Op de spotprent staat een ridder in vol ornaat, getooid in harnas en uitgerust met een stevig zwaard; onmiskenbaar klaar voor de strijd. Een als vertegenwoordiger herkenbaar personage trekt de ridder aan zijn arm en vraagt aandacht voor een nieuw snufje: een heus kanon! 'Ik heb geen tijd voor je verkooppraatjes,' zegt de ridder tegen de kanonverkoper. 'Ik moet een oorlog winnen.'
Met die tekening 'schetste' een softwaregigant de relatie tussen de technologieleveranciers en de gastvrijheidssector; een relatie die wordt gekenmerkt door wederzijds onbegrip. Dit is één van de zaken die aan de orde kwamen tijdens de in Wenen gehouden Eurotechbeurs en het gelijknamige congres. Met name in de aan de beurs voorafgaande denktank kwam dit probleem duidelijk naar voren. In twee aaneengesloten dagen werd een debat op gang gebracht tussen alle betrokken partijen: de leveranciers, de ondernemers en de periferie. Waar komt het onbegrip vandaan?
De technologieleveranciers snappen er niets van. Zij hebben - dat vinden zijzelf ‑ de meest prachtige oplossingen op de markt gebracht. De elektronische conciërge, het supersnelle reserveringssysteem, de internettelevisie, de website ontwerpprogramma’s, de property management systemen, enzovoort.
Ook de hôteliers snappen er niets van. Zij worden 'doodgegooid' met prachtige brochures, wervende presentaties en schreeuwerige tijdschriftartikelen. Wat er in al dat promotiegeweld echter ontbreekt zijn simpele antwoorden op vragen als: wat voegt het toe aan het bestaande aanbod; hoe kan ik geld verdienen met deze applicatie; wat wordt de standaard; hoe lang gaat het mee; hoe maak ik de juiste keuzes?
Uit de discussie blijkt duidelijk dat men elkaars taal niet spreekt. De leveranciers bieden dikwijls oplossingen voor niet gevoelde problemen. Er zijn nogal wat leveranciers die geen idee hebben hoe de Europese gastvrijheidsbranche is opgebouwd. Een mooi voorbeeld daarvan is een leverancier van internettelevisie die vertelde dat hij maandenlang bezig was geweest om het hoofdkantoor van een grote Europese hotelketen als klant binnen te slepen. Toen het uiteindelijk tot een overeenkomst kwam, ontdekte de man dat hij de hele tijd had gestreden om een plek als 'voorkeursleverancier' en dat hij nog aan de slag moest om met elk individueel hotel tot een overeenkomst te komen.
Hôteliers zeggen dat de technologieleveranciers wel mooie praatjes hebben, maar basale vragen over rentabiliteit van investeringen en kosten van opleidingen (van gebruikers) niet afdoende, of geheel niet, kunnen beantwoorden. Met name het gebrek aan internationale standaarden voor datacommunicatieaansluitingen vormt voor veel hôteliers een probleem.
Zo’n discussie als in Wenen is dus zinvol. De dialoog tussen toeleveranciers en afnemers wordt erdoor op gang gebracht. Hopelijk leidt dat tot echte oplossingen. Misschien wordt het ooit vrede.
Auteur: Sander Allegro
HM30JAAR HM301999