Brabants gezellig in het zicht van Zeeland

Auteur: Jason van de Veltmaete
13 december 2006
Brabants gezellig in het zicht van Zeeland

Heerlijk, zo'n stille, bijna eenzame weg door het platte land, op weg naar Zevenbergen. Je verwacht een verstild stadje na zo'n rit: klok- en trapgeveltjes; een grachtje of singel; een versteende herinnering aan de menselijke maat. Niets van dat alles - althans niet in zichtwijdte van hotel, stadscafé, zalen- en sportcomplex De Borgh. Het gemeentehuis (hôtel de ville, in bourgondischer streken) en het hotel van Zevenbergen gaan vrijwel naadloos in elkaar over...

Het zijn twee kolossen, het gemeentehuis en het hotel, opgetrokken in dezelfde blokkendoosbouw-met-pretenties. Utiliteitsbouw met pilaren. Het gemeentehuis lijkt in niets op een traditioneel stadhuis; het hotel houdt eveneens het midden tussen een bedrijvenpand en een appartementencomplex. Eerlijk gezegd is het moeilijk voorstelbaar dat een pasgetrouwd stelletje vanuit dat kille gemeentehuis de straat oversteekt naar het rechthoekige De Borgh (bouwjaar 2005). Maar eenmaal binnen...

Geen probleem

'Zevenbergen is beslist geen toeristische plaats,' erkent hotelier Kees Quispel, zelf geboren en getogen in dit stadje. 'Ooit hadden we hier een haventje; dat is dichtgegooid en niet lang geleden weer gegraven en met water gevuld - het ziet er nu niet uit.'

Een etymologisch woordenboek leert ons dat 'borgen' in ablaut staat met 'bergen', en dat betekent eigenlijk 'zekerheid stellen'. Het haventje zou zeven borgpalen voor schepen gehad hebben; vandaar de opmerkelijke naam Zevenbergen voor een stadje waar geen heuvel in de wijde omtrek te vinden is. Fijn voor fietsers, toch?

De mentaliteit in Zevenbergen is - ondanks de nabijheid van de zilte Zeeuwse wateren - puur Brabants, volgens Quispel. 'In het toeristische Willemstad is dat een stuk minder. Maar ook al is Zevenbergen nog steeds - qua mentaliteit - een echt Brabants stadje, door de aanwezigheid van een groot industrieterrein is nog maar zo'n veertig procent van de bevolking inheems.'

De verwijzing naar het industrieterrein doet direct vermoeden dat De Borgh voorziet in een behoefte die vooral afkomstig is uit het bedrijfsleven. Maar dit hotel is begonnen als sporthal... Quispel: 'Daar is dit allemaal aan en omheen gebouwd. Mijn vrouw en ik bestieren de hele accommodatie, behalve de koopappartementen. Het complex is eigendom van ons en van de projectontwikkelaar. Ik heb vrij lang een café gehad in Zevenbergen. (In 2001 "dorpscafé van het jaar" in een landelijke verkiezing.) Maar gevoelsmatig vond ik dat traditionele cafés hun beste tijd gehad hadden. Ik zocht een veelzijdiger horecabedrijf.'

Een groot avontuur dus, want Kees Quispel heeft geen hotelopleiding genoten, laat staan een opleiding voor het beheren en managen van een hotel + stadscafé + zalen + sportaccommodatie. 'Ik heb dat nooit als een probleem ervaren,' zegt hij nuchter. 'Ik ben een horecaman, en voor een hotel behoort gastvrijheid hetzelfde te zijn als voor een café. Bedrijfsmatige aspecten? Alles wat je niet weet kun je leren. Je komt er vanzelf achter, en er zijn zat mensen - collega's - die je kunnen helpen met dat soort zaken.'

Niet moeilijk

Aangezien dit hotel (geopend in juni vorig jaar) nog helemaal opgestart moest worden, kreeg Quispel niet ruimhartig een lange oefen- en leertijd. Veel fouten konden hij en zijn vrouw Anita zich niet veroorloven. 'We hebben ons natuurlijk wel - voor een deel - in marketing verdiept voordat we überhaupt open gingen,' vertelt hij. 'Van ons personeel is één dame zich wat nadrukkelijker bezig gaan houden met puur het hotelgebeuren. Vanaf september dit jaar hebben we een stagiair in dienst die een afstudeeropdracht heeft met betrekking tot marketing en sales; hij brengt het wat verder in de praktijk. We hebben bewust gekozen voor het gefaseerd in de markt zetten van dit bedrijf. Het hotel is natuurlijk het belangrijkste onderdeel, maar we zitten praktisch op loopafstand van het industrieterrein, dus marketingtechnisch was het allemaal niet zo moeilijk... De klanten liggen niet voor het oprapen, maar ze liggen wel heel dichtbij.'

Uiteraard heeft het echtpaar Quispel een haalbaarheidsonderzoek laten doen; de doelgroep voor het hotel was van meet af aan grondig afgetekend. Wie anders dan zakenlieden en hun relaties zouden aanmeren in De Borgh? 'Maar we hebben natuurlijk - gezien het complex - meer doelgroepen,' haast Quispel zich te zeggen. 'Onze stagiair probeert al een tijdje om de toeristische markt geïnteresseerd te krijgen; dat lukt inmiddels mondjesmaat. Zevenbergen heeft in beginsel weinig te bieden, maar we proberen een concept aan te bieden voor mensen die in de omgeving gaan fietsen, of die "een dagje Breda" willen doen. Hoe dan ook, de combinatie hotel, café, restaurant en sportgelegenheid spreekt veel mensen aan. Het hotel is bedoeld voor de zakelijke markt, maar alles wat we in het weekeinde aan bezetting erbij kunnen krijgen, is mooi meegenomen. We doen het echter niet tegen weggeefprijzen.'

Training en theater

Naar het oordeel van de hotelier zelf, zijn de lounge en de receptie - het stadscafé - belangrijke USP's van dit hotel. 'De sportaccommodatie trouwens ook. De normale hotelgasten kunnen daar weinig doen, want er zitten sportverenigingen, maar klanten kunnen wel trainingskampen en dergelijke bij ons organiseren. We krijgen binnenkort een groot dartevenement. Dan worden hier ook hotelkamers gehuurd. Een andere toegevoegde waarde is onze theaterzaal - die hoort ook bij onze exploitatie. Volgend jaar proberen we een programmering voor die zaal te krijgen. Daar kun je ook weer een arrangement aan koppelen. Momenteel is het een prima zaal voor feesten en partijen.'

Het restaurant van De Borgh wordt druk bezocht door de lokale bevolking. Quispel: 'In Zevenbergen heb je echt wel restaurants in leuke historische pandjes; een mooie gevel is echter geen garantie voor lekker eten. Bij ons is de buitenkant wat strakker, maar binnen is het een ander verhaal. Wij lokken de mensen met kwaliteit - voor aantrekkelijke prijzen.'

Qua oppervlakte is Moerdijk - waar Zevenbergen toe behoort - de grootste gemeente van Brabant. En Zevenbergen heeft wel degelijk stadsrechten. Dat moet even vermeld worden, teneinde mogelijke 'dorpse associaties' weg te nemen. 'In De Borgh is altijd wat te doen,' aldus Kees Quispel. 'Dat was onze insteek vooraf. 'De gezellige drukte begint al aan de receptie: die is gecombineerd met de bar. Daar worden zowel drank als aandacht geschonken. We geven de hotelgast meer aandacht dan negen van de tien hotelbedrijven. In De Borgh is iedere gast een zorg op zich. Onze hotelbar trekt veel gasten van buiten. Ook de sporters maken gebruik van de bar, hoewel zij zich wel aan "hun kant" moeten ophouden. In een haalbaarheidsonderzoek werd eraan getwijfeld of dat goed zou gaan: hotelgasten en sporters in hetzelfde vertrek, maar de hotelgasten gaan vaak juist aan de "sporterskant" van de bar zitten, omdat het daar lekker levendig en gezellig is. Het gaat prima. Als je kijkt naar de beoordelingen op de boekingsites, zie je dat we het hoogst scoren van de hele regio, misschien wel van heel Nederland.'

Aanloopfase

'Niet meer en niet minder'; dat zijn de sleutelwoorden zodra het over de driesterrenkamers van De Borgh gaat. Quispel: 'Een kamer moet schoon zijn en internet hebben. Niet meer en niet minder.' - 'De kamers zijn gewoon mooi, maar niet meer en ook niet minder. Het werkt. De bezetting was de eerste twee jaar geprogrammeerd op vijftig procent; uiteindelijk naar zestig. Dit jaar gaat het uitkomen op ongeveer veertig procent. We hebben best wel een lastige aanloopfase gehad: in januari en februari was het niet druk; april en mei waren heel goed; juli en augustus waren stukken minder - eigenlijk heel slecht; met name juli... Maar vanaf september is de bezettingsgraad tussen de vijftig en zestig procent.'

Hoewel de grootte van het complex anders doet vermoeden, heeft De Borgh geen fitnessfaciliteiten, noch een sauna. 'De vraag is niet groot,' zegt Quispel. 'Ik doe zelf aan fitness, en ik heb nimmer in een hotel de goede apparatuur en voldoende mogelijkheden aangetroffen. Het is het allemaal net niet. Dan maak je er ook geen gebruik van. Hetzelfde geldt voor de sauna. Je kunt als hotelier veel beter gaan samenwerken met een sportcentrum of saunacentrum waar alles optimaal voorhanden is.'

Ook de schoonmaak van de hotelkamers wordt uitbesteed. (Quispel weigert consequent - en verfrissend - termen als 'housekeeping' en 'outsourcing' in de mond te nemen.) 'Daar zijn we mee begonnen omdat we niet wisten hoeveel kamers bezet zouden worden; in het begin zou dat natuurlijk heel weinig zijn. We hoeven dit schoonmaakbedrijf alleen maar te betalen per kamer. Ze begonnen met één werkster; nu zijn het er drie. Ik heb er geen omkijken naar; het gebeurt allemaal netjes, tegen een heel redelijke prijs. De was wordt ook uitbesteed, maar we hebben eigen linnengoed.'

Wat niet uitbesteed wordt, is het restaurant. 'In het begin wilden we eigenlijk alleen logies met ontbijt bieden', vertelt Quispel, 'maar dat kon niet - daar kwamen we al snel achter. De gasten willen een avondmaaltijd kunnen gebruiken in hun hotel. Uitbesteden vonden we zonde. We bieden onze restaurantgasten nu een kwalitatief hoogstaand product, zonder culinaire hoogstandjes of toeters en bellen. Dat slaat aan.' - Juist het restaurant is een trekker... De Borgh blijft een apart bedrijf.

De Borgh, drie sterren

  • kamers: 30 (14 standaard, 16 business)
  • kamerprijzen: standaard 85,-/100,-; business 95,-/105,-; weekeinde (st & bu) 67,50/80,-
  • restaurant
  • stadscafé
  • sporthal en sportzaal
  • theaterzaal (275 m2)
  • vergaderruimten: 3

Omzet

  • dranken 33%
  • keuken 32%
  • logies + ontbijt 25%
  • zalen 10%

HM302006

Overig nieuws