De Rechtbank Rotterdam heeft in beroep op 22 juni 2017 uitspraak gedaan in de boetezaak tegen Corendon International Travel B.V. De rechtbank heeft het beroep van Corendon ongegrond verklaard en heeft daarmee het besluit van de ACM bevestigd. Dit lazen wij op de website van de ACM.
De ACM heeft in 2016 twee boetes van in totaal 350.000 euro opgelegd aan Corendon voor de onjuiste vermelding van prijzen voor pakketreizen en losse vliegtickets.
Bijkomende kosten moeten vermeld worden
Bij haar toezicht op de reisbranche is het uitgangspunt van de ACM dat alle vaste onvermijdbare kosten vanaf het begin in de prijs moeten zitten. Variabele onvermijdbare kosten moeten vanaf het begin direct en duidelijk bij de prijs worden vermeld: dus niet helemaal onderaan de pagina of verstopt in kleine onleesbare lettertjes. Een voorbeeld van zulke variabele kosten is het rekenen van bijkomende kosten per boeking terwijl de prijs van de reis per persoon wordt berekend.
Corendon rekende voor pakketreizen en losse vliegtickets bijkomende variabele onvermijdbare kosten zonder deze vanaf het begin direct en duidelijk bij de prijs te vermelden. Bij pakketreizen ging het om boekingskosten (25 euro) en kosten voor het Calamiteitenfonds (2,50 euro). Bij het boeken van losse vliegtickets ging het om servicekosten (3 euro).
Corendon heeft zes weken de tijd om tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep aan te tekenen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
Bron: ACM