Het is een leuk spelletje: jongleren met indicatoren. De inflatie daalt enorm; we zijn onderhand zelfs bang voor deflatie. Dat komt omdat de groei van de economie op nul of negatief staat. Vorig jaar zagen we dat alleen nog maar in de financiële sector. In de krant van vandaag staat dat het vrachtverkeer met 50% is verminderd en dat vervoersbedrijven enorme aantallen mensen ontslaan. Dat het waar is, kunnen we zelf constateren: 10% minder files omdat er minder vrachtverkeer op de weg is. En wie durft vandaag de dag nog een nieuwe auto te kopen?
Dan de werkloosheid als indicator: vorig jaar had Nederland 2,7% werkloosheid; dat gaat gauw verdubbelen. Toch was de economische positie van Nederland sterk bij de aanvang van de crisis en daar hebben we profijt van. Maar toch... Architecten zien het werk met tientallen procenten terugvallen; er is al een grote projectontwikkelaar (Van Hoogevest) omgevallen.
Maar de hamvraag die iedereen bezighoudt is: Zitten we al op de bodem, en wanneer gaan we weer omhoog? Onderzoekers van het IMF concludeerden laatst dat een daling in de kredietverlening wel een voorbode is van afnemende productie, maar dat andersom niet het geval is. De productie stijgt doorgaans al wanneer de kredietverlening nog dalende is. Volgens Morgan Stanley is daarom de groei in de geldhoeveelheid een belangrijke indicator. Aangezien deze de laatste maanden sterk is opgelopen, concluderen zij dat het eind van de ellende in zicht is en herstel snel zichtbaar zal worden. Een sikkeneurig type van Société Generale zegt daarentegen dat neergaande cycli nu eenmaal gepaard gaan met korte oplevingen.
Chagrijn is helemaal in. Ik houd daar niet van en zoek dus graag naar de positieve geluiden. Ik ben altijd zwaar tegenstander geweest van een minister of staatssecretaris voor Toerisme. Maar stel nou eens – alleen voor het argument – dat er wel iemand zo’n functie zou bekleden. Die zou dan bij de minister van Financiën kunnen bepleiten dat er systeemhotels moeten komen: hotels die strikt noodzakelijk zijn om de hotellerie draaiende te houden. De spannende vraag is dan natuurlijk: Welke hotels? De ketenhotels? Of juist die niet?
Maar de vraag blijft, of het wel nodig is. De hotellerie is een 'volgende business', zeggen we altijd. Maar misschien is dat in deze vreemde tijden eens een keer omgekeerd: zodra er weer wat leven in de brouwerij komt, moeten alle CEO's en verkooplieden snel weer overal en nergens (en dus in hotels ) zijn om hun business weer op te starten. Daarmee zou de hotellerie wel eens één van de eerste branches kunnen zijn die het herstel merken. De val die de economie nu maakt is heel diep, maar ik houd me toch maar vast aan de analist van Morgan Stanley. De geldhoeveelheid groeit snel, en daar moet wat mee gebeuren, dus het herstel van de economie zal sneller komen dan we denken.
HM302009