Column Ewout Hoogendoorn: De betoverende wereld van dreuzels en tovenaars

Auteur: Redactie
Columns Ewout Hoogendoorn 11 december 2001
Column Ewout Hoogendoorn: De betoverende wereld van dreuzels en tovenaars

Hotels zijn eigenlijk ontzettend ‘cool’. Dat is altijd van nature zo geweest, tenminste bij de opening. Trends vinden direct hun neerslag in nieuwe hotels. Kijk maar naar The Hempel in London; dat straalt werkelijk een ‘minimalistisch symmetrische esoteriek’ uit; helemaal in, destijds. Voor een leek heeft het misschien meer iets van een crematorium waar de levenden alvast kunnen wennen aan gene zijde, maar ‘cool’ was het, destijds...

En dan het Burj Al-Arab in Dubai; nu twee jaar open. Op het moment van opening was de uitstraling van enorme rijkdom heel cool. Uit een onderzoek van het bureau Signs of the Time, waarin 30 coolhunters op zoek gingen naar cool places, cool products, cool people et cetera, bleek dat de belangrijkste trend was: het ontsnappen uit de werkelijkheid, door op te gaan in ‘enchanted worlds’; wegdromen in een magische wereld vol avonturen die goed aflopen. Daarom doet Harry Potter het zo goed, en een generatie eerder The Lord of the Rings.

Ooit schreef ik al lyrisch over Harry Potter, en de verborgen vergelijking die eruit te halen is tussen de Nieuwe en de Oude Economie. Harry is opgegroeid tussen de Dreuzels (mensen met een papieren agenda en een gewone telefoon; mensen die brieven en faxen sturen), maar hij is zelf van geboorte een Tovenaar (mensen die vergaderen via Netmeeting en continue e-mailen en SMS-en en enkel mobiel bellen). Als deze werelden met elkaar gaan communiceren, ontstaan de meest merkwaardige vormen van onbegrip. En wederom: hotels zitten, net als Harry Potter, op het snijvlak van beide werelden. Hotels doen een serieuze poging om ze aan elkaar te knopen.

Westin maakt van een slaapkamer met een gewoon stalen bed, voorzien van een simpel dekentje, een ‘heavenly bed’, en ineens wordt slapen een ‘ervaring’. Arthotels richten zich op moderne kunst: in de lift van het St. Martin’s Lane hotel in Londen word je aangekeken door een strook van een gezicht, waarin alleen twee ogen zijn; een permanent draaiende video. Dit hotel heeft onlangs een prijs gewonnen voor zijn ‘power tea’: een krachtige thee als alternatief voor een alcoholische versnapering.

Toen ik met mijn ouders en broers in de zestiger jaren in een Opel Record naar de Veluwe reisde voor een drieweekse zomervakantie in Pension Tajari, wachtte mij niet veel anders: een stalen bedframe met een (betere) deken. Het gaf voldoende illusie.

Veel hotels zijn geweldig cool in de eerste maanden na de opening; daarna veranderen zij vrij snel in een relikwie uit een voorbije periode. Zij blijken telkens niet in staat te zijn dat te voorkomen. Ik kan een willekeurig hotelletje op de Veluwe binnenstappen en mezelf direct weer in de jaren zestig wanen. Het Roode Kooper zal nog steeds inspiratie bieden aan de wat oudere CDA-prominenten. Voor het zakelijke jaren-zestig-gevoel hoef ik alleen maar naar de buitenkant van het Hilton Rotterdam te kijken; dat is meer dan genoeg. Sofitel Den Haag voor begin jaren zeventig; het Kurhaus voor begin jaren tachtig; Inntel Amsterdam voor midden jaren negentig. Het Westin Rotterdam straalt het begin van de 21e eeuw uit, maar alles wordt geklopt door het Marriott Marquis (1000 kamers) dat bij de RAI moet komen: dat hotel heeft nu al zo’n virtuele uitstraling dat het waarschijnlijk niet eens meer gebouwd hoeft te worden.

Dat is pas trendsetting. Ik ben razend nieuwsgierig naar de opvolger!

HM302001

Overig nieuws