Het eerste wat opvalt aan Hotel Restaurant Lunia is de rustige omgeving. Lunia ligt in Oldeberkoop, een dorp met minder dan 2000 inwoners. “Het was puur toeval dat we dit pand zagen. We komen uit Den Haag en mijn vader verhuisde naar de Hoeve, een dorp in de buurt van Oldeberkoop”, vertelt Kim Linse. Ze is sinds 2004 samen met Marcel Schwirz eigenaar van het hotel met 18 kamers en bijbehorende restaurant met 40 zitplaatsen.
Het tweede wat opvalt aan Hotel Lunia is het monumentale, statige pand. “Het is een gemeentelijk monument, dat houdt in dat je er als hotelier niet veel aan mag doen”, licht Kim toe. Het derde wat opvalt is de kaart van het restaurant met Nederlands-Franse keuken die elke drie maanden wisselt. “Over een maand begint het wildseizoen, dan ziet de kaart er weer heel anders uit dan nu.”
Van stad naar dorp
Even wennen was het wel, verhuizen van Den Haag naar Oldeberkoop. “Niet zozeer het vertrek naar het noorden, maar wel het wonen in een dorp”, legt Kim uit. ‘’Ik had hier in Oldeberkoop geen netwerk, geen ervaring met leveranciers en ik kende mijn gasten niet. De gast is wel echt heel anders dan in de stad. In Den Haag werd bijvoorbeeld nooit Rivella en zoete witte wijn gedronken. Toen ik hier in Oldeberkoop begon met het aanleggen van het assortiment, had ik die twee dranken helemaal niet. Maar in Friesland wordt er ontzettend veel naar gevraagd. Hetzelfde geldt voor Berenburg.”
Plaatselijke slager
Kim moest ook aan de gedragscode in een dorp wennen. “Het wordt niet gewaardeerd als je niet bij de plaatselijke slager koopt, want die heeft ook bestaansrecht doordat grote ondernemers het vlees daar vandaan halen. In de stad ben je anoniem en doet iedereen zijn eigen ding. Dat was een groot verschil waar ik erg aan moest wennen.”
Imago
Toch bestaat het percentage restaurantgasten maar voor vijf procent uit mensen uit het dorp, de rest komt van buitenaf. Kim: “wij hebben natuurlijk een bijzonder pand met status en historie, mensen komen hier eten als ze wat bijzonders te vieren hebben, want het is wat luxer. Dus hoe vaak hebben ze iets te vieren? Twee of drie keer per jaar?” Toch heerst er in Lunia een persoonlijke sfeer. “Natuurlijk willen we laten zien dat we luxe koken en luxe kamers hebben, maar dan wel met een huiskamersfeer. We zijn zelf veel aanwezig op de vloer en benaderbaar. Bij ons lopen de obers niet strak in pak.”
Lunia focust op de verkoop van hotelkamers en niet op restaurantstoelen. “Als iemand bij ons in het hotel slaapt, komt diegene in tachtig procent van de gevallen bij ons eten. Andersom geldt dat niet. Een verkochte hotelkamer zorgt dus vaak voor twee vliegen in één klap.”
Grote uitdaging
Kim en Marcel begonnen in 2004, vlak voordat de crisis uitbrak. “Dat was heel moeilijk”, vertelt Kim. “Normaal gesproken moet je na drie jaar kunnen zien of het bedrijf levensvatbaar is, en bij ons hadden we na drie jaar nog geen reëel beeld, omdat de hele markt in elkaar stortte.” Voor Kim waren de verbouwingen van het hotel een lastig. “Er staan mensen op de loonlijst, dus je kunt niet even dicht gaan. Daarnaast had ik er zelf geen verstand van. Als horecaondernemer kun je je niet verplaatsen in iemand die een deur moet plaatsen. Jij denkt, die deur moet er nu in, want straks komen er gasten. Een aannemer denkt: ik begin morgen om zeven uur. Maar dan slapen al je gasten nog.” Plannen voor grote veranderingen voor Lunia heeft ze de komende tijd niet. “Ik ben heel tevreden met hoe het nu draait.”
Achter de schermen
“Ik ben nu een boek aan het schrijven”, vertelt Kim. “Daar ben ik mee begonnen toen we Lunia tien jaar hadden. Je maakt zo veel grappige dingen achter de schermen mee in een hotel. Zo was er een keer een verkeerde cd aangeleverd voor de huwelijksdag. Dan zijn we achter de schermen heel hard aan het werk om alles op te lossen. Ik denk dat het heel leuk is voor mensen die niet in een hotel werken om over dat soort ervaringen te lezen. Het duurt trouwens nog wel even voordat het uitkomt.”
Fotografie: Jørgen Koopmanschap
HM302016