Het aanbod moet dan wel overeenstemmen met die prijsstelling. Dat betekent dat je de leden van je healthcenter op hetzelfde hoge serviceniveau moet behandelen als je hotelgasten.’ - De Brug Active heeft een maand na opening vijfhonderd actieve leden en verwacht dat dit binnen vijf jaar uitgroeit tot vijfduizend leden.
Raakvlakken
Of het omgekeerde - waarbij een fitnesscentrum hotelfaciliteiten aanbiedt - ook werkt, is binnenkort te toetsen bij Fitland in Mill. Dit ruim drieduizend leden tellende fitnesscentrum is in de afrondende fase van een uitbreiding naar een complex van twaalfduizend vierkante meter, inclusief hotel en restaurant. Het is een tot nu toe uniek project, maar het geeft wel aan dat er raakvlakken bestaan tussen hotels en fitnesscentra. De bar was altijd al een van de meest rendabele profitcenters in een sportschool, maar meer en meer fitnesscentra breiden de horecafaciliteiten fors uit.
Naast inspanning bieden fitnesscentra ook steeds meer ontspanning. ‘Leden kunnen omschreven worden als momentconsumenten. Zij worden niet langer getypeerd op basis van hun persoonlijke kenmerken, maar op basis van hun behoeften op een bepaald moment en een bepaalde plaats.’ - Deze zin had in een beleidsstuk van een fitnessbrancheorganisatie kunnen staan, maar hij komt uit het in 1999 verschenen Kompas voor Beleid van het Bedrijfschap Horeca. Datzelfde Kompas constateert dat een verdergaande samenwerking binnen en buiten de bedrijfskolom meerwaarde kan bieden.
Voor een doorsnee hotel vergt het aanbieden van fitnessfaciliteiten doorgaans een te hoge investering. Samenwerken met een nabijgelegen fitnesscentrum is dan een optie. ‘Dat gebeurt al wel,’ merkt Herman Stam van Life Fitness op. ‘Voornamelijk in grote steden, maar het heeft nog een incidenteel karakter. Je moet uiteraard bij zo’n samenwerking wel een fitnesscentrum vinden dat past bij de verwachtingen van je gasten. Lukt dat, dan heb je zonder verdere investering er wel een goed salesargument bij.’
Ook fitnessbrancheorganisaties als de IHRSA spelen daar op in. Centra die bij deze organisatie aangesloten zijn, participeren in een paspoortprogramma. Leden van die aangesloten centra kunnen zonder extra kosten sporten bij een ander (buitenlands) centrum dat ook in het paspoortprogramma meedraait.
Marcel van den Bunder van Carlton De Brug verwacht dat de vraag van hotelgasten naar fitnessfaciliteiten verder toeneemt, maar benadrukt dat je die vraag ook zelf kunt stimuleren. ‘Het vergt een omslag in het denken, maar waarom zou je altijd een congres afronden met de traditionele borrel. Waarom niet lekker met zijn allen sporten? Of in de pauze tussen twee vergadersessies even fitnessen om nieuwe energie op te doen?’
Fitness in Nederland
- Aantal professionele fitnesscentra: circa 1500
-
Gemiddelde grootte: 1000 m2
-
Gemiddeld ledental: 1100
-
Omzet horecadeel: 15% van de totale omzet
-
Aantal regelmatige beoefenaren in 2001: 1,5 miljoen
-
Stijging ledental t.o.v. 2000: 80.000
-
Leeftijd beoefenaren: het merendeel is tussen de 24 en 34 jaar
-
Brancheorganisatie Nederland: Fit!vak, (026) 339 07 30, www.fitvak.com
-
Brancheorganisatie internationaal: IHRSA, www.ihrsa.org
-
Marktstudie: Jan Middelkamp, De Fitnessbranche in Beeld en Kengetallen van Fitnesscentra
HM302002