Stipte bouwvoorschriften, regelmatige controles en goede contacten tussen brandweer en hotelwereld hebben Nederland - tot nog toe - bewaard voor ernstige hotelbranden. Toch is de brandveiligheid in hotels een ‘brandende kwestie’ geworden. Overal in den lande reppen ambtenaren zich naar horeca-etablissementen om te zien of alles wel aan de eisen voldoet. ‘Bij ons hadden ze niets te klagen,’ meldt de heer Epping van het gelijknamige familiehotel in IJsselstein. ‘Brandveiligheid staat bij ons vanouds hoog in het vaandel. Wij volgen de adviezen van de brandweercommandant altijd getrouw op, ook als die niet stroken met de verordeningen van de gemeente IJsselstein.’
Dat veel hotels slechter ‘bestand’ zijn tegen brand, wijt Epping aan een onduidelijke regelgeving: ‘De horecaondernemers willen wel, maar je bent overgeleverd aan de grillen van een ambtenaar. Laatst maakten we het weer eens mee in IJsselstein: een discotheek wilde nooduitgangen aanbrengen, maar dat mocht niet van de ambtenaren. Het was niet “esthetisch verantwoord”. Na de ramp in Volendam draaide het gemeentebestuur als een blad aan de boom om: nu zit er een dubbele nooduitgang in.’
Rood scherm
Het lijkt erop dat de voorschriften van de brandweer en die van de gemeente op belangrijke punten uiteenlopen. ‘Zo zit de vork niet in de steel,’ werpt voorlichter Schoonderwoert van Brandweer Utrecht tegen. ‘De brandweer is een gemeentedienst. Zij moet de gemeente voorlichten over brandgevaar, en verordeningen van de gemeente worden altijd in goed overleg met ons opgesteld. Maar dan is er ook nog Monumentenzorg...’
Schoonderwoert geeft een fictief voorbeeld: ‘Een hôtelier in een historisch pand wil een grotere capaciteit, maar dan zou hij - op last van de brandweer - een extra nooduitgang moeten creëren. Hier stuit hij op een verbod van Monumentenzorg. Einde verhaal, aangezien geen enkele hôtelier zijn gasten in gevaar wil brengen omwille van een hogere omzet.’
Naast de wettelijk voorgeschreven brandveiligheidsmaatregelen, zoals nooduitgangen, brandblusapparaten en rookmelders, kiest een stijgend aantal hôteliers voor aanvullende middelen om de gasten en het personeel optimaal te kunnen beschermen. Het Park Plaza hotel in Utrecht maakt al enige tijd gebruik van het ‘fire groupalarm’ van Quadriga Benelux. Dit systeem kan vanachter de receptie bediend worden. Zodra er brand is, drukt een personeelslid op de alarmknop; daardoor springt in alle gewenste hotelkamers de televisie aan. Het scherm kleurt rood, en op het scherm kan desgewenst een vluchtroute in beeld gebracht worden. Dit gaat gepaard met een luid alarm.
Ideaal bij dit systeem is de optie voor alarmering in bepaalde delen van het hotel. Zo hoeven de overige gasten niet onnodig in paniek te raken. Een ander voordeel is, dat het systeem kan worden gekoppeld aan de hoofdbrandmeldcentrale.
‘De televisies moeten wel regelmatig aan een grondige controle onderworpen worden,’ waarschuwt brandweervoorlichter Schoonderwoert. ‘Kortsluiting door elektronische apparatuur die constant stand-by staat, veroorzaakt bijna net zoveel branden als roken in bed.’
Lichtend pad
Voor wat betreft de vluchtroutes: soms veroorzaakt brand zo’n dicht ‘rookgordijn’ dat het zicht op de bekende groene bordjes “nooduitgang” belemmerd wordt. Dat probleem heeft uitvinder Nico Lövenstein op een idee gebracht. Hij ontwikkelde de ‘Light Clip’. Lövenstein: ‘Het is een driedimensionale pijl in plastic. Het plastic zuigt zowel daglicht als kunstlicht op. Als het licht plotseling uitvalt, stralen de pijlen het geabsorbeerde licht uit. Daardoor ontstaat in de duisternis een lichtspoor van uitzonderlijk fel lichtende pijlen die de kortste weg naar een nooduitgang wijzen. Bovendien geven Light Clips geruime tijd voldoende omgevingslicht af om oriëntatie in donkere ruimten te vergemakkelijken. In tegenstelling tot de bestaande, ontsierende signaleringen, blijven de doorschijnende Light Clips bij normaal licht onopgemerkt.’
HM302001