In de twaalf jaar van haar bestaan is Bastion Hotels een keten van formaat geworden ‑ een puur Nederlandse keten: 27 hotels in Nederland en 1 in Duitsland (Düsseldorf). Daarmee is het nog niet gedaan: de 'no‑nonsense‑organisatie' werkt momenteel hard aan een capaciteitsuitbreiding van de bestaande hotels. Na 1999 zal bovendien het aantal locaties moeten toenemen.
Voordat zij hun eerste hotel in 1986 openden (in Leiden‑Voorschoten), hadden de Bastion‑oprichters nauwgezet onderzocht hoe de budgethotels in de VS opereerden. De bevindingen werden vervolgens vertaald naar Nederlandse begrippen. Als test werden in een Haagse loods prototypes gebouwd van diverse hotelkamers waarin honderden gasten daadwerkelijk onthaald werden. Aan de hand van hun ervaringen werd het definitieve ontwerp ontwikkeld.
Identiek
Eenvoud en functionaliteit staan voorop in de Bastion Hotels. De kamers zijn voorzien van kleurentelevisie, telefoon, schrijftafel en een 'minibarmandje' dat momenteel overal wordt vervangen door een minibar. De badkamers beschikken over een eenvoudige douche en een toilet. ’Ongeveer van hetzelfde niveau als onze gemiddelde gast thuis heeft,’ zegt directeur Maik Willems. De hotels bieden verder een wasserij‑, een fax‑ en een kopieerservice.
Alle Bastion Hotels zijn identiek. Zij zijn het hele etmaal geopend en beschikken over voldoende gratis parkeergelegenheid. Bastion biedt jaarlijks gastvrijheid aan ruim 400.000 gasten. De kamerprijzen variëren, afhankelijk van de locatie, van fl 75,‑ tot fl 130,‑ voor één of twee personen. Deelname aan het ontbijtbuffet kost fl 15,‑ per persoon; er is een lunchbuffet à fl 17,50 en een driegangen keuzediner voor fl 32,50. Mensen op doorreis kunnen à raison van fl 14,50 een lunchpakket meenemen dat naar de wensen van de gast wordt samengesteld. Elk hotel beschikt over een 'Juke Box Bar' en een poolbiljart.
Het gaat goed met Bastion Hotels, getuige de uitbreidingsplannen. In Amsterdam‑Centrum, Amsterdam‑Zuidwest en Utrecht is dat al gebeurd. Bastion Amsterdam‑Amstel, Rotterdam‑Rhoon, Rotterdam‑Brielle en Amsterdam‑Airport volgen. De Bastion Hotels rond Schiphol bieden een gratis 'shuttleservice' aan. Willems: ’Naar beneden toe is de limiet per hotels 40 kamers; naar boven toe 120 tot 140 kamers. Daarboven wordt het snel onpersoonlijk. Bij minder dan 40 is het moeilijk een hotel rendabel te exploiteren.’
Platte organisatie
Maik Willems was twee jaar geleden nieuw in de branche toen hij met een compagnon de aandelen van Bastion overnam. De hotelgroep, die toen met financiële problemen kampte, is inmiddels weer gezond. ’We hadden al een internationaal handelsbedrijf samen,' aldus Willems. 'Dat doet mijn compagnon nu. Ik houd me bezig met de hotels.’
Willems is koopman, met ervaring in de textiel‑ en de transportbranche. Hij is voormalig directeur van Hak Conserven en hield zich in het verleden bezig met doorstartende bedrijven. Zo ook min of meer bij Bastion. Willems: ’Ik vind de hotelbranche erg boeiend. De relatie met de klant is hier erg direct. Ik vertoef zelf ook erg veel in onze hotels.’
De basisfilosofie van Bastion hield Willems intact; wel veranderde hij de organisatiestructuur. ’We zijn een platte organisatie. Tussen mij en een willekeurige medewerker van een hotel zitten maximaal twee niveaus. Maar de ambitie om sterk te groeien is er nog steeds.’
In het nieuwe hoofdkantoor te Utrecht bevindt zich een grote trainingsruimte. ’In ons bedrijf werken veel jonge mensen. Die krijgen hier onze eigen basisopleidingen en komen voortdurend terug voor trainingen.’
Van oorsprong is er veel aandacht voor goede basisvoorzieningen, een uitstekende bereikbaarheid vanaf autowegen en compleet ingerichte kamers. Willems voegde er de bars, restaurants en poolbiljarts aan toe. ’We denken super functioneel. Alles moet een functie hebben; daar houden onze klanten ook van. Netjes en schoon; dat is belangrijk. Tachtig procent van onze gasten is zakelijk onderweg. Die mensen willen 's avonds een borrel, een hap en wat gezelligheid. In de Verenigde Staten liggen rond elk hotel wel vijf of zes restaurants. Hier is dat minder. Daarom zorgen wij ervoor dat de gasten goed kunnen eten voor een reële prijs. We hebben in 1996 een paar honderd medewerkers leren koken. Dat ging vrij snel.’
Bastion kent nog geen uitgewerkt spaar‑ en bonussensysteem voor vaste gasten. ’Nu krijg je bij tien overnachtingen de elfde gratis. Maar we ontwikkelen een ander loyaltysysteem, ook omdat we erg veel vaste gasten hebben waarvoor we graag wat extra willen doen.’
Verkeersborden
Alle hotels zijn eigendom van Bastion. Willems: ’Dat is wezenlijk voor de bestuurbaarheid. Wij kunnen snel beslissen. Heb je franchisers, dan moet je steeds met deze mensen overleggen over investeringen en veranderingen; dat schiet niet op. Ons personeel is, waar nodig, ook inzetbaar in meerdere hotels. We streven dat niet na, maar het is praktisch als dat tot de mogelijkheden behoort bij ziekten en bij grote partijboekingen. We brengen personeelsleden wel standaard onder bij één hotel.’
Voor de keukens zijn centrale leveringscontracten afgesloten, maar de chef‑koks bestellen bij lokale vestigingen van die leveranciers en bereiden zo veel mogelijk met verse ingrediënten. De restaurants zijn er trouwens niet alleen voor de hotelgasten: ’Er komen ook veel mensen van buitenaf eten.’
Natuurlijk kan het 'restaurantgebeuren' ook uitbesteed worden, maar daar wil Willems niet van weten. ’We doen bij voorkeur alles zelf. Mensen die bij ons werken zijn vaak multi‑inzetbaar. Ze doen de bar en koken bijvoorbeeld. We hebben ook ons eigen automatiseringsprogramma. Dat lag in 1996 wat achter, maar we halen die achterstand rap in. Hetzelfde geldt voor onze elektronica.’
Willems investeert veel in naamreclame. ’We hebben ook het logo "gerestyled". De maantjes waren er al, maar we hebben ze ingepast in een verkeersbordachtig geheel. Mensen letten erg goed op verkeersborden. Er rijden verder dertig vrachtwagens door Nederland met reclame voor ons bedrijf.’
De witte Fiats Panda van Bastion zijn inmiddels ‑ omwille van de andere uitstraling ‑ vervangen door blauwe Volkswagens Golf. We hebben verder wat grote beesten, wel dertien meter hoog, die we neerzetten op evenementen.’
Beconcurreren
Voor dat ene hotel in Duitsland heeft Willems een duidelijke verklaring. ’Duitsland is voor ons een grote markt, maar ook een heel andere markt. We willen daar in de toekomst uitbreiden. Voorlopig doen we er met dat ene hotel ervaring op.’
De vergelijking met het andere grote hotelbedrijf in Nederland, Van der Valk, ligt voor de hand. Willems: ’Van der Valk is meer een hotel voor het hele gezin; een hotel dat zich bovendien bezig houdt met bruiloften en partijen. Dat doen wij niet. Van onze gasten logeert maar twintig procent als particulier, en we hebben gewoon geen ruimte voor partijen.’
Bastion is niet aangesloten bij grote reserveringssystemen. Wel is er een eigen centraal reserveringsnummer: 0800 ‑ 06 97. ’Op het hoofdkantoor kan meteen gekeken worden of er plaats is in het gewenste hotel op het gewenste tijdstip. Is dat zo, dan wordt de gast meteen doorverbonden naar het betreffende hotel.’ Het bedrijf heeft ook een eigen internetsite, maar het aantal boekingen dat daarop binnenkomt is nog vrij gering.
Bastion is in elke vestigingsplaats lid van de lokale VVV en van eventuele hotelsamenwerkingsverbanden. ’We geloven in lokale inbedding en staan ook op lokale beurzen, zoals de Bedrijven Kontakt Dagen. De "sales" en de verantwoordelijkheid voor de bezetting van elk hotel liggen in eerste instantie bij dat hotel zelf. De vestigingen beconcurreren elkaar ook lokaal.’
Vaste en potentiële gasten worden vanuit het hoofdkantoor "gemaild"; de regionale promotie gebeurt vanuit de hotels. ’De waarde van onze hotels? We werken met functionele mensen, bieden een goede kamer, een maaltijd en gezelligheid voor een reële prijs. Die kamerprijs wordt overigens voor een belangrijk deel bepaald door de locatie.’ In een aantal plaatsen komt er nog toeristenbelasting bovenop.
Willems ziet de toekomst van Bastion met vertrouwen tegemoet. ’We groeien twintig tot dertig procent per jaar. In Europa is het viersterren‑ en vijfsterrensegment groter dan het driesterrensegment. We zitten goed. En ook al zie ik veel mogelijkheden voor een internationale alliantie met collega's in hetzelfde segment, we willen per se zelfstandig blijven.’
Auteur: Bert Salden