Hotelbeleid is een lastig item. Wat mij betreft, kan hotelbeleid zich richten op maar één ding: een goede balans tussen vraag en aanbod. Daarvoor moet je zo goed mogelijk in kaart brengen wat de huidige vraag is en wat de verwachtingen zijn voor de ontwikkeling van die vraag in de nabije toekomst, hetzelfde geldt wat betreft het aanbod. Heb je dat inzichtelijk, dan zie je of er een balans is. Is die er niet, dan moet je bedenken hoe je de groei van het aantal hotelkamers stimuleert of juist afremt. Ingewikkelder is het niet.
Het is deze dagen populair om Cruijff aan te halen, dus doe ik dat ook. "Voetballen is heel simpel, maar het moeilijkste wat er is, is simpel voetballen." Wat moet je bijvoorbeeld met een uitspraak van de gemeente Amsterdam die zegt: "Er komen geen hotels meer bij, behalve die honderd die we al hebben besproken." Honderd? Van hoeveel kamers? Alleen Cruijff zou dat begrijpen, die zei ook: "Ik ben overal tegen. Tot ik een besluit neem, dan ben ik ervoor. Lijkt me logisch." Een gemeente kan formeel maar een klein beetje sturen, vooral met het al of niet goedkeuren van bestemmingsplannen. Maar heeft een plek al de bestemming 'gemengde doelen' dan is dat instrument van de baan. Dan is er nog altijd de welstandscommissie. Maar die menen oprecht dat alles wat getekend is, gewoon niet mooi genoeg is en trekken zich niets aan van beleid.
En wie stelt het beleid vast? Natuurlijk, de politiek, die wil ermee scoren. Wie stelt het op? De ambtenaren, die willen ermee kunnen sturen. Voor wie is het bedoeld? 1. De buurtbewoners, die veelal geen gebruik van de hotels maken. 2. De ontwikkelaars die zoveel mogelijk willen bouwen. 3. De investeerders die er mee willen verdienen. 4. De hoteliers die geen concurrentie willen. 5. De hotelgasten die een hotelkamer willen in de buurt van waar ze willen zijn en die past in hun budget. Maar hoe krijg je een beleid dat door iedereen wordt gedragen? Een goede adviseur? Ha, misschien moet ik toch de politiek in!
HM302016