Dit recept is uitstekend geschikt voor koks die even geen tijd hebben om het kenmerkende appeltaartdeeg in elkaar te flansen. Dus ook geen gedoe meer met zompige bodems en verbrande randjes. Gasten houden van vernieuwing en met deze oude bekende in een nieuw jasje is succes verzekerd.
Ingrediënten (6 stuks)
6 sneetjes witbrood of maïsvloerbrood
50 gram zachte boter
4 appels
1 eetlepel custardpoeder
2 eetlepels suiker
2 theelepels kaneelpoeder
50 gram rozijnen
6 eenpersoons taartvormpjes (10 cm), ingevet
Bereiding
Verwarm de oven voor op 200 °C. Rol de sneetjes brood met een deegroller iets platter en bestrijk ze aan beide kanten dun met boter. Bekleed elk vormpje met een sneetje brood. Bak de taartbodems in de oven in 5 minuten lichtbruin. Schil de appels, snijd ze in kleine stukjes en meng ze met de custard, suiker, kaneel en rozijnen. Schep dit mengsel in de taartbodems en bak de taartjes in de oven in 20 tot 25 minuten gaar.