FNV Horeca lanceerde op 1 juni het 'meldpunt corona' voor horecamedewerkers die klachten hadden over de werksituatie. We vroegen ons af of er veel meldingen zijn binnengekomen en of de anderhalve meter binnen de horeca, en met name in de keuken, wel werkbaar is. Edwin Vlek, sectorbestuurder bij het FNV, deelt zijn bevindingen.
Edwin: "Laat ik vooropstellen dat het handhaven van de anderhalve meter in de keuken heel lastig te realiseren is. De wil is er wel, maar het blijkt in de meeste gevallen praktisch onmogelijk. Ik zie dat er werkgevers zijn die met plexiglas schermen werken in de keuken en in sommige gevallen mondkapjes laten gebruiken. Er wordt dus vaak wel moeite gedaan om aan de regelgeving te voldoen, maar het lukt gewoon niet. Er moet toch een zeker volume gerealiseerd worden om het geheel rendabel te houden, en dat meestal op een relatief klein oppervlak."
Angst om zonder werk te zitten
Er kwamen wel meldingen binnen bij het meldpunt, maar er is veel angst om een melding te doen, aldus Vlek: "Werknemers zijn, zeker in deze tijd, angstig om hun baan te verliezen. Dat is de tweestrijd waarin we leven; je weet dat de situatie niet volgens de regels is, maar je wil ook niet werkeloos thuis komen te zitten. De voorkant van een horecazaak is zichtbaar, dus iedereen ziet wat daar gebeurt. De keuken is in veel gevallen niet zichtbaar, dus daar wordt dan toch op een andere manier gewerkt. In locaties van fastfoodketens en in grote restaurants kun je als gast vaak wel zien wat er in de keuken gebeurt, en daar zie je dan meer ruimte tussen de werknemers en ook vaker het gebruik van mondkapjes."
Er zijn oplossingen om het keukenpersoneel te ontlasten en veiliger te laten werken, afgezien van plexiglas en mondkapjes: "Je kunt de menukaart aanpassen, zodat er minder gerechten op staan en er bovendien eenvoudigere gerechten aangeboden worden. Op die manier kun je verder uit elkaar werken en met minder mensen evenveel couverts draaien."
Nadruk op de horeca is 'pervers'
De nadruk op de horeca vanuit de politiek was pervers, merkt Vlek op: "De horeca, die neergezet werd als besmettingshaard, dat ging te ver. Gelukkig werd dat gisteren in de persconferentie wat genuanceerd door Rutte. Nee, de horeca doet enorm zijn best en het is niet uit te leggen dat de horeca hard wordt aangepakt, terwijl je in de supermarkt over een vakkenvuller heen moet buigen om een blikje soep te kunnen pakken. Bovendien komen de mensen die in een horecakeuken werken met veel minder mensen in aanraking dan een winkelmedewerker. Gemiddeld werken er vijf tot tien mensen in een keuken. Waarom zou dat veel minder veilig zijn dan thuis, in een gezin van zes personen of wanneer je door een winkelstraat loopt? Het is daarbij wel belangrijk dat mensen die verkouden zijn, thuis moeten blijven. Neem je verantwoordelijkheid, ook al voelt dat lastig richting je werkgever. Daarnaast moet je als werkgever niet lastig doen in zo'n geval, dat zou ook onethisch zijn, want de gevolgen van een coronabesmetting in je horecazaak zijn veel groter dan een enkele ziekmelding. Er kunnen kwetsbare mensen besmet raken en je zaak kan noodgedwongen gesloten worden. Dat besef moet er vanuit de werkgever gewoon zijn."
Maak goede afspraken en doe je best
Vlek denkt ook dat het aantal meldingen via het meldpunt laag is, omdat horecamensen graag weer aan de slag gaan. "Iedereen in de sector is gewoon blij dat ze weer aan de slag zijn. Daarnaast zijn de meeste mensen die in de horeca werken relatief jong; ze voelen zich minder kwetsbaar dan oudere werknemers. Uiteindelijk is het zoeken naar balans het belangrijkste. Maak goede afspraken met je werkgever en de je best om je zo goed mogelijk aan de voorschriften te houden, ook al lukt dat niet altijd. Gelukkig zien we dat veel werkgevers hun best doen, zowel aan de voorkant als aan de achterkant van hun zaak. Veel maatregelen die we zien in de keuken, gaan verder dan de officiële richtlijnen, en dat is te prijzen. Wie zijn wij dan om daar wat van te vinden? Bovendien ken ik nog geen gevallen van keukens die gesloten zijn vanwege de werkomstandigheden. Gelukkig maar."