Aan de Wilhelminakade, op de Wilhelminapier op de Rotterdamse Kop van Zuid, ligt het kleurrijke hotel Room Mate Bruno. Het hotel is ontegenzeggelijk eigentijds, warm en prachtig vormgegeven, terwijl verschillende elementen je terugvoeren naar de rijke historie van deze plek. De Wilhelminakade was tussen 1901 en 1971 namelijk de vestigingsplaats van de Holland-Amerika Lijn, die vooral na de Eerste Wereldoorlog veel Oost-Europese volksverhuizers over zee naar New York bracht.
Inmiddels is deze plek niet meer een plek van gaan, maar van komen. Thuiskomen, volgens general manager Burg de Rave. “Bruno is de naam van de fictieve scheepskapitein die jou hier hartelijk ontvangt. Bruno is je vriend, je bent als het ware bij een vriend thuis op bezoek en we doen er alles aan om jou dit gevoel te bezorgen. In het monumentale pand, dat vroeger een pakhuis was, komen allerlei elementen uit de scheepvaart terug om je helemaal in de sfeer te krijgen die bij dit specifieke hotel past.” Ieder Room Mate hotel heeft een andere interieurarchitect die bijna carte blanche krijgt. “Dat houdt ook in dat niet alles per se praktisch is, zoals in de meeste hotels, maar helemaal past in de visie van de interieurarchitect. In ons geval is dat geweldig goed gelukt, terwijl dit absoluut geen themahotel is. De elementen uit de scheepvaart zijn subtiel verwerkt in het interieur, zoals de glazen bollen bij de receptie, die de wereldkaart voorstellen. Dat daarvoor de wand verstevigd moest worden, wat natuurlijk extra geld kostte, namen we voor lief. Wat ook niet praktisch is, maar wel in lijn met de visie van de architect, is het tapijt in de bar. En kijk eens naar de balie van de receptie; die is helemaal van glas gemaakt, geïnspireerd op de winkel van Chanel in Amsterdam. Het laten maken van glazen ‘bakstenen’ was ingewikkeld, maar maakt de ontvangst uniek. Uiteindelijk is het ons gelukt om de geschiedenis van het pand terug te laten komen in het interieur, dat tegelijkertijd nieuw en warm is.”
Warm is het interieur zeker; de lobby nodigt uit om in te gaan zitten, mede door de comfortabele zitplekken en het gegeven dat er een koffiemachine staat die je zelf mag bedienen. “Het is een niet-traditionele lobby, waarin we ruimtes hebben gecreëerd die leuk zijn om in te gaan zitten. Je mag als gast zelf drinken pakken, dat klopt. De zogenaamde ‘honesty bar’ is ontstaan tijdens de coronaperiode. Dat is goed bevallen, dus dat is gebleven. Het pakken van koffie, thee of andere drinks werkt op basis van vertrouwen, net als bijvoorbeeld bij de kleerhangers of de föhn op de kamers. Bij ons vind je geen anti-diefstal kleerhangers of een praktische föhn die er niet mooi uitziet of niet goed werkt. Dat zie je bij een goede vriend toch ook niet? Een goede vriend vertrouwt zijn gasten.”
Nog niet op het oude niveau
Het woord corona is gevallen. We kruipen met zijn allen uit het dal, maar we zijn nog lang niet terug bij het ‘oude normaal’, zeker de internationale reisbewegingen blijven achter. “Als hotel zijn we altijd al gericht op de combinatie van leisure en zakelijk, maar we zien vooral dat er meer lokale gasten zijn in deze tijd, natuurlijk ook vanwege de reisbeperkingen. Omdat we onderdeel zijn van een Spaanse keten, die internationaal bekend is, ontvangen we veel internationale gasten. Grote internationale congressen schuiven op dit moment nog steeds door, dus we zijn nog lang niet op het oude niveau. Veel zakelijke boekingen zijn op dit moment last-minute, maar het gaat wel de goede kant op. We zien dat de ring van waaruit buitenlandse gasten Rotterdam weer weten te vinden steeds groter wordt. Het Verenigd Koninkrijk komt er nu ook weer bij, terwijl we vanuit België veel culinaire reizigers over de vloer krijgen. Het is voor hen aanlokkelijk om bij ons te verblijven omdat de Foodhallen in hetzelfde pand zitten. Daar kun je terecht voor vijftien verschillende keukens, wat er ook voor zorgt dat wij ons F&B-aanbod daarop aanpassen; wij kunnen ze onmogelijk overtreffen, we zoeken liever de samenwerking. Individuele diners doen wij niet vanwege de aanwezigheid van de Foodhallen, maar we bieden wel ontbijt aan tot twaalf uur; dat is binnen de hotellerie vrij uniek. We kijken op een andere manier naar F&B, waardoor we misschien wel omzet laten liggen, maar tegelijkertijd weegt het wel mee in onze aantrekkingskracht.
Om die aantrekkingskracht te vergroten verhuren we ook twee winkelruimtes in de lobby.” Het hotel heeft veel mogelijkheden voor meetings en events, dat valt bij binnenkomst direct op. “Inderdaad”, vervolgt de manager, “de aanwezigheid van de eigen parkeergarage is voor gasten die events en meetings bezoeken een groot pluspunt, net als de flexibiliteit van de ruimtes. De evenementenruimte is de enige ruimte in het pand die niet is gestyled, wat prettig is als je de kleuren of de indeling aan wilt passen. Er is een eigen ingang aan de straatkant, waardoor je zelfs een auto naar binnen kunt rijden. Daarnaast is er een doorgang naar de ontbijtruimte, waardoor we dit deel als overloop daarvan in kunnen zetten bij drukte, en een ingang via de lobby. De mogelijkheden zijn eindeloos en we bieden heel veel mogelijkheden om cateringpartners van buitenaf te betrekken bij het event. En nu veel beperkingen zijn opgeheven, lijkt het wel alsof iedereen achter een elastiek gespannen zat, dat ineens werd losgelaten. Iedereen wil gelijk alles weer, en dat biedt perspectief. Nu maar hopen dat het goed blijft gaan op het vlak van de bestrijding van het virus.”
Decor voor filmopnames
De Rave laat met zichtbaar plezier alle ruimtes zien, die stuk voor stuk uniek zijn in vormgeving. We zijn aanbeland bij de eerste verdieping, waar de patio bar zich bevindt. Op dit moment vindt er een filmopname plaats. “Dat hebben we vaak in het hotel, omdat het interieur zo afwijkend en uniek is. Hier is alles blauw, in verschillende tinten, wat ook weer niet praktisch is, maar wel heel mooi. Op de wanden zie je verschillende kleurvlakken. Je kunt je voorstellen dat in een hotel, dat intensief wordt gebruikt, er soms een veeg op de muur komt. Omdat we werken met kleurvlakken, is het dan nodig om een heel vlak opnieuw te schilderen. We zijn er door het jaar heen intensief mee bezig, maar daar hebben we voor gekozen. Zo ook de vloerbekleding die je hier ziet, die heeft een print, waardoor je niet eenvoudig een stuk kunt vervangen. In de ruimte zie je ook een grote boom en een haard; elementen die je niet kunt verplaatsen en even verderop is een glazen vloer die ook veel schoonmaakwerk nodig heeft om mooi te blijven. Alles staat in het teken van schoonheid.”
Wanneer we verderlopen door de gangen waaraan de hotelkamers grenzen, dan valt op dat de gang verloopt qua kleurschakering. “Hier ga je van blauw naar oranje en in de kamers is dat niet anders. Per zes kamers veranderen de kleurencombinaties en iedere kamer is uniek. Op de gangen zie je oude zeekaarten terug op de wanden en plafonds; dat is weer een knipoog naar het verleden van deze plek en de gastheer Bruno. Op de kamers zie je die elementen ook, daar vind je de sterrenstelsels terug aan de wand, terwijl we het industriële karakter benadrukken door de flatscreen tv’s in een stalen behuizing te plaatsen. Natuurlijk kun je vanaf je eigen device casten naar de tv, dat is iets dat de reiziger anno nu absoluut verlangt. Op het bed ligt een kaartje dat achtergelaten is door de housekeeping, met daarop de naam van degene die de kamer heeft schoongemaakt. Daardoor wordt ook dat onderdeel van de hotelbeleving persoonlijk. Naast het bed vind je bij ons geen Bijbel, maar een boekje van Human Rights. Daarmee laten we zien dat iedereen hier welkom is en iedereen gelijk is; we sluiten niemand uit. En natuurlijk heb je de beschikking over een fijn groot bed en eigen sanitair met altijd een mooie regendouche, waarbij we ook de amenities met zorg hebben uitgekozen. De ‘natte hoek’ heeft bij ons veel kleur, dus vrijwel iedere kamer heeft weer andere tegeltjes. Zoals je ziet, werkt het fantastisch vanuit optisch oogpunt en kun je je voorstellen dat we er veel positieve reacties op krijgen, wat ook zo is. Maar bij de pre-opening, in de mockup-kamers, kregen we er veel vragen over. Met name de corporates vonden het tijdens de rondleiding ‘te kleurrijk’ en konden zich niet voorstellen dat zij hun mensen in zo’n kamer zouden laten overnachten. Nu, drie jaar na opening, krijgen we die kritieken niet meer omdat de kamers nu in de gehele context ervaren worden. Dat is toch anders dan een demonstratiekamer zonder context, maar de kritiek was destijds wel heel spannend voor ons als team. De kamers hebben trouwens elk een afzonderlijke wifi-connectie en voor gasten van buiten de EU is het fijn dat ze van ons een draagbaar routertje mee kunnen krijgen voor in de stad. Op die manier hebben ze overal gratis internet. Nu zijn we bezig met Manet, de digitale conciërge op een smartphone. Dat werkt echt heel goed, zeker het contact met de receptie via Whatsapp en de aanbevelingen die we gasten kunnen doen. Het op een leuke en functionele manier inzetten van tech omarmen we, terwijl we niet van plan zijn om een check-in volledig te automatiseren, zoals bij citizenM. Tekenen bij het kruisje hoeft bij onze receptie echt niet, maar we zorgen er wel voor dat onze receptionisten de tijd hebben voor goed contact om de gasten op een prettige manier te begeleiden zoals een vriend dat ook zou doen. Die wens is er wel bij veel gasten.”
Werknemers uit Spanje
Inmiddels zijn we gearriveerd op de binnenplaats op het dak, een plek die op verschillende manieren gebruikt kan worden. “Op het dak hebben we twee verdiepingen gerealiseerd en deze binnenplaats gecreëerd. We gebruiken die voor bijvoorbeeld yogalessen, bootcamps of borrels. Op hetzelfde dak wordt de binnenplaats omgeven door een soort huisjes, die we hier hebben gebouwd. Dat hebben we zo gedaan omdat wij een relatief laag gebouw hebben, vergeleken met de ons omringende panden. In die huisjes vind je familiekamers, met twee verdiepingen, en executive kamers waar de hoogte zorgt voor een mooie beleving.” Eenmaal weer binnen komen we langs de vergaderzalen die stuk voor stuk in gebruik zijn. Een goed teken. “Onze vergaderzalen zijn wel wat rustiger qua kleurgebruik dan de andere ruimtes, dat kun je je wel voorstellen. De wanden kunnen eruit en we gebruiken bewust geen beamers, maar grote mobiele schermen. Op die manier ben je flexibel en zodoende hebben we ook in coronatijd nog best wel goed gedraaid.” Lopend door de gangen komen we enkele personeelsleden tegen, ze spreken Spaans tegen elkaar. “Klopt, we hebben veel Spaanse mensen in dienst, natuurlijk vanwege de krapte op de arbeidsmarkt, maar ook omdat zij het merk kennen. We hadden altijd al veel internationale werknemers, maar nu krijgen we heel veel sollicitaties uit Zuid-Europa. Het personeelstekort in de horeca is er natuurlijk niet voor niets; de arbeidsvoorwaarden en cao hebben daarbij zeker niet geholpen. Bij de GGD’s kregen de horecaverlaters het dubbele salaris en er zijn daar geen onregelmatige diensten. De mensen die daarvan hebben geproefd, krijg je niet zomaar terug. Gelukkig hebben wij voldoende medewerkers en werken we ook samen met opleidingen, ook om te investeren in de toekomst. Tijdens de coronaperiode hebben we veel mensen kunnen behouden en zijn we inventief geweest. Er is bijvoorbeeld in een periode van drie weken een bioscoopfilm opgenomen in het hotel. Normaal kan dat natuurlijk niet, maar in dit geval was het een win-winsituatie.”
We hebben vrijwel ieder soort ruimte gezien in dit prachtige hotel. Wat opvalt en bijblijft, is het oog voor detail. “Zoals je ziet is innovatie niet alleen technologie, maar kun je ook innovatief zijn in sfeer en ruimte. Over elk hoekje in het gebouw is nagedacht, wat voor de projectontwikkelaar zeker uitdagend was; het is niet zo dat er 217 keer dezelfde kamer gebouwd moest worden. In ons geval was het juist 217 keer een compleet verschillende kamer, ook qua indeling. De renovatie duurde zo’n drie jaar vanuit de ruwbouw, inclusief het realiseren van de parkeergarage. Het interieur heeft een jaar gekost.”
Over Burg de Rave
Burg heeft een mooi cv opgebouwd binnen de hotellerie. “Ik heb de Hotelschool gedaan aan het Eurocollege, in 2,5 in plaats van 4 jaar. Daarna ben ik gaan werken voor Bilderberg en vervolgens bij Hilton, waarna ik de schoolbanken weer opzocht voor een master. Dit was bij de Erasmus universiteit, in samenwerking met Hotelschool The Hague. Deze master duurde 12 maanden en werd door een kleine internationale groep studenten gevolgd. Daarna ging ik toch weer terug het hotelleven in en kwam terecht bij Lucas Petit, bij Hoscom dus. Ik ben via het Delta Hotel bij de pre-opening van de ss Rotterdam terechtgekomen. Uiteindelijk werkte ik er zeven jaar, ook nog onder Westcord, waarna ik de overstap maakte naar het net geopende nhow in Rotterdam. Ik werd er adjunct en ben er drie jaar gebleven, waarna ik verkaste naar NH Atlantic, maar na een jaar kwam Room Mate voorbij. Een kans die ik niet wou laten liggen. Tijdens de beginfase was het bemiddelen tussen het Spaanse hoofdkantoor en de lokale aannemer en betrokken partijen zeer interessant.”
NH Hotel Group en Room Mate zijn beiden Spaans, maar toch totaal anders qua organisatie. “Room Mate is onconventioneel en wil zich constant opnieuw uitvinden. NH wil bijvoorbeeld overal een NH, ongeacht de stad. Dat geldt niet voor Room Mate. Wij richten ons vooral op de eigen identiteit van ieder afzonderlijk hotel, waarbij de gasten onze ‘room mates’ zijn en het team bestaat uit ‘roomies’. Het is bij ons allemaal wat informeler, waardoor de eigen inbreng van medewerkers heel groot is. Het is een bedrijf dat openstaat voor verandering en hier in Rotterdam hebben we tijdens de coronaperiode heel snel kunnen schakelen, ook omdat we een jong hotel zijn met een jong team. Hier vind je geen chef-kok die er al twintig jaar werkt en altijd alles doet zoals hij het altijd al deed. Onze definitie van hospitality hebben we omgevormd naar ‘happitality’, we doen bij Room Mate alles voor een warm en goed gevoel van zowel de gast als het personeel.”
Blijf je graag op de hoogte?
Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.