Jan Mestriner, geboren en getogen in Heerlen, geldt als 's werelds beste - en best betaalde! - hotelmanager. De afgelopen jaren was hij openingsmanager van het befaamde The Palace of the Lost City (in Sun City, nabij Johannesburg) en van het al even hoog aangeslagen The Table Bay at the Waterfront (Kaapstad), een hotel dat behoort tot het selecte gezelschap The Leading Hotels of The World. Tussendoor richtte hij de fameuze Blue Train opnieuw in. Voor The Sun International hotelgroep ontwikkelt hij alweer twee nieuwe hotels.
Mestriner: 'In Zambia kocht Sun International een Inter-Continental hotel aan de Zambia rivier, dat we momenteel verbouwen en "upgraden". Even buiten Durban bouwen we Hotel Zimbali. Het eerste dragen we voor als lid van The Leading Hotels of The World; het tweede als lid van Relais et Château.'
Voor zijn doen werkt Mestriner al lang voor dezelfde firma: Sun International. 'Ik maak afspraken per nieuw te openen hotel. Ik ben dus niet in dienst van Sun. Ik kies telkens voor een project. Tophotels in de wereld zetten; dat is mijn expertise. Wie mij daarvoor wil inhuren, mag altijd bellen.'
Pistool
Zijn talent omschrijft hij met één woord: visie. 'In elke bedrijfstak heb je mensen nodig met visie en leiderskwaliteiten. Dat zie je bijvoorbeeld heel duidelijk bij Philips. Michael Schumacher logeerde laatst bij me. Die heeft dat op zijn terrein ook. Visie is een eigen manier van denken; je eigen weg gaan. Ik bewandel geen platgetreden paden. Als ik een bouwtekening van een hotel zie, heb ik de inrichting al in mijn hoofd. Dan leeft dat hotel voor mij al.'
Mestriner benadrukt dat hij nooit alleen verantwoordelijk is voor het succes: 'Ik heb altijd een groep goede mensen om mij heen waarvan een aantal met mij de wereld rondtrekt. Het zijn mensen die, net als ik, alleen voor de top willen werken. De financiële beloning is niet mijn belangrijkste drijfveer. Ik wil mijzelf gewoon telkens bewijzen. Toen ik de Blue Train herinrichtte, stelde ik daarvoor een vergoeding vast. Men vroeg mij vervolgens om een urenverantwoording. Daarop zei ik: "Je koopt geen uren, je koopt een denkwijze. En ik ga door tot het project er is zoals ik het wil hebben. Het maakt niet uit hoeveel uren dat vergt." Als ik aan een project begin, schrijf ik een soort boek over hoe ik het wil hebben. Dat moet mijn opdrachtgever dan maar accepteren.'
Hij werkt met niet geringe budgetten: 600 miljoen gulden voor de bouw van het Sun City hotel; 75 miljoen voor de renovatie van de Blue Train. 'Ik weet hoe ik het geld moet uitgeven, maar ook hoe ik het weer moet laten binnenstromen. Ik weet hoe ik gasten moet binnenhalen, en ik heb natuurlijk goede marketing mensen om me heen. Ik schiet niet met veel hagel op mijn doelgroep, maar gericht; met een pistool op elke potentiële klant.'
Mestriner biedt zijn gasten topkwaliteit voor hun kamerprijzen. 'Mijn doelgroep is best bereid 800 gulden per nacht te betalen voor een kamer, en 10.000 gulden voor een suite. Maar je moet er ook wel wat voor teruggeven: linnen van topkwaliteit bijvoorbeeld. De kamer wordt driemaal per dag verzorgd, en wie een suite bestelt, heeft een eigen butler tot zijn beschikking. Alles moet het beste van het beste zijn. Dus géén marmelade uit een plastic bakje, maar topkwaliteit van eigen huis. En mixdranken maak je met topwijnen en echte Champagne. Je moet je goed voelen, zelfs als je naar het toilet gaat.' Omdat hij in Zuid-Afrika geen plezierig toiletpapier kon krijgen, liet hij het maken: drie lagen dik. 'Natuurlijk, dat is duurder, maar het voldoet wel aan de verwachtingen van mijn gasten.'
Koninklijke tenen
De luxe begint ook voor het personeel bij binnenkomst. Het personeelsrestaurant in het Sun City Hotel kostte 2,7 miljoen gulden. 'We noemen onze medewerkers ook niet personeel, maar "associates". In het personeelsrestaurant worden onze mensen op hun wenken bediend door obers en in de kleedruimtes lopen butlers. Dáár begint de cultuur. Het kost extra, maar je geeft de mensen daarmee het juiste gevoel. En ik betaal altijd de beste salarissen. Er is geen slecht personeel, wel slecht management. In Nederland lopen in toprestaurants vaak maar twee kelners rond. Dat is te weinig om continu de asbakken te verversen en de wijn bij te schenken. Vraag liever wat meer en geef optimale service.'
Jan Mestriner mocht leden van koninklijken bloede tot zijn gasten rekenen, en politici met renommée, en filmsterren, en popsterren, en andere mondiale persoonlijkheden. Hij was drie jaar directeur van het Windsor Court Hotel in New Orleans en dreef het van een verlies van 2,8 miljoen dollar per jaar naar een netto jaarwinst van 6 miljoen dollar. Het hotel groeide in die tijd van één-van-de-vele hotels naar het vierde hotel in de wereld en het tweede in de Verenigde Staten. Mestriner bracht meer hotels naar de top; vaak al meteen na de opening: Crescent Court in Dallas; de Regent hotels in Washington; Kuala Lumpur en de Plaza hotels in Tiberius en Jeruzalem.
Mestriner, 52 jaar oud, groeide op als zoon van een mijnwerker in Heerlen. In het Heerlense Grand Hotel deed hij vakantiewerk als terraskelner; daar raakte hij verknocht aan de hotelbranche. Na de MULO vond hij een vaste baan in de bediening; in restaurant Beckers te Heerlen. Via relaties werd hij later managementtrainee in de keuken van het Amstel hotel in Amsterdam. Toen koningin Juliana er op bezoek kwam, trapte hij per ongeluk op haar tenen. 'Gelukkig deed zij of er niets aan de hand was. Dat heeft mijn verdere carrière waarschijnlijk gered.'
Wees jezelf
Mestriner heeft daarna eigenlijk niet meer in Nederland gewerkt, maar hij vertoeft nog regelmatig in zijn vaderland. 'Ik reis nog zo'n viermaal per jaar naar Heerlen. Daarbij hoort steevast een bezoek aan het Heerlense carnaval. En 's zomers naar 't Preuvenemint. We zijn destijds met vijf mensen uit dezelfde straat in de horeca gestapt: Henk Bosch en George van Eeghem zitten nu in Singapore en Bangkok; Leo van Eeghem is eigenaar van De Karpendonkse Hoeve in Eindhoven; Jan Vossen is chef-kok van Crowne Plaza in Maastricht. We kwamen toen altijd samen bij Dino Belfi, eigenaar van een ijssalon en restaurant in Heerlen. Daar vieren we nog steeds onze reünies. Hij heeft ons eigenlijk allemaal het meest geïnspireerd. Ach, misschien vind ik als laatste baan straks wel iets leuks in Maastricht of zo. Wellicht koop ik hier nog een keer een hotel, met behulp van investeerders, maar alleen als ik er een tophotel van kan maken. Mijn probleem: mijn kinderen spreken geen Nederlands. Wèl Heerlens dialect.'
Mestriner geeft de Nederlandse hotelmanagers, op verzoek van Hospitality Management, zeven tips mee: 1. Stel jezelf altijd als voorbeeld en houd je aan de regels die je aan anderen stelt. 2. Respecteer de cultuur van het land waar je werkt. In Zuid-Afrika verkoop ik alleen wijnen uit het eigen land, maar wel topwijnen, omdat die kunnen concurreren met Franse topwijnen. 3. Respecteer je personeel; bedank ze voor diensten; wens ze goedemorgen; val ze nooit af in het bijzijn van anderen. 4. Praat altijd positief over je opdrachtgevers. 5. Promoveer nooit iemand omdat hij al zo lang voor je werkt; kies mensen alleen voor functies op basis van hun kwaliteiten.
6. Blijf altijd jezelf; verkoop nooit je ziel aan een ander. Werk ook nooit alleen voor de geldelijke beloning. 7. Vergeet nooit dat achter menig succesvolle manager een vrouw staat, die bereid is hem te steunen en met hem door de wereld te trekken.
Auteur: Bert Salden
HM30JAAR HM301998