Hamburgers krijgen een menselijk gezicht, als je er een keer bent geweest. Wat een leuke stad is dat! Eigenlijk net Amsterdam. Amsterdam is wat popperiger met die grachtjes en smalle steegjes. In Hamburg is alles dichtbij en toch heb je de ruimte, terwijl er veel meer mensen leven dan in Amsterdam. De Messe is groter dan de RAI; de luchthaven licht dichterbij. Een blind paard raakt er de weg niet kwijt.
De hotellerie heeft in Hamburg een heel geringe seizoensschommeling; alleen van december tot in januari kent een dipje. Prima mix van zakelijk en toeristisch. Dat komt ook omdat Joop van de Ende er met drie theaters een musicalstad van heeft gemaakt.
De prijzen zijn in de ogen van de consument nog normaal; de gemeente stelt zich werkelijk coöperatief op ten opzichte van ontwikkelaars en hoteliers die een goede plek willen. Een paradijs voor een hoteladviseur, want je kunt je klanten nog eens positief adviseren, in plaats van alsmaar op de rem te moeten trappen.
Reizend door Duitsland kom je erachter dat de invloed van de Länder groot is. Duitsland bestaat uit 16 landen en landjes, de meeste tellen minder dan zeven miljoen mensen; een paar tussen 11 en 18 miljoen mensen. Samen proberen zij een Bond in stand te houden.
Dat is plezierig, want dat geeft iedere hoofdstad het volste recht om zijn eigen Messe en internationale luchthaven erop na te houden. Met name de wenselijkheid van een Messe is er in Duitsland goed ingeslepen. Iedereen is eraan gewend, en als er wat te doen is in de beurs, dan wordt gewoon geaccepteerd dat de hotelprijzen met minstens 30% omhoog gaan. Dat staat ook gewoon in de brochures en zo. En als je toch nog zo dom bent om te vragen waarom je niet een kamer voor de gewone prijs kunt krijgen, kijken ze je meewarig aan en zeggen: ‘Ach, wir haben zurzeit Messe.’
In Amsterdam hebben we ieder halfjaar weer een discussie over de schandalig hoge prijzen die stiekem tijdens evenementen worden gehanteerd. Zet het gewoon op de deur, dan ben je van het gezeur af! Maar wees dan ook dapper en houd je eraan.
In München hebben ze het wat mij betreft een beetje overdreven. Het vliegveld ligt ongeveer in een ander land; de Messe - ook een half uur buiten het centrum - is zo immens uitgestrekt dat je een natuurlijk verlangen naar de moederschoot bekruipt. Als je eenmaal in de binnenstad bent, is het wel weer een gezellig ‘dorp’.
Frankfurt heeft ook wel wat, maar is een beetje uit balans voor wat betreft het toerisme. Die stad is meer een soort uit zijn krachten gegroeid Rotterdam. Zakelijk gebeurt daar ongeveer alles wat je bedenken kan, maar een gezellige Altstad, nou nee.
En Berlijn is de nieuwe hoofdstad, dus willen alle (inter)nationale hoofdkantoren er zitten - althans, dat was de gedachte. Hotels zijn blij met 60% bezettingsgraad en een schamele kameropbrengst. Toch barst het van de nieuwbouwplannen voor hotels: ja, je moet er zitten; het is tenslotte de hoofdstad. Weer een bewijs dat de hotellerie voornamelijk volgend is.
Over het geheel genomen moet Amsterdam wel uitkijken! Niet alleen voor de concurrentie van Praag, Boedapest … Maar gewoon van onze directe buren.