Twee koffers, twee dames. Jarenlang stapten zij anoniem hotels binnen. Middels hun vaste column lieten zij de lezers van het Algemeen Dagblad genieten of gruwen van hun bevindingen. Inmiddels hebben zij twee boekjes uitgegeven met daarin een selectie van 'aangename' hotels. De Dames Reiziger, berucht en beroemd... Hoe denken zij over het interieur van de Nederlandse hotels?
Waar let u op als u een hotel binnengaat?
Niets is erger dan na een vermoeiende reis een hotel binnenstappen waar je je niet welkom voelt: een knorrige eigenaar, een baliemedewerker die druk bezig is met zijn computer, of - nog ongastvrijer - helemaal geen mens in de hal om je wegwijs te maken. Een hartelijke ontvangst is dus van groot belang. Helemaal mooi is het, wanneer iemand je naar je kamer brengt, maar dat maak je in Nederland niet vaak mee.
Vindt u de interieurs van hotels 'eigentijds'?
Als eigentijds betekent een overdaad aan systeemplafonds en een door woontijdschriften en de groothandel gedicteerde versiering (van tafelstukjes en pompoenen tot die twee identieke vazen in de vensterbank), dan vinden we inderdaad - helaas - dat veel hôteliers aanklampen bij een grote gemene smaakdeler, en te weinig hun eigen intuïtie gebruiken.
Veel hôteliers proberen een 'gezellig huiselijke sfeer' te creëren. Vindt u dat ze hierin slagen?
Dat hangt ervan af wat je eronder verstaat. Als er een Blokker-gans in je kamer staat, of een ‘old timer’ naast je bed, dan vinden we dat een tikje overdreven, maar zelfgeplukte bloemen in een vaasje, of een dichtbundel op de plank; daar houden we wel van. Een huiselijke sfeer is vooral belangrijk voor de entree en de hal; de plaatsen waar je wordt ontvangen en soms even moet wachten. Maar in de beste hotels zijn het vooral de eigenaar en het personeel die, zonder nadrukkelijk op de voorgrond te treden, hun gasten een gevoel van ‘thuis zijn’ geven.
Is zo'n sfeer eigenlijk wel nodig?
Waarschijnlijk niet voor rondreizende zakenlui die een voorkeur voor één bepaalde hotelketen hebben, omdat ze dan precies weten wat ze van hun kamer en van de service kunnen verwachten, maar wij dames - en velen met ons - houden wel van extraatjes, of het nu tijdschriften, toiletartikelen of een schaaltje fruit op je kamer is. Als het maar iets is waaruit zorg voor het welzijn van de gast spreekt. Net zoals we liever een salon zien waar je je bij een haardvuur in een diepe bank kunt laten wegzakken, dan één waar de muziek of de televisie je zo snel mogelijk naar je eigen kamer verdrijft. Maar in het algemeen geloven we dat waar mensen gastvrijheid boven rendement stellen, het met de sfeer ook wel goed zit.
Vindt u dat hôteliers werk maken van hun inrichting?
We zouden bijna zeggen: helaas wel. Het is zo jammer dat veel hôteliers denken dat ze voortdurend hetzelfde moeten doen als de vakgenoten. Het is tien keer leuker om te logeren in ouderwetse hotels waar weinig of nooit iets wordt veranderd - denk aan Hotel Bakker in Vorden, of de Gouden Karper in Hummelo - dan in overgerenoveerde zaken waar eigenaars slapeloze nachten hebben van hun investeringen en vergeten `s ochtends te glimlachen bij het ontbijt. Wat overigens niet wil zeggen dat we alleen ouderwets ingerichte hotels kunnen waarderen. Ook eigentijdse zaken als Hotel Figi in Zeist, De Veertien Sterren op Texel of De Holtweijde in Lattrop geven blijk van een goed oog voor inrichting.
Waar schrikt u van als u een hotelkamer binnenstapt?
Als de kamer somber is, en geen uitzicht heeft. Er zijn van die kamers waaruit je meteen weer wilt vertrekken. Heb je dat gevoel, dan wordt het met het verblijf ook nooit meer wat. Al is het niet het enige wat een hotel maakt of breekt, een kamer moet wel onmiddellijk een prettige en veilige indruk maken. Soms voel je het onheil op de gang al aankomen: brandgaten in de sprei, polyester lakens, afwasbaar behang waarop je een fles champagne kunt leegspuiten zonder dat de volgende gasten het zullen merken, sigarettenrook, haren in de badkuip... Dat zijn gruwelijke afknappers. Een kamer moet toch een soort maagdelijkheid hebben om er prettig te kunnen verblijven.
Wat is de meest gemaakte fout volgens u?
Het systeemplafond. Dat is de lelijkste uitvinding die er bestaat. Slaap je onder zo’n kunststof geraamte, dan voel je je onherroepelijk verdwaald in een kantoor, en we hebben ook nog nooit een eetzaal gezien die opknapte van deze gemaksoplossing van aannemers. En verder is het gezamenlijke, boven het bed gemonteerde nachtlampje dat maakt dat je bedgenoot niet kan inslapen als jij nog wilt lezen, ons een doorn in het oog.
Wat vindt u belangrijk aan de inrichting van hotelkamers?
Het klinkt misschien verwend, maar we hebben graag een beetje de ruimte. Soms doen hôteliers zo hun best om op te weinig vierkante meters toch dat zitje, het bureau èn de schemerlampen kwijt te kunnen, dat je je kont niet meer kunt keren. Dat is vreselijk. Liever één goede stoel en een tafel die ook als bureau dienst kan doen, dan een opeenstapeling aan meubilair. Goede verlichting is belangrijk; een badkamer vinden we fijn, maar geen noodzaak. Moet je echter de gang op, dan is het wel aardig als het hotel kamerjassen voor je ophangt. Een minibar... Daar hebben we het niet zo op, maar het is wel heerlijk als er enige roomservice geleverd wordt. Een simpel maal op je kamer kunnen eten, of een potje thee dat gebracht wordt; dat zijn van die kleine dingen waarmee een hotel zich kan onderscheiden. Wij denken nog vaak terug aan dat allerlekkerste potje kruidenthee dat op de kamer geserveerd werd in hotel De Weverij in Oss.
Zijn de bedden over het algemeen van goede kwaliteit?
Ach jawel. In heel simpele hotels valt er soms wel wat te klagen, maar je komt toch vrijwel nooit een onvervalste Franse kuil tegen. Hooguit zijn de dekbedden een probleem. Onder sommige synthetische exemplaren lig je zo te broeien dat je er niet alleen slecht van slaapt, maar dat je in die slapeloze nacht ook nog vol afgrijzen begint te denken aan al die gasten die voor jou op dezelfde manier hebben liggen zweten.
En hoe is het met de badkamers gesteld?
Het is altijd leuk als een badkamer niet helemaal standaard en wit is, ook al is daar op zich niets mis mee. Het is juist zo aardig als je je een badkamer blijft herinneren, zoals die stoere vormgeving van hotel Orlando in Amsterdam, de houten wc-bril in hotel Bernstorff op Schiermonnikoog, of die gekke koeienstal in de Herberg van Lammert en Klaasje in Workum.
Bent u wel eens een hotelbar tegengekomen die er zo aantrekkelijk uitzag dat u besloot om daar maar eens een avond door te brengen?
Nooit in Nederland; wel in Engeland, omdat ze daar nu eenmaal patent hebben op lekkere banken en stoelen, open haarden en aardige dingen aan de muur. Dicht in de buurt kwam het Hilton in Antwerpen: ook zo’n echte ouderwetse bar met veel leer, diepe banken, perfecte bediening, steeds nieuwe aanvoer van nootjes en dan natuurlijk die lekkere ‘bollekes’ waar het bier in geserveerd wordt.
Kunst wordt volop aan muren gehangen; vaak heel 'veilig' en ‘onuitgesproken’. Iedereen moet het tenslotte aardig vinden. Nodig?
Liever helemaal niets aan de wand dan zo’n ongevaarlijke reproductie van een ‘Josine Wachtmeister’. Eén keer troffen we zo’n foeilelijk schilderij aan, een natuurlandschap dat je voor een knaak op treurige kunstmarkten kunt kopen, dat we het gewoon hebben omgedraaid. Dat schreven we ook in ons artikel. Meteen kwam er een heel aardige reactie van de eigenaar van die zaak. Ze waren net begonnen, hadden al veel moeten investeren en eigenlijk geen geld meer over voor kunst. Dit was dus een noodgreep geweest. Kijk, dan kun je volgens ons nog beter een reeks mooie posters in goedkope lijstjes schuiven. Maar dat zijn dan weer van die persoonlijke oplossingen waaraan de meeste hotelhouders zich niet durven wagen. Terwijl dat juist is wat je bijblijft: de poëzieregels op de muur in Hotel New York.
Wat zijn volgens u de vijf leukste hotels qua interieur en inrichting?
Wij hebben twee boekjes geschreven over hotels in Nederland; daarin delen wij zoenen uit aan hotels die ons hart gestolen hebben. Daarom weten we dat er heel wat meer geweldige hotels zijn dan de vijf die we nu gaan noemen. Maar zonder iemand tekort te willen doen, springen deze er toch wel uit:
De Jufferen Lunsingh in Westervelde (persoonlijk en liefdevol ingericht)
Hotel New York in Rotterdam (deze non-inrichting wordt wel eens nageaapt, maar hier is het uitgevonden)
Graaf Bernstorff op Schiermonnikoog (compleet nieuw, maar zo ontworpen en ingericht dat het eruit ziet alsof het er altijd geweest is)
Hotel de Ville in Groningen (weldadige rust; zo’n sfeer wil je thuis ook)
De Smidse in Epen (omdat het blijkbaar ook zonder het grote geld kan)
1 De Jufferen Lunsingh
2 Hotel New York
3 Graaf Bernstorff
4 Hotel de Ville
5 De Smidse
HM302001