HOSTA-rapport 2004: Vliegen, vallen, opstaan en weer doorgaan

Auteur: Redactie
Economie 12 september 2004
HOSTA-rapport 2004: Vliegen, vallen, opstaan en weer doorgaan

Op 8 september 2004 presenteerde Horwath Consulting het 27e HOSTA-rapport. De HOSTA 2004 geeft de kerncijfers en financiële statistieken van de drie-, vier- en vijfsterrenhotels in Nederland en de Benelux. Uit het rapport blijkt dat de Nederlandse hotellerie, mede door een teruggang in de luchtvaart, dalende bezettingsgraden, gemiddelde kameropbrengsten en bedrijfsresultaten heeft moeten verwerken. Een verhaal van teleurstellingen en lichtpunten.

De verwachtingen voor de hotellerie in 2003 waren vooraf niet bepaald hooggespannen. Nederlandse hoteliers kampten al enkele jaren met dalende bezettingsgraden, en hoewel de gemiddelde kameropbrengsten in 2002 nog licht waren gestegen, waren slechts weinigen optimistisch.

Minus dertig

De pessimistische gevoelens bleven niet beperkt tot de hotellerie. Volgens het CBS was het consumentenvertrouwen in Nederland aan het einde van 2002 op het laagste punt sinds jaren. De indicator voor het consumentenvertrouwen lag in december 2002 op -30. Dit betekent dat het grootste deel van de Nederlandse bevolking verwachtte dat het slechter zou gaan met de economie. Deze verwachting werd ook gedeeld door het CPB, die een groei van slechts 0,75% voorspelde voor 2003.

Bovenop deze povere economische verwachtingen kwam nog de oorlogsdreiging in Irak. Veel hoteliers voelden al aankomen dat een dergelijke oorlog een negatieve invloed zou hebben op het toerisme, net zoals dat tien jaar eerder het geval was tijdens de Golfoorlog. Wat de hoteliers nog niet wisten, was dat eind 2002 in Azië een nieuwe, zeer besmettelijke longziekte zijn eerste slachtoffers maakte. Deze ziekte, later bekend geworden als SARS, werd op dat moment nog geheimgehouden door de Chinese overheid.

Budgetten

Omdat de vooruitzichten voor de Nederlandse economie in het algemeen en het toerisme in het bijzonder zo mager waren, moesten de budgetten voor 2003 naar beneden bijgesteld worden. Waar begin 2002 de budgetten voor 2003 nog gebaseerd waren op een gemiddelde bezettingsgraad van 74% en een gemiddelde kameropbrengst van € 122, werden deze uiteindelijk gesteld op 72% bezetting en € 108 gemiddelde kameropbrengst. In Amsterdam en Schiphol werd de bezettingsgraad in de budgettering voor 2003 nog gehouden op 79%, maar werd het budget voor de gemiddelde kameropbrengst teruggebracht van € 141 tot € 123, een daling van ruim 12,5%. Uiteindelijk bleek echter dat zelfs deze bescheidenere budgetten nog te hoog ingeschat waren.

Al vroeg in 2003 werd duidelijk dat de situatie een stuk erger was dan vooraf voorzien werd. In 2002 was de kamerbezetting gemiddeld nog geen procentpunt lager uitgevallen dan in 2001. In september 2002 was de bezetting ten opzichte van het voorgaande jaar zelfs nog iets hoger uitgevallen. November 2002 liet een bezetting zien die 3 procentpunten onder het niveau van 2001 lag, maar december 2002 gaf al weer een stabiele bezetting ten opzichte van het voorgaande jaar.

De eerste maanden van 2003 laten echter een veel negatiever beeld zien. Zowel in januari als februari ligt de gemiddelde kamerbezetting landelijk circa 4 procentpunten  

onder het niveau van een jaar eerder. In februari wordt het bestaan van de SARS-epidemie bekend. Kort daarna geeft de World Health Organization een negatief reisadvies uit voor bepaalde delen van Azië. In maart 2003 ligt de bezetting 6 procentpunten lager dan in 2002. Die maand begint ook de oorlog in Irak, als op 20 maart 2003 de eerste Amerikaanse bommen vallen. In april 2003 is de Nederlandse hotellerie op een dieptepunt. Met een bezettingsgraad van gemiddeld 67% is de daling ten opzichte van het voorgaande jaar maar liefst 8 procentpunten.

Teleurstellend

De slechte resultaten slaan er diep in bij de hoteliers. Uit de enquête die Horwath Consulting in het tweede kwartaal van 2003 heeft gehouden, blijkt dat vrijwel geen enkele hotelier nog verwacht dat de resultaten voor 2003 hoger uit zullen vallen dan in 2002. Ook de hoop om het budget voor 2003, dat al naar beneden was bijgesteld, nog te halen lijkt volledig te zijn opgegeven. Gemiddeld wordt verwacht dat de bezetting 5 procentpunten onder het budget zal uitkomen.

De volgende maanden laten een iets minder negatief beeld zien, maar de bezettingsgraden blijven duidelijk beneden het niveau van 2002. Ook september, traditioneel de beste maand van het jaar voor de hoteliers, kan hier weinig verandering in brengen. Met een daling van 4 procentpunten ten opzichte van 2002 is het zelfs de meest teleurstellende maand van het tweede halfjaar te noemen. Uiteindelijk komt de gemiddelde bezetting voor 2003 uit op 65,3%, ruim 5,5 procentpunten lager dan in 2002, en ruim 11 procentpunten onder het topjaar 2000.

De resultaten van 2003 blijken niet alleen op het gebied van de bezettingsgraad teleurstellend te zijn geweest. Ook de gemiddelde kameropbrengst valt sterk tegen in 2003. En dat, terwijl de gemiddelde kameropbrengst al sinds 1996 een stijgende lijn heeft laten zien, zelfs in jaren dat de bezetting daalde. In 2002 was de gemiddelde kameropbrengst nog met 7,5% gestegen, tot € 114. Veel hoteliers moesten echter toch toegeven dat het budget, dat al eerder naar beneden was bijgesteld, ook op dit gebied niet gehaald zou worden. Halverwege 2003 geven de hoteliers aan dat de gemiddelde kameropbrengst naar verwachting ruim 6% onder het budget zal blijven, en zal uitkomen op € 101. Uiteindelijk blijkt de schade, dankzij het tweede halfjaar, nog iets mee te vallen en komt de gemiddelde kameropbrengst uit op € 102. Deze relatieve meevaller kan echter niet verhullen dat er toch sprake is van een daling van ruim 10% ten opzichte van 2002.

De omvang van de schade blijkt nog eens goed, wanneer gekeken wordt naar de Yield, of opbrengst per beschikbare kamer. Deze daalde van € 81 in 2002 tot € 66 in 2003, een daling van 18,5%. Ook de totale omzet per kamer laat een daling zien, van € 49.239 in 2002 tot € 45.725 in 2003. Omdat de kosten niet zo sterk daalden als de omzet, nam het bedrijfsresultaat af van 38,8% tot 33,8%. Het bedrijfsresultaat was sinds 1996 niet meer zo laag geweest.

Herstel

De verwachtingen voor 2004 en 2005 zijn gespannen. De hoteliers, die de klappen van 2003 nog niet geheel te boven lijken te zijn, zijn in de HOSTA 2004 uitermate voorzichtig in hun voorspellingen. De budgetten voor 2004 zijn gedurende 2003 al naar beneden bijgesteld. Voor de bezettingsgraad is nu 68% gebudgetteerd in plaats van 72%. Voor de gemiddelde kameropbrengst is het budget teruggebracht van € 114 tot € 110.

De huidige situatie in de wereld lijkt echter positief. De economieën in Japan, Groot-Brittannië en de VS maken een sterke groei door. De hotels in Londen en New York

rapporteren sterk verbeterde resultaten. In Nederland geeft het CBS aan dat de werkloosheid weer begint te dalen, en heeft het CPB de economische verwachtingen naar boven bijgesteld. Alle geluiden, zowel in binnen- als buitenland, lijken dan ook te wijzen op een herstel in de tweede helft van 2004.

Toch zijn de hoteliers niet gerust. De gebudgetteerde bezettingsgraad wordt nog wel haalbaar geacht, maar de verwachting is toch dat de gemiddelde kameropbrengst zo’n 4 tot 5% zal achterblijven bij het budget. Voor 2005 wordt dan ook een gemiddelde kameropbrengst gebudgetteerd van € 106. Wel wordt verwacht dat de bezettingsgraad weer iets zal stijgen, tot 70%.

Hotellerie en Luchtvaart

In 2003 bleek eens te meer hoe belangrijk de ontwikkelingen in de luchtvaart zijn voor de Nederlandse hotellerie. Vandaar dat Horwath Consulting ‘Hotellerie en Luchtvaart’ heeft uitgeroepen tot het Hospitality Thema voor het komende jaar, en hieraan speciale aandacht besteedt in het HOSTA 2004 rapport. Met 43% is het vliegtuig het belangrijkste vervoermiddel voor Nederlandse hotelgasten. Uiteraard is dit in Amsterdam en Schiphol (64%) belangrijker dan in de rest van Nederland (23%).

Volgens Schiphol werden daar in 2003 bijna 40 miljoen passagiers vervoerd; 1,9% minder dan in 2002. Als negatieve invloeden werden genoemd Irak, SARS en de economie; dezelfde elementen die ook de hotellerie beïnvloed hebben. Opvallend is dat de daling in passagiersaantallen veel minder sterk is dan in hotelgasten. Toch behaalden juist de hotels bij Schiphol veel slechtere resultaten dan hotels in Amsterdam. In de regio Schiphol daalde de bezetting met 7,7 procentpunten, tegen 4,1 procentpunten in geheel Amsterdam en Schiphol. De gemiddelde kameropbrengst daalde met 20% in de regio Schiphol, maar met 5,2% in de gehele regio Amsterdam en Schiphol. In juli 2004 meldde Schiphol een recordaantal passagiers te hebben vervoerd; 7,2% meer dan een jaar eerder. Dit biedt goede hoop voor een positiever resultaat voor de hotellerie.

Het HOSTA 2004 rapport is een publicatie van Horwath Consulting. Het rapport bevat kerncijfers en statistieken van meer dan 240 drie-, vier- en vijfsterrenhotels in Nederland, België en Luxemburg.

2003: een goed jaar

Met zulke teleurstellende resultaten is het logisch om te zoeken naar een oorzaak. De economische recessie, de oorlog in Irak en de SARS-epidemie liggen voor de hand. Een alternatieve filosofie is, dat het niet de externe omstandigheden, maar juist de interne verwachtingen zijn die doorslaggevend zijn in de uiteindelijke resultaten. Het zou in deze zienswijze dan ook goed zijn om niet op de negatieve kanten te concentreren, maar juist uit te gaan van het positieve. Daarom hierbij zeven redenen waarom 2003 een goed jaar was voor de Nederlandse hotels.

1. Het aantal Europese gasten nam in absolute zin toe. Zorgden de Europeanen in 2002 voor een bezetting van 30,6% van de totaal beschikbare kamers, in 2003 was dit 31,5%. Met name Duitsers, Italianen en Oost-Europeanen brachten meer tijd in Nederlandse hotels door.

2. Het aantal individuele toeristen nam eveneens toe, in absolute zin met ruim 13%.

3. Het percentage contante betalingen steeg van 14% in 2002 tot 21% in 2003. Goed nieuws, want over contant geld hoeft geen credit card-provisie te worden betaald, terwijl er ook geen kosten ontstaan door openstaande rekeningen.

4. De hotelbezetting op zaterdag nam toe.

5. Het personeelsverloop daalde van 27% in 2002 tot 21% in 2003. Hierdoor hoeft er minder geld en tijd te worden besteed aan het zoeken van nieuw personeel. Blijkbaar waren in 2003 meer werknemers tevreden met hun werkgever.

6. Het ziektepercentage daalde van 5,1% tot 4,9%. De gemiddelde hotelwerknemer voelde zich in 2003 dus beter dan in 2002.

7. De omzet van de hotelrestaurants nam toe, dankzij een hogere gemiddelde besteding per gast. Gemiddeld betaalde de restaurantgast € 25 per maaltijd, tegen € 23 in 2002.

Horwath Consulting is een organisatie-adviesbureau in hotellerie, toerisme en vrijetijdsindustrie en maakt deel uit van Horwath International. Naast het HOSTA rapport brengt Horwath Consulting het driejaarlijkse Compensation & Benefits for the Dutch Hotel Industry en het tweejaarlijkse GOSTA rapport (Golfbaanstatistieken) uit. Een deel van het verzamelde feitenmateriaal wordt samengevat en gepubliceerd in deze rapporten. Horwath Consulting is gevestigd in Nederland. Meer informatie is te vinden op www.horwath.nl

HM302004

Overig nieuws