HOSTA Rapport: resultaten 2000 overweldigend

Auteur: redactie
Economie 10 september 2001
HOSTA Rapport: resultaten 2000 overweldigend

De resultaten van de Nederlandse hotellerie over het jaar 2000 zijn bijzonder goed te noemen: een gemiddelde kamerbezetting van 76,4%, een gemiddelde kameropbrengst van fl 229,- en een resulterende yield van fl 175,-. Het was een topjaar. Maar blijft deze trend zich voortzetten? Sceptici menen dat de hotellerie al in een dip is beland.

Het HOSTA rapport (de hotelstatistieken die Horwath Consulting jaarlijks uitbrengt) is inmiddels toe aan de 24e editie. Doordat de resultaten van de Nederlandse hotellerie op deze wijze gevolgd zijn, kunnen we makkelijk nagaan dat de laatste echte dip stamt uit het begin van de jaren negentig, met het absolute dieptepunt in 1993, toen de gemiddelde bezetting tot onder de 55% was gedaald. Sindsdien is het eigenlijk alleen maar bergopwaarts gegaan. In 1999 zagen we voor het eerst weer een daling van de bezettingsgraden, maar een nadere analyse toonde toen aan dat - dankzij de sterk gestegen kameropbrengsten - de yield (opbrengst per beschikbare kamernacht) toch met ruim 5% gestegen was.

Minder loonkosten

In 2000 is de gemiddelde kamerbezetting - na de daling in 1999 - weer gestegen, van 75,1% in 1999 tot 76,4% in 2000. Tegelijkertijd bleef ook de gemiddelde kameropbrengst fors doorgroeien, van fl 198,- tot fl 229,-. De yield beleefde hierdoor de grootste stijging ooit: een stijging van ruim 17% van fl 149,- tot fl 175,-.

Het zijn met name de kameropbrengsten die fors zijn gestegen. De overige opbrengsten, waaronder de f&b, zijn minder gestegen. Hierdoor is de verhouding kameropbrengsten/overige opbrengsten gewijzigd van 55%/45% naar 59%/41%. De totale omzet per kamer is hierdoor minder hard gestegen dan de yield: van fl 102.308,- tot fl 106.352,-, een stijging van bijna 4%.

Beter nieuws is, dat de kosten minder snel stegen dan de opbrengsten. Mede door de wijziging in de verhouding kameropbrengsten/overige opbrengsten, drukken de f&b-kosten minder op het resultaat. Zo bedragen de inkoopkosten in 2000 9% van de totale opbrengsten, tegen 11% in 1999. Opvallend is, dat de totale loonkosten, uitgedrukt als percentage van de omzet, zijn afgenomen. Ondanks de veelgenoemde druk op de arbeidsmarkt en de stijgende lonen, is het aandeel afgenomen van 32% in 1999 tot 29% in 2000. Ook hier zien we dat het grootste deel van de daling veroorzaakt wordt door afnemende loonkosten voor de f&b. Hierdoor is het inkomen voor vaste lasten opnieuw gestegen, van 38% tot 41%. Of, uitgedrukt in guldens per kamer: van fl 39.500,- tot fl 44.000,-.

Amsterdam vs provincies

In het HOSTA rapport wordt een onderscheid gemaakt tussen de hotels in de regio Amsterdam en Schiphol, en hotels in de rest van Nederland. Men kan niet ontkennen dat er sprake is van twee totaal verschillende markten. Ruim tweederde van alle vijfsterrenhotels bevindt zich in de hoofdstad, en ook uit de resultaten rechtvaardigen een ‘tweedeling’.

In de provincies lag de bezetting in 2000 op 68,1%, met een gemiddelde kameropbrengst van fl 170,-. Deze resultaten zijn bijna niet te vergelijken met de Amsterdamse cijfers: 85,2% bezetting en fl 279,- gemiddelde kameropbrengst. Misschien is het verschil nog het duidelijkst wanneer gekeken wordt naar de yield. In Amsterdam en Schiphol bedroeg deze in 2000 fl 238, ruim twee keer zo veel als de fl 116 die werd behaald in de rest van Nederland.

Toekomstverwachtingen

Slechte geluiden uit de VS, en in mindere mate uit de EU, worden door sommigen als voortekenen gezien voor slechtere tijden in de hotellerie. Op CNN had men het al over een ‘prijzenoorlog’ in de Amerikaanse hotellerie; in de Nederlandse pers werd gewaarschuwd tegen optimistisch beleggen in hotelketens. Vooralsnog bestaat in Europa weinig reden voor paniek.

Van de Nederlandse hôteliers verwacht 43% dat de gemiddelde kamerbezetting in 2001 minder zal zijn dan in 2000; 25% verwacht dat hij gelijk blijven; 32% gaat uit van een stijging. De meerderheid is echter optimistisch met het oog op 2002: 40% verwacht een stijging, 46% een stabilisatie, en slechts 14% een verdere daling. De verwachtingen voor de gemiddelde kameropbrengst: voor 2001 verwacht 80% een stijging, 11% een stabilisatie en 9% een daling. Voor 2002 verwacht 76% een verdere stijging, en slechts 3% een daling.

Uitgedrukt in harde cijfers komt dit op het volgende neer: in 2001 een verwachte gemiddelde kamerbezetting van 76% en een kameropbrengst van fl 295,-; in 2002 een kamerbezetting van 77% en een kameropbrengst van fl 311. Dit resulteert in een yield van fl 224,- in 2001 en fl 239,- in 2002, ofwel een gemiddelde jaarlijkse stijging van 16% voor de komende twee jaar.

Deze verwachtingen lijken ondersteund te worden door de resultaten in het eerste half jaar van 2001 in Amsterdam. Inderdaad blijkt dat de gemiddelde bezetting hier iets gedaald is, maar dat de gemiddelde kameropbrengsten blijven stijgen, waardoor de yield nog steeds hoger uitvalt dan in 2000.

Met het oog op de langere termijn is de hotels ook gevraagd de belangrijkste ontwikkelingen voor de komende vijf jaar weer te geven. Het meest genoemd werd internet (37%), met name de mogelijkheid voor online boeken. Vervolgens wordt de dalende lijn in de wereldeconomie genoemd (31%). Ook de invoering van de euro en de toenemende ketenvorming staan, met elk 21%, hoog op de lijst.

Internet

Het aantal boekingen via internet is opnieuw toegenomen, van 4% naar 5%. Twee jaar geleden was dit nog maar 1%. Het mag dan ook niet verbazingwekkend genoemd worden dat inmiddels 100% van de hotels een eigen internetsite heeft, terwijl 98% ook nog eens via een andere site op internet is te vinden. Het internet wordt door het grootste deel van de hotels (34%) het meest effectieve marketingmiddel genoemd, gevolgd door direct mail (25%).

Economie

We hebben te maken met een kwakkelende economie, maar de meeste analisten rekenen op een snel herstel. Volgens E.I.U. zal het gemiddelde Gross Domestic Product wereldwijd, na een dieptepunt van circa 2,8% in 2001, weer stijgen tot 3,5% in 2002, en daarna stabiliseren op 4,2% in 2003 en verder. Gegeven de historisch bekende relatie tussen GDP en hotelresultaten, mag dit een reden zijn voor optimisme.

De euro

Volgens de meeste hôteliers zal de euro gunstig zijn voor de Nederlandse hotellerie. Met betrekking tot de gemiddelde bezettingen vallen de verwachtingen mee: de overgrote meerderheid (85%) verwacht niet dat de euro hierop veel invloed zal hebben. Meer wordt verwacht voor de gemiddelde kameropbrengsten: 43% verwacht dat de opbrengsten zullen stijgen dankzij de euro. (Vorig jaar was dit nog 38%.) Overigens geeft minder dan 50% aan de invoering van de euro aan te grijpen om de rack rates te verhogen.

Ketenvorming

Uit de HOSTA enquêtes blijkt dat aansluiting bij een keten zeker voordelen heeft. De resultaten van ketengebonden hotels liggend duidelijk hoger dan die van onafhankelijke hotels. Zo behalen de ketenhotels, mede dankzij de gemeenschappelijke marketingactiviteiten en reserveringsystemen, hogere bezettingsgraden: 76,6% tegen 72,6% voor onafhankelijke hotels. En hoewel er geen verschillen zijn in gemiddelde kameropbrengst (voor zowel ketenhotels als onafhankelijke hotels fl 229,-) is hierdoor de yield voor ketenhotels wel hoger: fl 175,- tegen fl 166,- gulden. Maar het zijn met name de kostenbesparingen die ketenbinding zo interessant maken. Dankzij gezamenlijke activiteiten op het gebied van sales, marketing, administratie, inkoop, et cetera, is het voor het gemiddelde ketenhotel mogelijk een inkomen voor vaste lasten te behalen van 42%, terwijl het gemiddelde onafhankelijke hotel het met 32% moet doen.

Renovaties

Dat er genoeg verdiend wordt in de hotellerie, blijkt ook uit de renovaties die uitgevoerd zijn en nog gepland staan. Ruim 72% van de respondenten gaf aan dat de laatste renovatie minder dan twee jaar geleden was. Toch is maar liefst 96% van plan om in de komende twee jaar opnieuw bezig te gaan met renovaties of verbouwingen. Het gemiddelde bedrag dat hierbij besteed gaat worden, bedraagt fl 3,3 miljoen. Cijfers van Hospitality Management laten zien dat in Nederland meer dan 100 plannen voor het (ver)bouwen van hotelkamers bestaan.

Uit het onderzoek blijkt ook dat veel hotels maar wat graag de beschikking zouden hebben over extra parkeerruimte. Het gemiddelde hotel dat over parkeerruimte beschikt, heeft 135 parkeerplaatsen; gemiddeld 8 parkeerplaatsen op 10 kamers. De gemiddelde bezetting van de parkeerruimte is 75%. Meer dan 70% van de hotels geeft echter aan extra parkeerruimte nodig te hebben.

BENELUX

De resultaten in België en Luxemburg zijn minder positief dan die in Nederland. De gemiddelde bezetting daalde er van 69,9% in 1999 tot 68,0% in 2000. Ook de gemiddelde kameropbrengst laat een lichte daling zien: van 93 euro tot 91 euro. De yield daalde hierdoor van € 64 tot € 62, beduidend lager dan de € 79 die in Nederland werd behaald. Hierbij moet wel worden aangetekend dat door de toename van het aantal deelnemers aan het HOSTA-onderzoek, een verschuiving heeft plaatsgevonden in de verhouding tussen drie-, vier- en vijfsterrenhotels in België en Luxemburg. Wanneer alleen naar de vijfsterrenhotels wordt gekeken, is een zeer duidelijk stijging in yield merkbaar, van € 76 tot € 87.

HM302001

Overig nieuws