Pim Verver en Marja Kerst vormen het bedrijf Travelingo.Net. Zij hebben van een gedeelde passie ‘werk’ gemaakt. Die passie - het maken van fietsreizen - begon op een zadel in de Griekse bergen: na deze eerste langere fietsreis waren ze verslaafd. Nog nagenietend van de mooiste fietsroutes in Tasmanië en Nieuw-Zeeland, borrelen alweer nieuwe plannen op. Enige jaren geleden hebben ze hun liefhebberij en werk gcombineerd. Pim en Marja publiceren artikelen en leveren bijdragen aan uitgaven binnen de reissector. Hun gezamelijke ervaring en expertise op het gebied van de journalistiek, internet en ICT komen uitstekend van pas. Ook ‘thuis’ zijn ze nu vaak op pad. Het publiceren over hotels, fietsroutes, wandelroutes, musea en restaurants voert de twee naar alle hoeken van ons eigen land. En voor deze winter staat Zuid-Afrika op het programma. Aan deze ervaren reizigers de vraag: ‘Hoe is het gesteld met het interieur en de inrichting van Nederlandse hotels?’
Waar letten julie op bij het binnengaan van een hotel?
Allereerst het pand zelf: is het een historisch of modern gebouw, zijn er eventueel moderne gedeeltes aangebouwd en ziet het er verzorgd uit. Afbladderende verf voorspelt niet veel goeds... Bij aankomst in het donker: is de ingang voldoende verlicht, anders heb je het gevoel door een donkere tunnel heen te moeten. Dat is niet echt uitnodigend. Ook de directe omgeving speelt een grote rol. Is de tuin goed bijgehouden; staan er ergens vuilniszakken in het zicht, enzovoort.
Is er gezocht naar een interieur dat bij het pand aansluit, of vormt het juist een contrast. Bijvoorbeeld strak en modern in een historische boerderij. Is de uitstraling knus, warm, of meer statig en deftig? Statig en chique kan heel mooi zijn en imponeren, maar een lege hal waar je eerst een heel traject over een duur Perzisch tapijt moet afleggen voordat je de balie bereikt, is ook niet prettig. Liefst de receptie bij binnentreden direct in het vizier. Privacy is een pré: geen zithoek pal naast de balie.
Het personeel: het komt voor dat je met een blik van ‘wat kom je doen’ wordt benaderd. Onze ervaring is over het algemeen goed, met meer uitschieters naar boven dan naar beneden. Bij de selectie voor deze hotelgids telt dit niet zwaar mee, omdat dergelijke indrukken eenmalig kunnen zijn en de gids streeft zoveel mogelijk objectiviteit na.
Persoonlijke afknapper: wij arriveren altijd op de fiets en maken soms mee dat we vanaf het eerste moment met een zekere laatdunkendheid getaxeerd worden. Dit voelt uitermate onprettig en zegt het een en ander over de heersende mentaliteit binnen het bedrijf. Soms draait dit snel bij. En ook hier geldt: er zijn meer uitschieters naar boven dan naar beneden.
Vinden jullie de ontvangst/hal over het algemeen uitnodigend?
Het varieert. Een vrij lege en statige hal, met een grote afstand tussen ingang en receptie, kan een ongemakkelijk gevoel geven. Het andere uiterste komt ook voor: de receptie ligt verscholen tussen de vitrinekasten en foldermolens in een te volle ruimte. Hinderlijk vinden we een bar die ook dienst doet als receptie.
In onze ervaring speelt de ontvangst door het personeel een grotere rol dan het interieur. Personeel kan tekortkomingen op andere vlakken compenseren. Er zitten in Nederland ware kunstenaars tussen, die je zonder al te veel nadruk het gevoel geven heel welkom te zijn.
Zijn Nederlandse interieurs eigentijds?
In de zin van ‘modern’ verschilt dat nogal. Er is een ‘onderkant’, waar het interieur uit de jaren vijftig of zestig lijkt te stammen. De schilderijtjes - waaronder soms het ‘beroemde’ huilende jochie - zijn sinds die tijd niet van de muur geweest. Deze hotels behoren niet tot het segment dat in de gids is opgenomen. Dit geldt ook voor hotels met een zakelijke insteek; de hotelgids is daar in wezen niet voor bedoeld.
In de topklasse tref je vaak een inrichting aan waarin een harmonieuze mix van eigentijdse en klassieke elementen de sfeer bepaalt. Antiek meubilair, marmer, glas en hedendaagse kunst zijn met zorg uitgezocht. Kosten noch moeite worden gespaard. Het interieur lijkt los te staan van tijd en plaats.
Het omvangrijke ‘middensegment’ kent klantgerichte en gepassioneerde eigenaars die veel werk besteden aan het interieur. Ze geven het een persoonlijke en bijzondere uitstraling mee. Die persoonlijke invulling ervaren wij als iets van deze tijd.
Het sanitair is vrijwel overal aangepast aan de huidige opvattingen over comfort.
Veel hôteliers proberen een ‘gezellige, huiselijke sfeer’ te creëren. Vinden jullie dat ze daarin slagen?
In de zin van een warme en gastvrije sfeer: zeker. Maar een hotel blijft een hotel. Het creëren van hoekjes en het neerzetten van kamerplanten, een centrale leestafel et cetera kan heel gezellig ogen, maar het wordt daardoor geen thuis. Dit lijkt ons iets heel persoonlijks: zo ervaren wij het en we vinden het ontbreken van een zogenaamd thuisgevoel ook geen echt gemis. Een hôtelier hoeft daar dus niet per se naar te streven. Er is een duidelijk verschil tussen gast zijn en thuis zijn. Dat is nu juist de charme van logeren in een hotel. Een verblijf in een hotel hoort een belevenis te zijn. Voor hotels moet de term ‘warm’ gelden. Dit is iets anders dan ‘huiselijk’.
Vinden jullie dat hôteliers werk maken van hun inrichting?
Jazeker! In veel - natuurlijk niet alle - hotels wordt uitgebreid werk gemaakt van het interieur. De kamers en suites hebben een eigen uitstraling en kleurstelling; de verlichting is bijzonder; er worden kosten noch moeite gespaard om er een harmonieus en speciaal geheel van te maken - met oog voor kleine details. Dit geldt zeker niet alleen voor de tophotels.
Waar krijgen jullie koude rillingen van, bij het binnenstappen van een hotelkamer?
Haren in het doucheputje. Dit is wel eens voorgekomen. Vlekken op de sprei en een muffe geur, die nog net wordt overvleugeld door de synthetische spray die als ‘verfrissing’ ter hand is genomen.
Wat is de meest gemaakte inrichtingsfout?
Lastig om er een uit te lichten. Het zijn veelal praktische zaken die tot ergernis leiden, zoals:
te veel meubilair in een te kleine ruimte, zodat je je in allerlei vreemde bochten moet wringen. Deuren die naar de verkeerde kant open gaan, zodat je partner ijlings uit zijn stoel moet opstaan als jij de deur naar de badkamer wil openen. Gordijnen die te veel licht doorlaten. Stoelen die werkelijk prachtig zijn om te zien, maar niet comfortabel zitten. Geluidsoverlast!
Wat is het belangrijkst?
Praktisch gezien: schoon, voldoende ruimte, goede verlichting. Qua sfeer: niet te kil en een niet te nadrukkelijk aanwezige efficiëntie. Harmonisch, met wat opvallende elementen. Een inrichting met een persoonlijke toets vinden we erg leuk; dat mag best uitgesproken zijn.
Zijn de bedden over het algemeen van goede kwaliteit?
Ja, dat vinden wij wel. De matrassen zijn meestal goed: niet te hard en niet te zacht. Wel worstelt Pim af en toe met te korte bedden, met name als er een opstaande rand is aan het voeteneinde. Maar er komen steeds meer hotels waar men rekening houdt met lange mensen, is onze indruk.
En hoe is het met de badkamer gesteld?
Over het algemeen zeer goed: van comfortabel tot luxe. Vaak is er een dubbele wastafel aanwezig, is de ventilatie in orde, is er een föhn, zijn er goede electrische aansluitingspunten en is er een aparte douche en bad. Een paar puntjes van kritiek: regelmatig is er te weinig ophangruimte voor de handdoeken. Ook geldt voor het bad soms hetzelfde als voor het bed: langere mensen kunnen er hun draai niet in vinden. Ze zijn te kort.
Zijn jullie wel eens een hotelbar tegengekomen die er zo aantrekkelijk uitzag dat jullie besloten om daar maar eens een avond door te brengen?
Nee, niet dat er geen aantrekkelijke bars zijn in Nederlandse hotels, maar wij zijn altijd aan het werk tijdens een hotelbezoek. Na de avondmaaltijd werken we nog een paar uur door op de kamer aan de route van die dag - die nog moet worden ingetekend op de kaart -; die ene tekst die nog af moet voor de deadline... In het buitenland zitten we vaak wat ruimer in onze tijd.
Kunst wordt volop aan muren gehangen; vaak heel ‘veilig’ en ‘onuitgesproken’. Iedereen moet het tenslotte aardig vinden. Nodig?
Iets aan de muren is nodig, maar het mag, wat ons betreft, meer uitgesproken. Er zijn hotels in Nederland die de toon zetten; dat vereist enige durf. Die hotels zijn vaak een expositieruimte voor kunstenaars uit de omgeving; soms is de eigenaar zelf kunstenaar is. Kunst kan uitgesproken en inspirerend zijn, zonder te overheersen of te shockeren.
Steekt de Nederlandse hotellerie gunstig af tegenover buitenlandse hotels?
Wij komen er zeker niet slecht vanaf als we in economisch vergelijkbare gebieden of buitenlandse grotere steden verblijven. Maar sommige van de landen die wij hebben bereisd lenen zich moeilijk voor een vergelijking. Dan is in Nederland alles comfortabeler en luxer. Wat tijdens onze laatste reis in Nieuw-Zeeland opviel, is dat daar de gastvrijheid bijna altijd een ‘warme douche’ is - niet gespeeld. Wellicht is dat een verschil tussen verstedelijkte en dunbevolkte gebieden. In dunbevolkte gebieden is men meer afhankelijk van elkaar, en is er meer aandacht en tijd.
Toplijst Nederlandse hotels. Overeenkomstig het criterium van landelijke dekking (van de Capitool Reisgids), voor elke provincie één hotel.
HM302002