Wat is een ideale zomer en waaraan meten we dat eigenlijk af? Baseren we ons oordeel op het gemiddelde zomerweer dat hoort bij ons Nederlandse zeeklimaat, of laten we ons toch stiekem verleiden tot een vergelijking met het mediterrane klimaat dat minder wisselvallig is en hogere temperaturen kent?
Het is onmiskenbaar waar dat wij het Nederlandse klimaat massaal vervloeken na een verregende vakantieweek in eigen land, en om verkoeling roepen bij de eerste tropische dagen. De tv bericht dagelijks over onze wisselende stemmingen. En als consumenten spreken over een ideale zomer, wordt die mening dan gedeeld door de horecaondernemers?
Niet zo overheersend...
Het antwoord is niet eenduidig te geven, zoals je van een half gevuld glas ook kunt zeggen dat het half leeg is. De zomer van 2001 pas uitstekend bij die vergelijking. Hij behoort tot de warmste zomers van de afgelopen honderd jaar, maar zal tegelijkertijd de geschiedenis ingaan als een van de natste zomers. Die schommelingen in de weerstatistieken zijn ook terug te vinden in de voorlopige omzetcijfers van de Nederlandse horeca; dat blijkt uit een bliksemenquête van het bedrijfschap Horeca en Catering. Bijna veertig procent van de ondernemingen behaalde een hogere omzet dan vorig jaar; voor bijna vijftig procent was de zomer van 2001 niet beter of slechter dan die van 2000, en bij een kleine twintig procent van de ondernemingen was er sprake van een omzetdaling.
De grootste stijgers zijn vooral te vinden onder de drankverstrekkers; de grootste dalers onder de logiesverstrekkers. En wat was de invloed van het weer? Zowel de bedrijven met een aanzienlijke omzetstijging als bedrijven met een omzetdaling noemen het weer als belangrijke oorzaak. Het glas is dus inderdaad half vol en tevens half leeg. De invloed van het weer is minder overheersend dan in brede kring wordt aangenomen. De Scheveningse strandtenthouder Michiel Versprille zegt er, in een reportage over de economie van de badplaatsen in Elsevier, dit van: ‘Mooi weer is de slagroom op de taart.’
Extra personeel
Uit de enquête van het bedrijfschap blijkt in ieder geval dat deze zomer op vrijwel alle fronten uiteindelijk hogere rapportcijfers haalt dan de zomer van 2000. Zo’n dertig procent van de ondernemers registreerde een toename van het aantal eet- en drinkgasten. Hetzelfde geldt voor de overnachtingen. Ook het bestedingsbedrag per klant lag hoger.
De horeca doet traditiegewijs in de zomermaanden een zwaarder beroep op de arbeidsmarkt. Met een optimistische zomerblik was een kwart van de ondernemingen voor de maanden juli en augustus op zoek naar extra personeel, en dat was geen gemakkelijke zoektocht. Binnen alle sectoren gaven ondernemers aan dat het aantrekken van extra personeel voor de bediening en de keuken even moeilijk of nog moeilijker was dan vorig jaar.
HM302001