Vijftig jaar geleden begon de vader van Ger en Jaap Cok een pension in Amsterdam. De tweelingbroers volgden zijn goede voorbeeld zodra zij volwassen waren: in 1961 opende hun jeugdhotel de deuren. Zij waren toen 21 jaar oud, en daarmee de jongste hôteliers van Nederland.
Dat hotel van Ger en Jaap had tweehonderd bedden, maar al snel kwam er een pand bij. Cok Hotels telde toen zeshonderd bedden. Nog wat later werd het voormalige Diakonessenhuis ingelijfd. Dat gebouw - gereed in 1983 - was niet bedoeld voor scholieren of jeugdige 'Damzitters', maar voor respectabele toeristen. Tot dusver de historie die bij het achterhaalde imago hoort.
Profileren
Eén van de twee 'studentengebouwen' werd tien jaar geleden omgebouwd tot business class. Vanaf dat moment bestreek Cok Hotels praktisch de hele markt: jongeren, toeristen en zakenlieden. Helaas voor de jeugd: zij hadden geen toekomst binnen Cok Hotels. Hun gebouw onderging eind jaren tachtig een metamorfose tot superior tourist class. Het toeristenhotel dat in 1983 gestalte had gekregen, wordt nu gerenoveerd. (Gereed in maart.) Ook dat wordt superior tourist class.
Eigenlijk is het vooral een kwestie van ruimte. 'Vroeger gebruikten we de Arcadeformule,' vertelt Jaap Cok. 'Die was ooit door een groep Franse hôteliers en architecten geïntroduceerd. Elke vierkante centimeter werd heel slim benut: bedden opgeklapt in de wand; dat soort dingen. Maar inmiddels richten we ons op de zakenmensen en uiteraard de toeristen. We willen nu één product hebben waarmee we ons duidelijk kunnen profileren.'
In plaats van de ruimte zo optimaal mogelijk te benutten, wordt er nu ruimte gecreëerd. Cok: 'Alle muren gaan eruit, behalve de draagmuren. We offeren negen kamers op. De nieuwe kamers (de "clubkamers") bestaan eigenlijk elk uit twee vertrekken met daartussen een badruimte. De kamers die we omwille van de draagmuren niet groter kunnen maken dan voorheen, worden de "standaardkamers". Die maken we natuurlijk wel veel luxer, met betere bedden, mooiere meubels, een broekenpers, haardroger, enzovoort. Per kamer investeren we bijna dertigduizend gulden.'
Zelf gedaan
Volgens Jaap Cok krijgt zijn driesterrenhotel een viersterrenuitstraling. Sterker nog: 'Ik denk dat zelfs sommige vijfsterrenhotels niet zulke mooie kamers hebben.' Ook het gebouw dat nu de business class herbergt (39 kamers), biedt meer dan de classificatie doet vermoeden. 'Eigenlijk zeggen wijzelf dat het een viersterrenhotel is, maar officieel zullen we die vierde ster nooit krijgen. De gasten moeten namelijk inchecken in het gebouw ernaast. Wij werken met één centrale receptie voor alle gebouwen.'
De huidige verbouwing kost Cok Hotels zo'n twee miljoen gulden; een bedrag dat wellicht hoger uitgevallen zou zijn als niet Ger Cok het inrichten van de kamers 'op zich genomen' had. 'Dat is zijn liefhebberij,' verklaart Jaap. 'Mijn broer en ik zijn al langere tijd met kunst bezig. We schilderen, tekenen en beeldhouwen, maar we weten ook het één en ander van stoffen en tapijten.'
Het spreekt dus vanzelf dat er veel schilderijen - fecit Cok - in het hotel hangen. Niet in de muur verankerd trouwens, en dat kan niet gezegd worden van de televisies. 'We geloven nog steeds in de goedheid van de mens', aldus Cok, 'maar de vorige tv's pasten in sporttassen. Dat we ze nu ingebouwd hebben, is een concessie aan de moderne tijd die we eigenlijk niet hadden willen nemen.'
Voor de rest? Warme okerkleuren; glazen tafeltjes-met-lampje; een leren stoeltje; ... Zakelijk, strak, modern. Een 'budgethotel' in Amsterdam? U heeft het toch niet over Cok, hoop ik?
Auteur: Arno Bijnagte
HM30JAAR HM301998