Sommige dingen veranderen sterk, sommige helemaal niet. Omdat ik zelf jarenlang in de Kloosterkerk in Den Haag met veel plezier heb meegewerkt aan Cantatediensten (organiseren, niet zingen) wilde ik graag de doopdienst van prinses Ariane op televisie zien. Het werd me weer helemaal duidelijk waarom kerken leeglopen. De zalvende stem van de dominee was bijna nog erger dan in de kerk waar ik 40 jaar geleden naar moest luisteren. Het tergend slome tempo, de begrafenismuziek, de hypocriete teksten werden gecompleteerd door de grenzeloos oubollige kleding van de kinderen. De kerk is stil blijven staan in een turbulent veranderende tijd. De inhoud is goed, de vorm is puin.
Zo’n 40 jaar geleden ging Turks Fruit in première. Naar aanleiding van het overlijden van Jan Wolkers werd die film nog weer eens uitgezonden. Dan zie je hoe Nederland, Amsterdam, de mode en de moraal is veranderd in die periode. 40 jaar geleden was mobiele telefoon nog een utopie, internet bestond niet. ‘De’ Nederlander bestond wel, die is geen moer veranderd en zat afgelopen zaterdag in de Kloosterkerk. Over inburgering gesproken, menig allochtoon kan er een puntje aan zuigen. Hoe kan een woeste Argentijnse zo veranderen in een dorre Hollandse uit het begin van de vorige eeuw, met hoedje.
Wat is veranderd, wat niet? De Vorm is soms anders, de Inhoud is hetzelfde. En ook dat moet je genuanceerd zien. In de hotellerie was 40 jaar geleden Holiday Inn revolutionair, nu fysiek nog ongeveer hetzelfde. Accor begon in 1966 met een Novotel en maakte furore, de Novotels van nu zijn ook fysiek nog ongeveer hetzelfde; het zijn er alleen veel meer. Dat betekent op zich natuurlijk dat het concepten zijn is die zich bewezen hebben en met wat kleine aanpassingen door de tijd kunnen overleven. Op de achtergrond zijn daarentegen bergen verschoven. Eigenaars zijn overgenomen, hebben verkocht of zijn samengegaan. Naast het ene merk kwam een familie van vergelijkbare merken, de organisatie per hotel veranderde in een organisatie per stad of zelfs per land, de marketingaanpak veranderde meer dan 100% met de nieuwe communicatiemiddelen. Aantallen groeiden en groeiden en de bedrijven groeiden in de industrieketen naar boven, naar beneden en in de breedte. Zoals de Nederlands Hervormde Kerk zich voor de jaren 60 bezig wist te houden met splitsing na splitsing en zo de mensen erbij wist te betrekken – je moest er altijd iets van vinden dus je was wel op de hoogte – zo vullen de hotellerie en andere bedrijfstakken dit gat in nadat de kerk is stil blijven staan en daardoor leegloopt.
Maar ‘De ziel gaat te paard’ schrijft Mulisch in Het Stenen Bruidsbed. Langzaam beseft de hotellerie zich ook dat er nu stilstand dreigt als we alleen maar de brands laten groeien naar alle kanten. We hebben al een tijdje nieuwe concepten nodig. Andere visies op hotellerie die volledig zijn gebouwd op de nieuwe Vorm van communicatie. Concepten als Yotel, Qbic, en CitizenM laten daar een begin van zien met een generatie van ‘Smart’hotels in het middensegment. Maar Nederland, en Amsterdam in het bijzonder, heeft grote behoefte aan nog meer diversiteit in het fysieke product. We wachten met smart op het Smarthotel in het topsegment.
HM302007