Sinds het begin van dit decennium bestaat er een 'hotelstop' in Brugge. Daar kan men begrip voor opbrengen, want op elke straathoek staat een waaier van richtingbordjes met drie of vier sterren. Toch is er onlangs nog een hotel bijgekomen. De meeste verordeningen hebben immers achterdeurtjes. Na een heroïsche strijd met dwarsliggende Brugse schepenen, zwaaiden de deuren van het viersterrenhotel Jan Brito in april van dit jaar open. Volharding gaf de doorslag. En vindingrijkheid natuurlijk.
Ik zal het eerlijk bekennen: op het station van Brugge, ontheemd in het verre België, nam ik eerst een 'sandwich Hollandia'. Na een plesante wandeling door 'het Venetië van het Noorden', pakte ik een pintje in 'Klein Venetië'. Daarna bezichtigde ik de Madonna met Kind (één van de schaarse beelden van Michelangelo die zich buiten Italië bevinden) en bezocht ik de taveerne 'Michelangelo'. Omdat ik niet voorbij wilde gaan aan het Vlaamse erfgoed, stapte ik vervolgens de brouwerij van het Brugse bier 'Straffe Hendrik' binnen. Maar wellicht bent u meer geïnteresseerd in waar ik geslapen heb.
Welnu, door de Blinde Ezel Straat (door, niet als) struinde ik richting Jan Brito, geenszins blind voor de Middeleeuwse deftigheid van het schone Brugge. Gewapend met mijn lange naam betrad ik het voormalig domicilie van barones Susanne de Giey. De naam Jan Brito prijkt nu naast de entree. Een Vlaamse volksheld? Niet echt. Hij was 'slechts' de uitvinder van de boekdrukkunst. Nou ja, één van degenen die aanspraak maken op dat predikaat.
Binnen Blijven
De historie van het zeventiende eeuwse pand (delen zijn ouder) in ogenschouw genomen, is de naam Jan Brito niet slecht gekozen. De barones liet behalve haar stadskasteeltje namelijk ook een omvangrijke bibliotheek aan de stad na - met dien verstande dat in het huis een tehuis (een 'seniorie') voor alleenstaande vrouwen gevestigd moest worden. Het moge duidelijk zijn: de vroede vaderen van Brugge hebben zich, als rechtgeaarde wethouders, weten te onttrekken aan die verplichting.
In café 'Het Schrijverke' heb ik eens ernstig nagedacht over die vijftiende eeuwse Brugs-Bretoense drukker Brito. Ere wie ere toekomt, besloot ik. En zo kwam ik vanzelf bij Luc Verlinde en Tijl Waelput terecht, de twee zakenpartners die 'het project Brito' bedacht en verwezenlijkt hebben. Maar ik zal eerst verklaren waarom ik zoveel nadruk leg op mijn cafébezoekjes.
Jan Brito heeft geen bar van betekenis; en ook geen restaurant. Dat zou ook dwaasheid zijn in Brugge. Het stadje is immers vergeven van de gezellige kroegen, taveernen en brasseries. Binnen blijven is welhaast een vergrijp tegen de plaatselijke cultuur. Wat heeft Jan Brito wel? Marmeren schouwen; een eiken trap; een volledig zichtbaar eiken dakgebinte; achttiende eeuwse beschilderingen; goudleren behang; .... Een twee miljoen gulden kostende verbouwing - die zes maanden geduurd heeft - was nodig om van het beschermde monument een hotel te maken.
Belachelijke eisen
Omdat de schepenen van de stad geen gehoor wensten te geven aan de laatste wens van de barones (betreffende een seniorie), verkochten haar erfgenamen het pand in 1993 aan Verlinde en Waelput. Voordat de verbouwing een aanvang kon nemen, zou er echter nog heel wat water door de Brugse grachten stromen.
'We kregen te maken met een aartsmoeilijk verbouwingsdossier,' vertelt Verlinde. 'Burgemeester en schepenen, Monumentenzorg van de stad, Monumentenzorg van de provincie, Monumentenzorg van de Vlaamse Gemeenschap - weet u hoe ingewikkeld België in elkaar zit? Overal werden we tegengewerkt. Men kwam met ridicule eisen, dikwijls voortkomend uit rancune. Een aantal mannekes kon het niet hebben dat wij met dit project wellicht meer geld zouden gaan verdienen dan wat zij aan salaris vangen. Achteraf is niemand van die ambtenaren ooit komen kijken.'
Aan die anderhalf jaar durende strijd kwam een einde dankzij een sympathieke brandweercommandant. Hij begreep dat een kierende monumentale deur iets anders is dan een moderne glazen tochtdeur; om maar een voorbeeld te noemen. Stilstaand bij de deuren kunnen we het ook hebben over de ophoging van de vloeren. Dat was noodzakelijk voor het plaatsen van detectie- en alarmkabels, elektriciteitsleidingen, verwarmingsbuizen en dergelijke. Aan de onderkant van de deuren mocht echter niet teveel geschaafd worden. Ergo, men heeft de deuren doormidden gezaagd, zodat op een visueel niet storende plek een strook weggehaald kon worden.
Oorspronkelijk zou Jan Brito een driesterrenhotel worden, maar de kosten van de verbouwing werden zo hoog (twee miljoen) dat Verlinde en Waelput eigenlijk geen keuze hadden. Waelput: 'De bestaande ruimtes op de eerste verdieping moesten behouden blijven; die mochten we dus niet gaan opdelen. Daardoor konden we in totaal niet meer dan achttien kamers creëren. Ons bleef geen andere keuze dan duurdere kamers te maken.' Verlinde: 'Dit historische gebouw leent zich bovendien meer voor een viersterrenhotel. Het decoreren van dit gebouw naar het niveau van vier sterren kostte relatief weinig.'
Shoppingpolitiek
Jan Brito promoveerde dus naar de Eredivisie. Daar is de concurrentie het hevigst, de competitie het zwaarst. 'Met dit historische monument kunnen we ons inziens de concurrentie aan,' aldus Verlinde. 'De mensen die Brugge omwille van de cultuur en de geschiedenis bezoeken zullen gecharmeerd zijn van een hotel als dit.'
Met die uitspraak zijn we bij de doelgroep aangeland. Oorspronkelijk stond Verlinde een ander soort gast voor ogen: 'In het begin wilden we een zo hoog mogelijke bezettingsgraad halen. Dat wilden we bereiken door ons te profileren als het goedkoopste viersterrenhotel. Daar zijn we van afgestapt. We moeten niet de concurrentie aangaan met doorsnee viersterrenhotels. Jan Brito is anders. We richten ons doelbewust op de gasten die zo'n monument kunnen appreciëren. Geen concessies derhalve richting touroperators. We werken niet mee aan de algemene verloedering van 'shoppingpolitiek'.'
De laagste kamerprijs is Bfr 3.200,-; de hoogste 5.500,-. Geen twee kamers zijn gelijk in dit oudtijdse gebouw. Een paleisachtige suite, een pronkkamer of een comfortabel vertrek direct onder de eiken binten; u zegt het maar. De voormalige kamer van de barones is ook beschikbaar.
Het spreekt vanzelf dat zo'n pand ook zijn beperkingen heeft. Deuren die met magneetstripkaarten, 'Santelpennen' of andere informatiedragers geopend kunnen worden; dat zit er niet in. Monumentenzorg zou een rolberoerte krijgen. De geluidsisolatie wil hier en daar ook wel eens iets te wensen overlaten, maar vermits de gasten niet tot het type 'Ma Flodder' behoren, zal dat geen noemenswaardige problemen geven.
Te verwaarlozen
De entree is bescheiden: een glazen deur met daarachter een kleine balie, direct links. De salon rechts - de ontbijtruimte - wekt daarentegen grootse verwachtingen. De lift hoort nu eenmaal bij het viersterren-niveau, maar de eiken trap met loper is veel deftiger. Op de eerste etage heeft de gast alle ruimte: Franse grandeur; fauteuils en portières. Een moderne, kale trap, vrijmoedig geplaatst tussen lambrizeringen en gemarmerde wanden, leidt naar de tweede verdieping. Daar bevinden zich knusse kamers met zithoekjes en eeuwenoude balken. Het bed is er de meest comfortabele plaats. De TV zweeft boven het voeteneinde; de AB (afstandsbediening) ligt binnen handbereik. De badruimte ademt luxe - op elke kamer. De minibar is goed gevuld.
Hoe zit het eigenlijk met 'diefachtige gasten' in België? Loopt het de spuigaten uit, zoals in Nederland - als we de Vakantieman en de door hem opgetrommelde hoteliers mogen geloven? Verlinde heeft er in zijn vorige twee hotels weinig van gemerkt. 'De onkosten door schade en diefstal waren te verwaarlozen,' zegt hij. 'Ik hoefde er zelfs geen rekening mee te houden in de budgettering.'
Waelput: 'De gast moet het gevoel hebben dat hij waar krijgt voor zijn geld. Onderling vertrouwen speelt daarbij een grote rol. Vandaar dat we ook niet staan te springen om te gaan automatiseren: het persoonlijke contact met de gast staat bij ons voorop.'
Over een uitbreiding van de faciliteiten wordt nog wel gedacht. 'De status van een hotel is gebaseerd op de gemeenschappelijke ruimten,' stelt Verlinde. 'We kunnen naar achteren toe nog uitbreiden. Een sauna is misschien wenselijk, en een 'fitness-ruimte'.'
Ach ja, hoe zat het ook al weer met die hotelstop? Formeel is Jan Brito, geloof ik, een uitbreiding van een al bestaand, klein hotelletje. Enfin, het is een aanwinst voor Brugge, dus wie wil er moeilijk doen?
Auteur: Jason van de Veltmaete
HM30JAAR HM301995