Het diploma is behaald en de eerste werkervaring is opgedaan. Het opstarten van een eigen zaak ligt in het verschiet. Er kan begonnen worden met het opstellen van een ondernemingsplan.
Een passend pand op een eerste klas locatie is gevonden en de prijs valt binnen de mogelijkheden. Voor de noodzakelijke investeringen is geld voorhanden, of financiering mogelijk. De (huur)prijs lijkt perfect. Maar wat zijn de te verwachten inkomsten? Hoe hoog zullen de totale investeringen zijn? In welke (rechts)vorm zal de onderneming worden uitgeoefend? Hoe kan één en ander gefinancierd worden? Het is aardig om te vernemen welke extra fiscale mogelijkheden er aan startende ondernemers worden geboden.
Vrij of willekeurig
Allereerst de startersaftrek. Alle ondernemers tussen achttien en vijfenzestig jaar, die meer dan 1225 uur op jaarbasis aan hun zaak besteden, hebben recht op de zelfstandigenaftrek. Dat is een aftrekpost die - afhankelijk van de hoogte van de behaalde winst - minimaal 5.280,- en maximaal 9.340,- bedraagt. Voor de beginners is er zelfs een extra premie. De eerst drie jaar na de start van de onderneming bestaat er recht op een extra aftrekpost van 3.577,-. In totaal bedraagt de aftrekpost derhalve maximaal 12.917,-. Een leuke subsidie.
Ook heel aantrekkelijk voor de startende ondernemer is de faciliteit van de vrije of willekeurige afschrijving. Normaal moet de investering in een bedrijfsmiddel worden afgeschreven op basis van de geschatte economische levensduur. Meestal wordt een bedrijfspand in globaal dertig jaar afgeschreven; de inrichting (keuken e.d.) in tien jaar en de overige inventaris in vijf jaar. Per 1 januari 1996 is de mogelijkheid geschapen - voor de startende ondernemer - om de investeringen geheel willekeurig af te schrijven. Iemand wordt als startende ondernemer aangemerkt als hij in het betreffende jaar recht heeft op de startersaftrek; dus in de eerste drie jaar van de onderneming. De willekeurige afschrijving biedt aantrekkelijke mogelijkheden zoals uit het hierna opgenomen voorbeeld zal blijken. Een door het naar voren halen van de afschrijving behaald voordeel kan gebruikt worden om sneller leningen af te lossen. Er zijn wel enkele uitzonderingen. Zo kan bijvoorbeeld niet willekeurig worden afgeschreven op een personenauto of op 'goodwill'.
Stel dat Jan Starter de volgende investeringen doet :
Pand: 300.000,-; normale afschrijving 3 % = 9.000,-.
Inrichting: 70.000,-; normale afschrijving 10 % = 7.000,-.
In de jaren voor de start van zijn eigen zaak was Jan in loondienst. Hij verdiende 60.000,- per jaar, waarover hij 21.000,- belasting betaalde. De onderneming gaat goed. Jan realiseert een winst voor afschrijving van 80.000,- per jaar. We houden eenvoudigheidshalve geen rekening met de startersaftrek.
De conclusie is dat Jan Starter in de eerste drie jaren 88.000,- meer liquiditeit heeft en hiermee bijvoorbeeld versneld zijn schulden kan aflossen. Vanaf jaar 4 is hij echter 8.000,- per jaar meer belasting verschuldigd door het wegvallen van de fiscale aftrekpost afschrijving. In jaar 10 vervalt de afschrijving 'inrichting' en wordt het verschil 4.500,-. Tegen deze hogere belastingschuld staat echter het voordeel van de lagere rentebetaling vanwege de vervroegde aflossing. Bij een rentepercentage van 8 % bedraagt dit voordeel na aftrek van 50 % belasting ruim 3.500,- per jaar. Samenvattend kan gezegd worden dat de vervroegde afschrijving aantrekkelijke voordelen biedt voor de startende ondernemer. Overleg met een deskundige is aan te raden om te komen tot de best mogelijke planning; dit in verband met de mogelijke verliesverrekening naar voorgaande jaren.
Auteur: Drs. J.H.J.G. Kouters
HM30JAAR HM301996