‘Te midden van de paarse heiden, waar samenstromen Mark en Aa’… Zo begint een lied uit 1929 dat sinds september 1991 het officiële volkslied van Breda is. Twee rivieren dus, en iedereen die ‘de parel van het zuiden’ een beetje kent, weet dat het Kasteel van Breda aan een haventje ligt. Iedereen die de vaderlandse geschiedenis een beetje kent, weet dat de Spanjaarden uit dat kasteel verdreven zijn door de watergeuzen middels een Paard-van-Troje-actie. Jawel, middels het Turfschip van Breda. Hotel Het Scheepshuys ligt echter niet aan het water.
Eerst maar iets over de blinkende blikvanger op het dak: een vergulde windwijzer in de vorm van een schip. Het charmante gebouw waarop die windwijzer prijkt, hoorde ooit bij de Hero-fabriek (van: Henckel und Roth), destijds gelegen aan de overkant van de straat. De directeur liet het in 1927 neerzetten voor zijn zoon. Deze jongeman was verliefd op iemand van beneden zijn stand, en zij had iets met scheepvaart. Dat ‘iets’ is onbevredigend vaag, maar de mondelinge overlevering in Breda heeft zich in dit verhaal gericht op de romantiek, niet op banale details. Zoonlief trad gehoorzaam in het huwelijk met een dame van de door pa gewenste komaf, maar zette wel als huwelijkscadeau deze windwijzer op het dak. Zo zegt men. Het was misschien (!) een ode aan de ware liefde.
Uiteindelijk kwam de villa voor langere tijd leeg te staan, totdat het als pension aan een nieuw bestaan begon. Dat was zo’n zeventien jaar geleden. In de volksmond heette het gebouw ‘de villa met het schip’. Het huidige boutique hotel heeft in het beeldmerk een hartje met een anker; de goudkleur verwijst naar de windwijzer op het dak.
Suzanne Kranse is hier in april 2017 als hotelier begonnen. Zonder een hotel op haar cv. Weliswaar had zij zich vroeger voorgenomen om de hotelschool te gaan doen, maar het liep anders. “Ik wilde per se naar de Hotelschool Den Haag, maar kwam niet door de selectie,” vertelt zij. “Maastricht idem. Toen ben ik maar naar Amerika vertrokken voor een jaartje highschool. Al met al heb ik drie jaar in Minnesota gewoond. Daar kwam ik terecht via een uitwisselingsprogramma voor studenten. Na terugkomst ging ik de opleiding Leisure Management in Leeuwarden volgen (afgerond 1999). Daarna heb ik een management masters gedaan aan de NHTV in Breda.” (Nu Breda University.)
Het bedrijfsleven - om precies te zijn: de marketing - deed haar twaalf jaar lang de hotellerie vergeten. Suzanne werkte als freelancer in de financiële wereld. “Maar na een tijdje drong het besef door dat ik eigenlijk iets anders wilde,” zegt zij met een filosofische ondertoon. “Ik wist, als ik nu geen knopen doorhak, komt het er nooit meer van. Even knipperen met je ogen, en je bent tien jaar verder. De tijd snelt onbemerkt voorbij. Ik heb toen radicaal de stekker eruit getrokken. Wie niet waagt, die niet wint.”
Suzanne vestigde zich in Breda. Vervolgens ging zij met een makelaar praten. Haar oogmerk: een eigen hotel. Verklarend: “Als je een eigen bedrijf begint, is het niet relevant dat er geen hotel op je cv staat.”
Het Scheepshuys stond in de verkoop. De koopprijs was voor Suzanne niet op te brengen, maar de eigenaar stond open voor een huurconstructie. Die huurovereenkomst bestaat tot op de dag van vandaag. Inmiddels is er flink in het hotel geïnvesteerd, want veel was verouderd (jarenlange leegstand) of sleets. Bovendien stond Suzanne geen pension, maar een boetiekhotel voor ogen. “Het moest sfeervol en stijlvol worden,” memoreert zij. “Dit is tot stand gekomen dankzij de samenwerking met een grafisch ontwerper, een interieurarchitect en de eigenaar van een verfwinkel. Het was een heel fijne samenwerking.”