Er is een markt binnen de hotellerie (her)ontdekt: de zorg. Het zorghotel betekent een opvulling van het gat tussen thuis en ziekenhuis. Het ontwikkelen en exploiteren van een zorghotel vraagt echter om goed ondernemerschap. Het concept is namelijk nog beperkt bekend bij klanten en ook verzekeraars en ziekenhuizen werken nog slechts op beperkte schaal samen met deze hotels.
De toenemende behoefte aan zorghotels bleek al in 2001 uit het onderzoek ‘Zorg voor Cliënten’ dat Horwath Consulting samen met adviesbureau Scenter uitvoerde. Het onderzoek was opgezet om de cliëntgerichtheid van zorginstellingen in kaart te brengen en om waar mogelijk verbeterpunten aan te geven. Want, zo vroegen Horwath en Scenter zich af, hoe kan een hotel zoveel klantvriendelijker zijn dan een zorginstelling? En hoe kan tegelijkertijd een hotelkamer zoveel goedkoper zijn?
En dat juist in een tijd waarin de zorgbehoevende steeds mondiger, gezonder én vermogender wordt. Ook trendwatcher Adjiedj Bakas voorziet dat het straks gaat om de totaalbeleving, waarbij: ‘De hotelier kan inspelen op de subtiele blijken van bijvoorbeeld de ouderdom door de verlichting juist te hebben, stopcontacten niet langer te verbergen, het personeel goed te laten articuleren en kleinere porties te serveren.’
De keten Van der Valk biedt maaltijden aan in porties voor kinderen, volwassenen en senioren. Andere hotels hebben één of twee kamers met enkele arbotechnische aanpassingen, of soms een speciaal ingerichte verdieping.
Genoeg
Maar is zoiets genoeg voor een hotel om zichzelf te kunnen bestempelen tot zorghotel? Het klinkt allemaal mooi, maar een vastomlijnde definitie van een zorghotel is er nog niet. Over de doelstelling heerst meer cohesie: de combinatie van de ambiance en het comfort van een hotel met, indien noodzakelijk, 24 uur per dag deskundige zorg van gekwalificeerde medewerkers. De doelgroep? Over het algemeen mensen die willen herstellen na een ziekenhuisopname, die wachten op thuiszorg of van wie de mantelzorg tijdelijk uitvalt. Deze patiënten nemen soms onnodig dure ziekenhuisbedden in beslag om te revalideren. Tegelijkertijd is het ziekenhuis met zijn eigenaardige bedrijfsvoering (vroeg wakker worden en ontbijten bijvoorbeeld, terwijl er vervolgens de hele dag niets te doen is) geen goede plek om te revalideren.
Jeu Claes, directeur van Koninklijke Horeca Nederland, liet tijdens de Horecava weten hier mogelijkheden voor de horeca te zien. ‘De horeca levert gastvrijheid. En dat kunnen wij denk ik beter brengen dan een ziekenhuis of andere zorginstelling. Bovendien is een hotelkamer over het algemeen goedkoper dan een ziekenhuisbed.’
De belastingdienst heeft het er echter moeilijk mee: is het hotel nu een commerciële instelling of een zorginstelling? En in welk licht moet men het begrip zorghotel zien als het gaat om slechts enkele kamers, een verdieping of een geheel hotel? Een keurmerk dat duidelijkheid moet verschaffen is er niet. Wanneer het aan de Maxwell Group uit Amsterdam ligt, krijgen we ‘hopelijk in 2007’ meer duidelijkheid.
Hans Lippinkhof, initiatiefnemer van zorghotel De Palatijn in Alkmaar, is voorstander en mede-initiator van het instellen van een gradatiesysteem binnen de zorghotellerie. ‘Je kunt je afvragen wat een zorghotel nou eigenlijk is. Een zorgafdeling in een ziekenhuis waar patiënten recreëren, is ook niet hetzelfde als een zelfstandig hotel in het groen.'
Over het algemeen wordt er een driedeling gemaakt: 1. een zorghotel (of afdeling) gekoppeld aan een ziekenhuis (bijvoorbeeld Zotel Hengelo); 2. een zorghotel gekoppeld aan een zorg- en behandelcentrum (Zorghotel Elisabeth in Breda); 3. een zelfstandig zorghotel (de Palatijn en Domaine Cauberg). Zelfs dan is er nog onduidelijkheid.
Moeilijk meten
Domaine Cauberg (een voormalig klooster uit 1840) is een particuliere woonzorgvoorziening met 31 zorgappartementen en met 8 zorghotelkamers. Directeur Lodewijk Bosch van Rosenthal zet vraagtekens bij een keurmerk. ‘Op zich is het een mooi initiatief, maar wat ga je dan meten? De grootte van de kamer, de kwaliteit van de zorg? Zorg valt heel moeilijk te meten. Het is beter om eerst te definiëren wat een zorghotel precies is.’
Associaties zijn er genoeg. Het begrip zorghotel roept bij gasten beelden op van kleinschaligheid en gerichte aandacht. Deze gedachtegang wordt onderstreept door onderzoek van Stichting Architectenonderzoek Gebouwen Gezondheidszorg (Stagg). Zij concludeerden dat de voorkeur van de cliënten voor zorghotels te maken heeft met het imagoprobleem van de zorginstellingen. Bij een verpleeghuis denkt men al gauw aan kamers met meer bedden en krantenberichten over één keer per week douchen. Het imago van een verzorgingshuis is niet veel beter: soepgeur in de vroege morgen en lange donkere gangen.
Afgezien van een onduidelijke definiëring; hoe start je een zorghotel dragen? Lippinkhof: ‘Ik ben van start gegaan met de bouw van een viersterrenhotel dat niet alleen voor patiënten, maar voor iedereen toegankelijk is. Zorg kun je heel breed trekken: het omvat iedereen van de wieg tot aan het graf, al dan niet minder valide. Daarom denk ik ook dat je als zelfstandige hotelier jezelf moet profileren als een normaal hotel dat zich richt op een bepaalde doelgroep. Bij ons kan iedereen terecht én we bieden alle gemakken voor mensen die extra zorg behoeven.’
Het doel van Domaine Cauberg is het verschaffen van deels permanente, deels tijdelijke huisvesting aan bewoners/gasten die in een eigen sfeer, met ondersteuning van de nodige zorg, zo goed mogelijk hun vertrouwde leven willen voortzetten. Bosch van Rosenthal: ‘Het is heel belangrijk dat je als hotelier bewust kiest voor zoiets. Je zult afwegingen moeten maken: wat wil ik, wat kan ik, wat is haalbaar en hoe kijken mijn andere gasten tegen zoiets aan? Kleinschalige zorg opzetten is toch heel wat anders dan wat een ziekenhuis biedt. Bovendien heb je te maken met wettelijke eisen en de financiering van het geheel. Je moet als hotelier ervoor zorgen dat je organisatie stevig genoeg is om zoiets te kunnen dragen.'
Financiering
Het kostenplaatje is een heikel punt. Een zorghotel vraagt om diverse aanpassingen die een flinke investering betekenen. Natuurlijk moesten er in De Palatijn speciale voorzieningen komen voor het zorggedeelte. ‘Je moet echter geen concessies doen aan de hoteluitstraling. Je bent immers een hotel. Je biedt als hotelier meer gerichte, gemeende aandacht, maar dat wil niet zeggen dat het allemaal in het oog moet springen. Er zijn genoeg systemen waarbij bijvoorbeeld beugels in de badkamer weer in de muur verdwijnen. We praten hier ook niet over ziekenhuisbedden, maar over comfortbedden. Een hoog/laagbed is weliswaar een prijzige aanschaf, maar biedt ook voor niet-zorgbehoevenden een heleboel luxe. En omdat het bed verstelbaar is, is het voor de housekeeping ook gemakkelijk. De badkamer is ook zoiets. Wij werken hier met losse douchestoelen en geen opklapbare zitjes tegen de muur. Die dingen werken namelijk niet: gasten zitten altijd met de rug tegen de kranen aan.’
Naast de materiële investeringen moet rekening gehouden worden met de financiering van het verblijf én het aanbod aan gekwalificeerd personeel. In het zorghotel is een team beschikbaar dat 24uurs-zorg kan verlenen. Dit team is in dienst van het zorghotel zelf of in dienst van een zorgaanbieder en gedetacheerd in het zorghotel. Het is daarom een goed idee om gesprekspartners te zoeken bij zorgverzekeraars of reguliere zorgaanbieders. Voor verschillende zorgvormen is een zorghotel immers een interessante optie: voor een ziekenhuis kan een zorghotel een deel van het ‘beddenhuis’ vervangen; voor een verpleeghuis kan een zorghotel een vorm van tijdelijk verblijf bieden voor bijvoorbeeld postklinische zorg, reactivering en revalidatie. Voor het verzorgingshuis en de thuiszorg kan het zorghotel een logeermogelijkheid met zorg bieden voor mensen die tijdelijk niet meer thuis kunnen blijven wonen.
Het zorghotel wordt in de praktijk op verschillende manieren bekostigd: op basis van de AWBZ. De tarieven van het CTG (College Tarieven Gezondheidszorg) vormen het uitgangspunt voor de onderhandeling met het zorgkantoor over de vergoedingen. Via de diagnose-behandel-combinaties (DBC’s) van het ziekenhuis: de zorg en het tijdelijk verblijf in het zorghotel is dan onderdeel van zo’n DBC; het zorghotel onderhandelt met het ziekenhuis over de vergoeding. Via de zorgverzekering vergoedt de zorgverzekeraar in bepaalde situaties het tijdelijk verblijf en de zorg in het zorghotel. Tot slot is er de eigen betaling van de cliënt, hetgeen afhankelijk is van het zorghotel zelf.
Op naar de 200.000!
De economie trekt aan, de consument pakt vaker de koffers en hotels zitten vaker vol. Het bedrijfschap Horeca en Catering telde maar liefst 95.772 kamers in 2006. Het aantal hotelbedden nam zelfs met 1,2% toe tot 199.225. De prognose voor 2007 is zelfs nog beter. Reden genoeg voor de hotelier om zich te richten op nieuw- en verbouw. En dat gebeurt. Uit onze nieuwbrief Hotelbouwplannen blijkt dit eveneens. Voor 2007 staat het totaal aantal hotel(ver)bouwplannen op vierentwintig. Hiervan bestaat de nieuwbouw uit zeventien projecten en de verbouw uit zeven.
HM302007