Horecamedewerkers willen dat hun baan een 'gewone' baan wordt, net als in andere sectoren. Een baan met een duidelijke structuur als het gaat om leidinggeven, inspraak, doorgroeimogelijkheden en scholing, want daar ontbreekt het volgens de meerderheid binnen de horeca vaak aan. - Zo luidt de conclusie van 'Het Grote Horeca Debat' dat FNV Horeca de afgelopen maanden voerde in verschillende grote steden.
Ik steun deze conclusie, maar maak er tevens een grote kanttekening bij: het geldt slechts voor een deel (!) van de horecamedewerkers. Generaliserend bekeken is er namelijk - naar mijn overtuiging - sprake van twee hoofdgroepen: de horecamedewerkers die hun werk als echte baan zien, graag carrière willen maken, begeleid willen worden en naar de toekomst willen kijken (daar heeft de FNV het over); en de medewerkers die het werken in de horeca helemaal niet als een carrièrekans zien, maar het vooral beschouwen als een leuke of makkelijke manier om geld te verdienen. En om mensenkennis en werkervaring op te doen!
Die tweede groep bestaat uit mensen die op weg zijn naar een andere carrière: studenten Medicijnen, Economie, Psychologie...; acteurs die dromen van een carrière op de bühne; scholieren die sparen voor een vakantie naar een van de Costa’s. Allemaal mensen die we in de branche buitengewoon hard nodig hebben en die we - mits zij hun vak goed uitoefenen - met open armen ontvangen.
Er is mijns inziens niets tegen om ook deze groep te erkennen. We hoeven er ook niet rouwig over te doen als ze na een paar jaar weer vertrekken. Sterker nog, we zouden helemaal geen plaats en geld hebben om al deze mensen voor altijd bij ons te houden. Ik pleit dan ook voor een veel meer gedifferentieerd personeelsbeleid, waarin beide groepen tot hun recht komen. Laat de werknemer kiezen wat hij of zij wil: een korte-termijn-resultaat met veel netto rendement nu, of een lange-termijn-resultaat met goede resultaten nu en in de toekomst.
Natuurlijk hebben beide groepen recht op een sociale, veilige en inspirerende werkplek. Bij de lange-termijn-groep moet je echter zaken extra doen: pensioen, loopbaanbegeleiding, scholing et cetera. Door de twee groepen te scheiden blijft er bovendien meer tijd over voor de groep blijvers, en kunnen we er ook voor zorgen dat zij daadwerkelijk blijvers blijven!
Natuurlijk moet er een overstapmogelijkheid zijn van de ene naar de andere groep, wanneer iemand tussentijds tot andere inzichten komt. Kortom: erken de verschillen en ontwikkel hierop gericht beleid.
HM302007