Hospitality Management bestaat 25 jaar. Tijd om terug te blikken op interviews die de aandacht trokken. IBM-woordvoerder Walter van het Hof werd in 1999 bevraagd over het plan van het bedrijf om werknemers meer te laten flexwerken. Daarbij zouden potentieel ook hotels als flexwerkplekken worden ingezet.
De vraag werkt op zijn lachspieren. Of er al reacties uit de hotelbranche zijn? ’Mijn dochter heeft net een oud koetshuis gekocht; zou dàt niks voor u zijn ... ? Zulke reacties,’ verklapt IBM-woordvoerder Walter van het Hof. ’De halve horeca heeft gebeld! Dat komt natuurlijk ook doordat een landelijk ochtendblad het weer eens kort door de bocht heeft gebracht. Alsof we die kantoren morgen zouden openen!'
Een paar maanden geleden sierde het 'IBM-plan' de voorpagina van de Telegraaf; de hotellerie reageerde alert. Iets te alert wellicht, want het plan staat nog in de kinderschoenen. Er wordt door IBM alleen nog maar onderzocht... of het wellicht mogelijk is... om een beknopt netwerk van strategisch gelegen inloopkantoren te openen. Bijvoorbeeld in hotels of motels.
Herbezinning
’Het zou natuurlijk prettig zijn', mijmert Van het Hof, 'als ik overal in het land mijn tijd nuttig zou kunnen besteden door even wat kantoorwerk af te wikkelen. Dus in zo'n hotelkantoor moet zich een bureau bevinden, een computer, een printer, et cetera. Ja inderdaad, ik kan ook met de schootcomputer aan de gang; in de auto op een parkeerterrein langs de snelweg, maar representativiteit speelt natuurlijk ook een rol. IBM heeft toch liever een aantal vaste adressen 'langs de route'. Maar voorlopig zitten we nog lang niet in een gevorderd stadium; er is nog weinig concreets over te zeggen.’
Wel over het waarom. Van het Hof: ’We zijn ons bij IBM steeds meer aan het ontwikkelen van een hardwareleverancier tot een IT-dienstverlener. Dat heeft tot gevolg dat veel van onze mensen minder vaak op kantoor zitten; omdat ze onderweg zijn, bij de klant zitten, en dat er dus steeds meer bureaus grote delen van de dag leeg staan. Dat is niet efficiënt. Vandaar dat we bezig zijn met herbezinnen. Want thuis kun je ook werken, en waarom zou je mensen die in feite niets meer op kantoor te zoeken hebben, nog naar de zaak laten komen? En zouden we het aantal inefficiënte uren van onze buitenmensen niet kunnen terugschroeven? Want ze staan natuurlijk nogal eens in de file ook.’
Maar het contingent IBM-medewerkers in de buitendienst zal toch grotendeels bestaan uit 'engineers' die op lokatie met apparatuur aan het stoeien zijn? Wat moeten die dan nog in een hotelkantoor? ’Nee, het zijn vooral consultants,’ corrigeert Walter van het Hof snel. ’Vaak zijn het mensen die met de klant samen in projectgroepen zitten. Het zijn beslist geen mensen die met een schroevendraaiertje aan de slag zijn, maar IT-architecten, IT-specialisten, IT-dienstverleners. Vandaar dat ik altijd heel duidelijk die laatste s van het woord IT-services uitspreek.’
In feite is het geen nieuws; dat probeert Van het Hof althans duidelijk te maken: 'Het begrip flexwerken bestaat toch al lang? Het gaat er niet meer om wáár iemand werkt en op welke tijdstippen, als het werk maar op tijd klaar is. Thuis kun je veel geconcentreerder werken. Daar word je minder afgeleid; laten we wel wezen. En het contact met kantoor lijdt er niet onder, want iedereen die vanuit huis gaat werken, krijgt van IBM een bureau en een goede stoel, maar ook een ISDN-aansluiting, een notebook waar ze mee kunnen inloggen op het IBM-intranet, een printer, een mobiele telefoon en een persoonlijk telefoonnummer. De ervaring die we er tot nu toe mee hebben opgedaan, is alleen maar positief. De mensen blijken juist heel veel contact met kantoor te houden; ook privé met collega's. Dus van eenzaamheid is geen sprake. En misbruik komt binnen de IBM-cultuur niet voor.’
Theedrinken
Van het Hof hoorde laatst van een collega dat die zich aanvankelijk wel eens schuldig voelde als hij na schooltijd met de kinderen thee zat te drinken. Maar door het gevoel van vrijheid dat die collega inmiddels heeft, zit hij nu vaak ook 's avonds te werken, en is hij meer voor IBM bezig dan de veertig uur die hem worden betaald.
’We hebben hier een 'pilot' opgezet’, aldus Van het Hof, ’en daar zijn honderdtwintig mensen bij betrokken die nu volledig vanuit huis werken. In die pilot onderzoekt IBM, in nauwe samenwerking met de arbodienst, in hoeverre onze werkplekken zich anders en beter laten inrichten. Binnen de IBM-organisatie krijgen we straks acht soorten werkplekken, toegesneden op de verblijfsduur van de werknemer, en op de benodigde representativiteit. In dat kader wordt dus ook (!) gedacht aan de mogelijkheid om dat netwerk van strategisch gelegen werkplekken in hotels op te zetten. Want onze klanten zitten uiteraard door het hele land verspreid.’
Het waarom is duidelijk, het hoe en wanneer staat nog niet in de sterren geschreven. Het kan nog wel een jaar of wat gaan duren voordat we zekerheid krijgen, meent Van het Hof. De afdeling Huisvesting van IBM zal zich te zijner tijd met de keuze van de lokaties belasten. Kleinere familiehotels maken volgens Van het Hof weinig kans. Zelf denkt hij aan vaste contracten met grotere hotelketens, maar nogmaals, in dit stadium is daar nog geen zinnig woord over te zeggen.
Auteur: Han de Gruiter