Minder dan 1 procent van de Nederlanders heeft het afgelopen jaar woningruimte aangeboden via Airbnb. Slechts 2 procent heeft verblijfsruimte geboekt via het platform, dit is hetzelfde percentage als een jaar eerder. TNS Nipo publiceerde onlangs deze bevindingen. De media en politiek besteden veel aandacht aan de deeleconomie, maar de Nederlandse bevolking is nog relatief onbekend met het fenomeen. Deze websites, waarmee consumenten bezit kunnen delen, worden maar weinig bezocht en gebruikt.
Airbnb is de bekendste van alle 'deelwebsites', maar ook Snappcar (uitlenen van auto's) en Peerbij (een 'spullenleenwebsite') zijn bekende voorbeelden. Terwijl de (lokale) overheden schreeuwen om regulatie, is het marktaandeel in Nederland dus nog klein.
Op IJsland wordt inmiddels wel ingegrepen vanwege de explosieve groei van het toerisme, maar dat is niet vreemd gezien de schaalgrootte. Wie weleens op IJsland is geweest, weet dat er traditioneel weinig hotels zijn, aangezien er enkel in de zomermaanden sprake was/is van massatoerisme. 1,6 miljoen toeristen op een bevolking van ruim 300.000 is natuurlijk enorm. Hierdoor heeft Airbnb op IJsland een stevige positie verworven, maar dit is meer noodzaak dan het niet kiezen voor het alternatief (hotels). Puur vanwege het gebrek aan een goed alternatief. Bovendien wil de overheid er minder toeristen ontvangen op jaarbasis, aangezien de natuur lijdt onder de enorme toestroom en er sprake is van grote prijsstijgingen van vastgoed en dagelijks levensonderhoud voor de locals.