'Toerisme is een van de meest onbegrepen sectoren van de economie, omdat de optelsom van de sector niet wordt gegenereerd door een of twee grote transacties, maar door een keten van kleine transacties. Bovendien kampen we wereldwijd met een gebrek aan geloofwaardige cijfers om de invloed van het toerisme op de economie te kunnen meten.' Deze hartekreet was te horen tijdens een congres in Nice van de World Tourism Organisation.
Er bestaan inderdaad nogal wat verschillen: zijn nu in de EU negen miljoen banen gerelateerd aan het toerisme (getal van WTO), of 22,1 miljoen (getal van World Travel and Tourism Committee)? Moet je bij de analyse van de werkgelegenheid alleen de getallen van de hotel‑ en restaurantsector plus de touroperators en reisbureaus meten, of hoort transport, de bouw (van hotels) en het winnen van olie (bijvoorbeeld kerosine voor chartervliegtuigen) er ook bij?
Horwath Consulting werkt al lange tijd aan het verzamelen van zo adequaat mogelijk cijfermateriaal voor de hotelsector. Dit jaar wordt voor de 22e keer het HOSTA rapport gepubliceerd. In dit rapport wordt de hotellerie - althans het segment drie-, vier- en vijfsterrenhotels - met behulp van een groot aantal kengetallen uitgepluisd. Elders in deze editie van Hospitality Management worden de cijfers van dit jaar verder toegelicht.
Ik kan me iets voorstellen bij de frustraties van cijferverzamelaars: het produceren van statistieken is dikwijls een moeizaam karwei. De bereidheid van mensen om mee te werken, en de durf om zeer vertrouwelijke bedrijfsinformatie te verstrekken, is weliswaar toegenomen, maar de manier waarop cijfers worden aangeleverd blijft enige zorg baren. Toch is daar - na enkele telefoontjes - wel uit te komen. Lastiger wordt het wanneer de definities van bijvoorbeeld marktsegmenten ter discussie worden gesteld. Hoe groot is een groep? Wanneer is een bezoeker zakelijk, wanneer toeristisch? Moet een ‘out of order’ kamer wel of niet worden meegerekend bij het aanbod? Zijn schoonmaakkosten onderdeel van de ‘onverdeelde kosten’, of worden ze verdeeld over de operationele kosten per profitcenter volgens het Uniform Rekeningschema? Zodra het gaat over meerdere sectoren, of meerdere landen, stapelen de problemen zich nog veel hoger op.
Het zoeken naar zo exact mogelijke cijfers lijkt soms een onmogelijkheid, maar toch zijn cijfers noodzakelijk voor het onderbouwen van beleid. De nationale statistiekbureaus gaan deze maand waarschijnlijk over op de nieuwe systematiek 'Tourism Satellite Account' (TSA). Hierin worden alle elementen van de nationale betalingsbalans onderzocht op componenten die direct of indirect met toerisme te maken hebben. Dat opgeteld moet de ‘echte’ bijdrage van het toerisme aan het BBP weergeven.
Een andere reden voor ongeloof met betrekking tot cijfers zou kunnen zijn dat het - voor het zoveelste jaar op rij - weer beter gaat met de Nederlandse hotellerie. Zo nu en dan hoor je al dat het tijdperk van de zogenoemde ‘goudlokje‑economie’ is aangebroken. Dat zou inhouden dat we het tijdperk van de varkenscyclus voorbij zijn, en dat überhaupt het principe van cycli achterhaald is. Nu heb ik een groot vertrouwen in het meer en meer volwassen worden van de Nederlandse hotellerie, maar om dat nu te gaan vertalen naar het achterwege blijven van een cyclus, gaat mij net even te ver. Het verzamelen van cijfers is leuk, het interpreteren en vertalen ervan nog veel leuker.
HM30JAAR HM301999