Een eenling met zes kamers

Auteur: Jason van de Veltmaete
21 juni 2006
Een eenling met zes kamers

De Nederlandse taal - nauwelijks nog onderwezen - kent mooie woorden: herberg, pleisterplaats... Wie de herberg op het landgoed Molecaten binnentreedt, zal allerlei Engelse leenwoorden uit de 'hospitality industry' en americanismen uit de wereld van de 'brands' onmiddellijk van zich afschudden. Geen fratsen in Hattem.

Eigen vuurstee warmt best. Geen groter gemak dan eigen dak... Veel hoteliers voeren een verwoede strijd - renovatie na renovatie, 'upgrading' na upgrading - om die oudhollandse waarheden te ontkrachten. Zo niet Meindert Stornebrink, herbergier te Hattem. Hij weet waar zijn 'unique selling points' liggen: niet in gerieflijkheid en weelde; wel in loof- en naaldbomen, weelderig groeiend op heuvelachtige bosgrond, met op zo'n vijftig meter van zijn haardstede een doorkijkje op een schilderachtig landhuis.

Nog één gezegde, om het af te leren: Beter rapen eten aan eigen dis, dan elders vlees en vis. Kijk, daarin overdreven onze voorvaderen, want het restaurant van Herberg Molecaten trekt eters van heinde en verre.

Mooi streven

In 1992 en '93 was Stornebrink bedrijfsleider in Herberg Molecaten. Daarna vertrok hij, om twaalf jaar later (2005) als pachter terug te keren. 'Wat mij bij terugkomst direct opviel, was dat het bedrijf zo weinig open was,' vertelt hij. 'De mensen die het bedrijf destijds runden waren best goed bezig, maar als je ergens in loondienst bent, houdt het een keer op... De kamers bijvoorbeeld, waren zeker twee jaar lang niet gebruikt. Dit bedrijf vergt de inzet en betrokkenheid van een zelfstandig ondernemer; iemand die er zeven dagen in de week voor gaat.'

Het terras - anno 2006 weer een lokkertje van de herberg - was onder het vorige management flink ingekrompen. Niet een terras, maar een restaurant van naam en faam moest de kar gaan trekken; men ambieerde zelfs een Michelinster. Stornebrink: 'Dat was een mooi streven, maar het past helemaal niet bij deze plek. Zodra je van deze pleisterplaats een exclusief restaurant maakt, ben je de koffiedrinkers en de kinderen kwijt. Dat zijn nu net de mensen die hier voorbijkomen. Die wandelaars zijn dus weer van harte welkom.'

In de kamers van deze herberg overnachten dagjesmensen en feestgangers; door de week doorgaans zakenlieden die rust zoeken. En de vijftigplussers? 'Nee, niet echt, want onze kamers bieden weinig comfort en luxe,' bekent Stornebrink. 'Voor de hedendaagse "ouderen" is het allemaal net iets te sober en klein. Zij missen bijvoorbeel een leunstoel. En de mensen die echt al wat ouder zijn moet ik vertellen dat we geen kamers op de begane grond hebben - en geen lift. We verzorgen veel bruiloften; dan breng ik natuurlijk onder de aandacht dat een paar feestgangers hier kunnen blijven slapen. En deze week hebben we mensen uit de bouw. We krijgen veel gasten die het bedrijf al kennen; vaak van horen zeggen. Zij hebben geen problemen met het gebrek aan comfort. We hebben wel draadloos internet en een tv op de kamers; echter alleen Nederland 1, 2 en 3.'

Flink reclame maken dus, zou je denken. De USP's moeten immers extra belicht worden, temidden van die eenvoud. Maar dat is buiten de waard gerekend. Herberg Molecaten is een onneembaar bastion voor advertentieverkopers, en toch geniet dit plekje - volgens Stornebrink - een landelijke bekendheid. 'We hebben een website waarop staat dat we zes kamers hebben... Een link op andere sites? Niet dat ik weet. We staan dit jaar voor het eerst in de gemeentegids; dat is alles. Met een advertentie trek ik echt geen terrasgangers. De lente en de zomer bepalen hoeveel mensen ik op bezoek krijg. En de kamers krijg ik ook zo wel bezet.'

Thuisgevoel

Herberg Molecaten is geen lid van een samenwerkingsverband. 'We hebben te weinig kamers om een ander zijn overloop te kunnen dekken,' verklaart Stornebrink. 'Ik zie ook geen mogelijkheid om mensen een bed en nachtrust te bieden als we onderdak geven aan een feest of partij. Bovendien ben ik van mening dat een goede samenwerking alleen mogelijk is als je allemaal met de neus in dezelfde richting staat. Ik constateer echter regelmatig dat binnen zo'n verband iedereen gewoon zijn eigen gang gaat. Let wel, ik ben geen echte einzelgänger, want ik onderhoud graag contacten met de plaatselijke horeca, maar het is wel zo dat ik op een zondag met mooi weer een vol huis heb; daarvoor heb ik geen advertenties of samenwerking nodig. Een vol huis tot 18.00 uur; dan is het over.'

Waaraan hij die drukte te danken heeft? De mooie natuur noemen is als het intrappen van een open deur... De schappelijke prijzen zullen zeker een rol spelen. 'De gasten krijgen hier het thuisgevoel,' vult Stornebrink aan. 'Rust, gemoedelijkheid en niet te veel nieuwigheden. En we heten ze van harte welkom; dat vinden mensen nu eenmaal geweldig. We schenken gewoon veel tijd en aandacht aan de gasten. Hebben ze een dieet? Hebben ze iets te vieren? Daar kom je snel genoeg achter. Maak met chocolade die 12 of die 80 op het bord.'

Stornebrink moet het allemaal regelen met drie vaste medewerkers in de keuken, drie deeltijdwerkers in de bediening plus twee oproepkrachten. Belangrijker dan het aantal medewerkers is de flexibiliteit die zij kunnen opbrengen. Daarin gaat de baas voorop. Stornebrink: 'Een herbergier of hotelier moet goed beseffen wat de capaciteit van zijn bedrijf is. Wij kunnen hier maximaal 110 mensen binnen hebben, maar dan moeten de tafels en stoelen eruit. Twaalf gasten kunnen hier overnachten; veertien kan, maar dan moeten twee van hen wel een luchtbed meenemen. Ik ben geen man van "Het kan niet". Aan veel valt een mouw te passen, mits je onderscheid maakt in marktsegmenten. Zolang je maar in een voorbespreking duidelijk maakt aan je gasten wat ze mogen verwachten. Gewoon open en eerlijk zijn; dan is er niets aan de hand.'

De parasols zijn uitgevoerd in rood en geel: de kleuren van het landgoed. De couleur locale wordt benadrukt door rode en gele bloemen - die zijn gelukkig het hele jaar door te krijgen. Die parasols fungeren - behalve uiteraard als zonwering - als een soort uithangbord. Van verre is zichtbaar dat het bedrijf open is. De herbergier zal de vermoeide wandelaars met open armen ontvangen. Nou ja, ze moeten geen uitbundigheid verwachten, want Stornebrink is een nuchtere noorderling. Als jochie hielp hij zijn ouders in het parochiehuis (catering tijdens ingetogen feestjes); daarna leerde hij de beginselen van het hotelvak op Ameland; vervolgens Makkum, Zwolle en Hattem (Molecaten). Na anderhalf jaar Molecaten begon hij voor zichzelf in Friesland: een dorpscafé met zes hotelkamers. Stornebrink heeft het métier helemaal in de praktijk geleerd. 'Ik mag dit vak gewoon ontzettend graag. Een ontbijt brengen, eitje koken... Het maakt mij ook niet uit waar ik gastheer ben. De gasten die ik hier in Hattem krijg, zijn veelal afkomstig uit het westen en het midden van ons land. Sommigen hebben wat meer noten op hun zang dan de mensen in het noorden of oosten, en zij weten donders goed wat een euro waard is, maar ze zijn ook heel blij dat ze uit de drukte weg zijn. Hier in het noorden hebben de mensen nog tijd voor je.'

En ze zijn gezagsgetrouw, althans wanneer we Stornebrink als voorbeeld mogen nemen. Deze herbergier zal niet klagen over 'verstikkende regelgeving' binnen de horeca. 'Voorschriften worden gemaakt om te handhaven,' zegt hij eenvoudig. 'Je moet ze gewoon naleven. De overheid zou wel mogen bijspringen, bijvoorbeeld door aantrekkelijke leningen te bieden of subsidies te verstrekken, wanneer nieuwe veiligheidsvoorschriften een hotelier dwingen tot forse investeringen. Wat gulheid teneinde de exploitatie rond te krijgen, of om het behoud van historische panden te waarborgen, zou niet verkeerd zijn. Maar dat kunnen we eigenlijk niet van ze verwachten...'

In ieder geval is Stornebrink, als goede gastheer, gul richting zijn gasten. 'Je moet niet alles berekenen,' stelt hij nadrukkelijk. 'Als een gast zijn tandenborstel of tandpasta vergeten is, krijgt hij dat spul gewoon. Een extra glas sap of melk bij het ontbijt breng ik ook echt niet in rekening. Telefoonkosten? Er staat nog wel een telefoon op de kamers, maar die doet het niet. Iedereen heeft tegenwoordig toch een mobieltje?'

Daarmee zijn we bij de classificatie aanbeland. Stornebrink: 'We moesten de ramen blinderen, maar dat was en ben ik echt niet van plan. Sommige kamers hebben geen tafel... Herberg Molecaten heeft dus geen ster, en ik geloof dat "geen ster" de beste classificatie is. Zolang je de gasten maar het gevoel geeft dat ze echt welkom zijn. Ik voel mij op en top herbergier.

Herberg Molecaten

  • Kamers: 6
  • Prijzen: 60,25 (1 p.); 90.50 (2 p.); incl. ontbijt + tb
  • Restaurant: voorgerechten tot 12,50; hoofdgerechten

HM302006

Overig nieuws