Drie zeer verschillende inrichters geven hun kijk op de inrichting van hotels. Wat kunnen we in de toekomst verwachten op het gebied van hotelinrichting? Over renoveren en zekerheden als ‘nieuwe huiselijkheid’, diversiteit en herkenbaarheid of een strak minimalistisch interieur met LED en metallic.
Minimalistisch, strak interieur
“De trends op het gebied van hotelinrichting blijven internationaal gezien gelijk: het kleurgebruik van hotelkamers gaat meer richting grijs, wit, glas, metallic en een licht interieur, met veel LED-verlichting. Dit alles in een minimalistisch, strak interieur vormgegeven.” Dit zegt Han van de Wouw, eigenaar van Van de Wouw hotelinrichting. Volgens hem is deze trend ook in Nederland op gang gekomen: “Het is echter de vraag of de nuchtere Nederlandse hotelgast het (te) strakke en soms ongezellige interieur begrijpt en blijft accepteren.” Hij krijgt geregeld signalen dat Nederlandse hotels weer steeds vaker gaan voor ‘gezellig’ en ‘landelijk’. Van de Wouw: “Ik zie dat als het regelrecht afzetten tegen de koude, strakke en minimalistische trend.” De opvallende trends van voorgaande jaren (± 1995 tot 2003) bestonden volgens hem met name uit warme meubeltinten als mahonie en kersenhout gecombineerd met rood, geel, blauw en groen. De interieurinrichter noemt als toonaangevende hotels onder meer Hotel Bornholm op Terschelling, Hampshire Hotel Trivium in Etten-Leur en het Amadore Grand Hotel De Kamperduinen in Kamperland. In de kamers van deze hotels, allen ingericht door Van de Wouw, word je ‘omarmd’ door een smaakvol interieur (ondanks dat ze in stijl totaal verschillen). “De kenmerken van onze kamerinrichting zijn allereerst de Duitse kwaliteit van de inrichtingselementen en een ergonomisch ingerichte kamer. De meeste hotelgasten voelen zich thuis door het eigentijdse, gezellige interieur. De gast verwacht allereerst dat de hotelkamer schoon is en met zijn tijd meegaat. Als de inrichting deze basiselementen niet bevat, ziet men de bezetting dalen. Voor de toekomst denk ik dat LED-verlichting, grotere flatscreens (met multimedia toepassingen) en een betere controle over de vaak te hoge temperatuur in de kamers een grote rol gaan spelen.” Van de Wouw vindt dat een goed bed en een goede/grote televisie niet mogen ontbreken. “De hotelgast wordt steeds veeleisender en wil worden verwend met een hotelkamer die meer of tenminste hetzelfde biedt als de (slaap)kamer thuis,” stelt Van de Wouw.
Op zeker spelen
“De inrichting van hotels gaat op het gebied van interieurontwerp en –fabricage terug naar zekerheden als gezelligheid, herkenbaarheid, nieuwe huiselijkheid en een ‘brasserieachtige’ inrichting van hotels,” vertelt art-director Michel Ruijgrok van E.S.T.I.D.A. “Dat zie je bijvoorbeeld in New York, waar veel hotels kiezen voor mahoniehout en zwart-witte vloeren. Dankzij de crisis spelen hotels ook qua inrichting op zeker.” Ruijgrok: “Wij gaan mee met deze ‘flow’, we zijn niet extreem trendsettend maar wel alert op wat er wereldwijd gebeurt en vertalen dat door naar onze ontwerpen. We horen vaak dat ‘E.S.T.I.D.A-hotels’ te herkennen zijn aan de verscheidenheid aan materiaal- en kleurgebruik. Wij richten verschillende typen hotels in en doen dat nooit op ‘een standaard manier’. Een voorbeeld van onze bijzondere stijl is te vinden in het Fashion Hotel in Amsterdam dat vorig jaar geopend is. Dat hotel hebben we heel herkenbaar ingericht waardoor het goed loopt. We zijn nu bezig met de eerste plannen voor Golden Tulip Papendrecht. Dat gaan we ook eigentijds neerzetten; het wordt verre van truttig.” Ruijgrok signaleert dat er momenteel veel hotels gerenoveerd worden. “Hotels hebben zoiets van: als we nu niks doen dan kunnen we het wel vergeten als de crisis helemaal voorbij is. Grand Hotel Beatrix hebben we versneld gerenoveerd. Had het hotel eerst vooral een provinciale uitstraling, nu is het helemaal up-to-date.” Ruijgrok merkt op dat er in de budgetten gesneden is. Er moet tegenwoordig meer gebeuren voor minder geld. “Dat went wel, je moet alleen met goede alternatieven komen, bijvoorbeeld andere materiaalkeuzes dan voorheen.” In de toekomst verwacht de art-director dat mensen meer met het verantwoord bouwen en inrichten van hotels aan de slag gaan. “Alhoewel, je moet je afvragen of dat zo blijft, misschien is het een modegrill net als de hype van duurzaam eten. Op het gebied van inrichting verwacht Ruijgrok ook in de toekomst dat we teruggrijpen naar de natuur. “Ik verwacht veel natuurlijke materialen en geen extreme luxe. Vooral functionaliteit is erg belangrijk. Wij zijn daarom altijd bezig met de functie van de ruimte en met wat voor soort hotel het is. In een zakenhotel moeten mensen zich bijvoorbeeld ook op hun gemak voelen als ze in hun eentje aan de bar zitten.”
Het gevoel staat centraal
“Ik werk niet vanuit trends maar vanuit ‘de experience’, ofwel het gevoel dat de gast moet krijgen als hij het hotel binnenstapt. Dat begint al bij de website en de belofte die het hotel uitstraalt. Per hotel is deze experience heel verschillend. Bij de Stayokay hostels die ik heb ingericht verwacht de gast bijvoorbeeld eenvoud, duurzaamheid en een bepaald ‘basiscomfort’, bij een 5-sterren hotel moet veel meer aandacht voor comfort zijn,” vindt designer Edward van Vliet, eigenaar van SEVV BV. Sleutelwoorden zijn tegenwoordig duurzaamheid, authenticiteit en sustainability, zo stelt de designer. Van Vliet: “Het is pure noodzaak dat hotels denken vanuit ecologische waarden en groene gedachtes. Dit waait niet over maar nestelt zich eerder in het DNA van hotels.” Internationaal gezien ziet hij buiten de stad veel resorts optrekken terwijl er meer cityhotels verrijzen in de steden. De omgeving van een hotel wordt steeds belangrijker. Zo gebruiken veel Nederlandse hotels eten en drinken uit de regio. In de toekomst worden hotels specifieker en ontstaat er meer diversiteit bij hotelketens. Van Vliet: “Deze verandering is ingezet door de boutique hotels; steeds meer ketens, zoals de Carlton Hotel Group, exploiteren zeer verschillende soorten hotels.” Het thuisgevoel en de warme uitstraling zijn kenmerkende factoren voor de hotels die door Van Vliet ontworpen zijn, zoals Hotel Derlon in Maastricht en NL Hotel in Amsterdam. “Ik probeer het ook altijd zo ruimtelijk mogelijk te houden en verrassend te zijn. Het is net even anders in de Coral Lodge in Mozambique door een karpet onder het bed in plaats van gewoon tapijt. Verder gebruik ik geen tl-verlichting: ik ga voor architectonisch licht. Voor de inrichting van Stayokay stond duurzaamheid op de eerste plaats. Ook is het belangrijk dat het de ‘tand des tijds’ overleeft. Daarom heb ik met basisproducten en duurzame materialen gewerkt. Bijvoorbeeld speciaal ontworpen bedlinnen, wanden, gordijnen en marmoleum dat warm en rijk oogt. Een grote hanglamp met eenzelfde patroon midden in de kamer zorgt voor een huiselijke, prettige sfeer.” Van Vliet vindt het Mandarin Oriental in Barcelona, ontworpen door Patricia Urguiola, een goed voorbeeld van een hotel waar beleving, gevoel en service samenkomen. “Die entree alleen al: één lange catwalk, geweldig!”
HM302010
