Ingrediënten (voor 2 personen)
300 g kabeljauwfilet
2 el bloem
4 struikjes witlof
50 g boter
sap van halve citroen
125 ml crème fraîche
1 el grove mosterd
1 el gembersiroop
zout en peper
Bereiding
Snijd de kabeljauw in twee stukken en bestrooi met zout en peper. Wentel ze door de bloem. Snijd de struikjes witlof in reepjes. Smelt de boter en bak de kabeljauwfilets in 4-6 minuten gaar. Houd de filets warm. Bak de witlofreepjes in het bakvet beetgaar. Roer citroensap, crème fraîche, mosterd en gembersiroop erdoor en warm het geheel nog even op. Schep de witlof met saus op 2 warme borden met daarop de kabeljauwfilet.