De familie Camijn, van Hotel de Kok in Delft, kampt met tegenslag: de voortzetting van het bedrijf, van het huidige hotelpand aan de Houttuinen naar een nieuw te bouwen hotel op de Koepoortplaats, dreigt spaak te lopen. Ontwikkelaar Ceres (een dochteronderneming van sociaal woningbedrijf Vestia) heeft problemen met de bouw van een parkeergarage op deze locatie. In april 2007 heeft Ceres onverwacht de overeenkomst ontbonden. Een bizarre situatie, omdat de oorzaak van de problemen niet bij de familie Camijn ligt.
Het begon allemaal in 1999. De gemeente Delft legt contact met hotel de Kok in verband met nieuwe plannen voor de ondertunneling van het spoor. NS-vastgoed, de gemeente en het hotel sluiten augustus/september 2000 een intentieovereenkomst, waarbij het hotel in de gelegenheid wordt gesteld om te onderzoeken of het huidige stationsgebouw onderdeel kan zijn van een op die locatie te exploiteren hotel. De spoorzone-ontwikkeling in Delft wordt vertraagd en Hotel de Kok zoekt naarstig naar een alternatief. In 2003 komt Hotel de Kok, dankzij bemiddeling van de gemeente Delft, in gesprek met Koepoort Vof over de mogelijke ontwikkeling van een hotel op de Koepoortplaats. Daar wordt ook een ondergrondse parkeergarage en woningbouw ontwikkeld. In 2004 wordt de verkoopovereenkomst met de gemeente gesloten van het complex aan de Houttuinen. In juni 2005 lijkt er schot in de zaak te komen: het hotel sluit een koop/aannemingovereenkomst met Koepoort Vof, bestaande uit ontwikkelaar Ceres en bouwer van Roey. Gelijktijdig sluit de gemeente een contract met Koepoort Vof voor de totale ontwikkeling van de Koepoortplaats. Na jaren van besluitvorming en onderhandeling verwacht de familie Camijn geen kink meer in de kabel, maar helaas is de toekomst nu onzeker.
Schuldige
De ontwikkeling van de parkeergarage in het betreffende gebied kent sinds midden 2006 grote problemen: damwanden zijn niet goed geslagen; in de omliggende woonhuizen komen scheuren; er dreigt verzakking... De nieuwbouw van de garage en de woningbouwontwikkeling loopt daardoor een vertraging op van twee jaar. Op 12 april 2007 barst opeens voor het Hotel de bom. De familie Camijn krijgt een vijfregelig briefje van Ceres waarin staat dat zij de overeenkomst ontbinden. Inmiddels waren de bouwer Van Roey en Koepoort Vof failliet gegaan. Als reden voor de ontbinding wordt door Ceres aangevoerd dat er geen onherroepelijke bouwvergunning ligt. Later geeft Ceres in de pers aan, dat het contract is ontbonden vanwege kostenstijgingen. Ceres wijst beschuldigend naar de gemeente, maar die zegt dat zij de vergunning niet kon verlenen, omdat de ontwikkelaar de benodigde gegevens niet leverde. En overigens zorgde de vertraging in de ontwikkeling van het gebied ervoor dat de bouwvergunning pas later nodig was.
De familie Camijn ziet het als een juridische truc en zoekt steun bij onder meer de gemeente om weer in gesprek met Ceres te komen. Een nieuwe aanbieding van Ceres volgt: de familie Camijn kan het hotel kopen, maar wel voor fors meer dan was afgesproken. Bovendien zou het op zijn vroegst eind 2010 klaar zijn; twee jaar later dan in de oorspronkelijke planning. Dit is een rampscenario voor de familie: hun hotel moet al eind 2008 wijken voor de spoortunnel, dus dat betekent twee jaar lang geen inkomsten en ontslag voor zestien personeelsleden. Ceres wijt de kostenstijging aan hogere prijzen op de bouwmarkt, maar de familie vermoedt dat de projectontwikkelaar het hotel wil laten opdraaien voor tegenvallers in de garage en de woningbouw.
Continuïteit
De familie Camijn gaat gesprekken aan met de gemeente en stuurt brieven naar de betrokken instanties, waaronder ook de directie van Vestia. In de periode oktober 2007 tot januari 2008 vinden driehoeksgesprekken met de gemeente en Ceres plaats. Er zijn tot op dit moment nog steeds openingen om tot elkaar te komen. De reacties van de inwoners van Delft en van collega-bedrijven zijn hartverwarmend. Ook de gemeenteraad van Delft heeft unaniem een motie aangenomen gericht op de continuïteit van Hotel de Kok.
Iedereen hoopt dat het aloude Delftse familiebedrijf kan voortbestaan. Vandaar dat koortsachtig gezocht wordt naar een snelle oplossing. Antoon en Elly Camijn: ‘We zijn blij met de massale steun en rekenen nog steeds op een goede afloop. Wij zien echt wel in dat de ontwikkelaar zijn eigen problemen heeft, maar daar wensen wij niet de rekening voor te betalen. We willen alleen onder reële condities met hem een nieuw contract sluiten. Mocht het niet lukken, dan denken we aan een rechtszaak. Het is voor ons inmiddels een proces van acht jaar lang intensief overleg en onderhandelen, dat nog steeds niet is afgelopen. Wij zetten door, maar het vergt veel van onze energie.’
HM302007