Hotel de Tolkamer, Restaurant Villa Copera

Auteur: redactie
1 februari 2005
Hotel de Tolkamer, Restaurant Villa Copera

Vroeger is ons verteld door de meester - en misschien voorgezegd door een vriendje - dat de Rijn bij Lobith ons land binnenstroomt. Even spieken op de kaart leert ons dat enige bijstelling gewenst is: het is bij Tolkamer. Trokken dan dáár de Batavieren/Bataven ons land binnen? Neen, want de loop van de Rijn is tussen Emmerich en Arnhem ooit ingrijpend veranderd. De loop der dingen... Veel Germanen die vandaag de dag de 'grens' oversteken, worden gastvrij ontvangen door iemand uit een ondernemersfamilie die hotelier werd, maar die zich na verloop van tijd vooral... ondernemer is gaan voelen.

De verrekijker staat klaar in de vensterbank. Zelfs op een regenachtige, grauwe en gure dag heeft De Tolkamer wel iets: de brede rivier stroomt traag - geheel volgens Marsman - door oneindig laagland. Schepen komen voorbijvaren met de onverstoorbare regelmaat van grootvaders klok. 'Ik ging naar Tolkamer om de brug te zien,' zou je bijna met Nijhoff gaan dichten, ware het niet dat dit dorpje een lettergreep te veel en een brug te weinig heeft (geen dus). Dat wordt goed gemaakt door een voormalig douanekantoor, stammend uit 1905. Drie maanden na de afgelopen millenniumwissel begon dit robuuste pand een nieuw leven als hotel.

Een twee-eenheid

Het begon allemaal met een restaurant, te weten Villa Copera, vijf minuten wandelen van Hotel de Tolkamer vandaan. Elf jaar geleden kocht hotelier Kees Hensen het gebouw waar Villa Copera in gevestigd is, maar laten we niet op de zaken vooruitlopen. Hensen: 'Samen met mijn vrouw heb ik op de hotelschool in Maastricht gezeten. Daarna hebben we een skihotel in Oostenrijk gedreven, maar we konden daar niet aarden. Terug in Nederland wilden we graag voor onszelf beginnen; dat werd Villa Copera. Toen kwamen we er vanzelf achter dat hier op het Gelders Eiland - tussen Rijn en Oude Rijn - veel bedrijven hun buitenlandse gasten meenamen naar ons restaurant, maar dat die gasten vervolgens een heel stuk moesten reizen: naar Bilderberg in Velp of naar Elten, net over de grens met Duitsland. Bij Villa Copera een hotel bouwen - wat onze eerste gedachte was - ging niet vanwege geluidsoverlast van een nabijgelegen steenfabriek; toen kwam plotseling dit gebouw leeg te staan. Een week later was het van ons.'

In eerste instantie werd het bestieren van Hotel de Tolkamer aan een ander overgelaten, maar in 2003 pakte Hensen - niet geheel tevreden over de bevadering van zijn geesteskind - zijn oude handwerk (hotelier) weer op. De uitbating van Villa Copera had hij verkocht, dus niets stond hem nog in de weg. 'Sinds twee jaar loopt het allemaal lekker,' zegt hij content. 'De twee zaken blijven overigens onlosmakelijk met elkaar verbonden: het hotel van Copera is De Tolkamer, en het restaurant van De Tolkamer is Copera.' (De villa is nog steeds zijn eigendom.)

In het Grand Café dat zich binnen de muren van het hotel bevindt, worden tapa's en dagschotels geserveerd; voor een culinair product op niveau kan men terecht in Villa Copera. (De naam betekent zoveel als 'succesvol strijden tegen'. De strijd tegen het water, uiteraard; de oude waterkering staat in de tuin van de uit 1862 daterende villa.) Voor Hensen snijdt het koksmes aan twee kanten: enerzijds is Villa Copera het restaurant waar als vanzelfsprekend de hotelgasten dineren, anderzijds wordt het niet echt als een hotelrestaurant gezien, dus passanten hebben niet te kampen met drempelvrees. Hensen: 'Op een zaterdagavond zitten daar zo'n twintig gasten uit het hotel, maar niemand beschouwt hen als hotelgasten.'

Stomme ambtenarij

Een hotelier die een mooi oud gebouw koopt en daarvan een hotel maakt, kan zich gelukkig prijzen met het feit dat hij heel veel gestalte kan geven precies volgens zijn eigen ideeën en inzichten. Hensen koos voor achttien kamers, de ene duidelijk anders dan de andere. 'Onze hotelkamers hoeven trouwens niet zo heel veel te hebben,' zegt hij. 'Het gaat om het uitzicht. Dat verkoopt zichzelf. Op de tweede verdieping hebben we de romantische kamers; op de eerste de zakelijke. Het bad staat bij ons gewoon in de slaapkamer. Open badkamers dus; vanuit hun bad kunnen onze gasten op het water kijken.'

Hensen krijgt voor een moment een grimmige trek om zijn mond. 'We hebben net weer die [...!] van de sterren op bezoek gehad. Ze begonnen weer te zeuren. Ik heb ze gezegd: "Het maakt me niet uit. We hebben nu drie sterren; als jullie per se dichte badkamers willen, vind ik jullie ten eerste vreselijk ouderwets, ten tweede gaan we ons dan gewoon anders noemen. Zo simpel is het. Stomme ambtenarij. Ik luister al vijf jaar niet naar ze, en we hebben al vijf jaar drie sterren. Daarom ben ik ondernemer geworden: om me niet door dit soort mensen regeltjes te laten opleggen.'

Brandmelding

Aan een aantal regels ontkomt zelfs een eigenzinnige ondernemer niet, moet Hensen toegeven. 'We hebben hier vorig jaar weer voor 25.000 euro verspijkerd vanwege de brandvoorschriften. Vorige week weer een "lekkere" verandering: we hebben een brandmeldcentrale die de melding doet naar particulieren; dat kost 240 euro per jaar, maar nu moet de melding rechtstreeks gedaan worden naar de brandweer. Kosten? Zo'n 17.00 euro per jaar! Nu net een brief gehad met de mededeling dat we ook een beheerder brandmeldinstallatie moeten hebben. Ik moet vier keer op cursus, kosten 55 euro. Zodat je weet hoe je op die grote rode knop moet drukken. We zijn met ons allen toch hartstikke gek in Nederland!'

Dat Hensen wars is van overbodig 'gedoe' uit zich ook in de sfeer binnen het hotel. Alles is informeel: de kleding van de hotelier, de huiselijke inrichting, de 'weerspannige' opstelling van de bedden (diagonaal de kamer in), de flexibele omgang met ontbijttijden... 'In een boek staan wel ergens tijden hoor, maar je probeert toch zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van de gasten.'

Vrijwel alle boekingen komen binnen via de eigen website en via andere sites. Hensen: 'Het weekeinde is nooit zo moeilijk, dan zitten we praktisch altijd wel vol. De eerste drie jaar was het wel lastig om door de week een goede bezetting te realiseren, maar nu weet men ons te vinden. De bedrijven in deze omgeving zijn vrijwel allemaal internationaal georiënteerd; hun gasten worden bijna altijd bij ons ondergebracht. We hebben een bonusprogramma voor secretaresses... Voor ons is het voldoende dat ze van ons bestaan weten: we hebben hier immers verder geen hotels die zich op dezelfde markt richten.'

Indrukwekkende vergaderaccommodatie heeft De Tolkamer niet: in het hotel enkel een zaaltje voor maximaal tien personen, in de villa tot twintig personen. Dat brengt ons op de uitbreidingsplannen. Hensen: 'Bij het restaurant wil ik een congreszaal bouwen. Voor het hotel, op de kade, moet een theehuis komen; daar gaan we dan "streetfood" serveren: tapa's, taco's, hamburgers, bratwurst, enzovoort. Het Grand Café komt dan te vervallen; daar gaan we lekker op de bank hangen, flatscreen aan de wand... Maar ja, we wachten al twee jaar op een vergunning.'

Voldoende gelobbyd? - 'Lobbyen? Een schop onder de kont geven. Praat me er niet van! Ik werd vorige week gebeld door een vriend van me die vroeg: "Ga je mee naar Zuid-Afrika, om daar een hotel te beginnen?" Ik had het bijna gedaan. De mentaliteit hier in Nederland is zo vreselijk! De wethouders vallen nog wel mee: die willen vaak wel. Maar hun ambtenaren, de waterschappen, de provinciale staten... Ik heb twee jaar moeten strijden om dat loopbrugje voor mijn hotel te mogen leggen.'

Het hele land

Als het allemaal gaat zoals Hensen zich gedacht heeft, is het Gelders Eiland, gelegen tussen Oude Rijn en Boven Rijn, binnenkort te klein voor zijn bedrijf, met betrekking tot vraag en aanbod. 'Als je hotelaccommodatie aanbiedt, en een goed restaurant, plus ook nog eens goede zalen, is de doelgroep het hele land. Villa Copera leent zich met de grote tuin, gelegen aan het water, met eeuwenoude bomen, uitstekend voor feesten en partijen. Ik zou bovendien best een hotel hier in de buurt willen overnemen. Met een vriend van mij die aandeelhouder is van De Tolkamer, doe ik ook onroerend goedprojecten. We zijn appartementen aan het neerzetten. Dat is leuk.' - Is Kees Hensen meer een ondernemer, of toch meer een hotelier? - 'Nee, ik ben meer een ondernemer. Overigens zal ik wel altijd in de horeca blijven hoor.'

DE CIJFERS:

Kamers: 18

Omzet logies + ontbijt: ca. 300.000

Omzet restaurant: ca. 500.000

Omzet Grand Café: ca. 80.000

Zalen: 2

Terras aan de kade

Omgeving: natuurgebied de Gelderse Poort; watersportgebied De Bylandt

HM302005

Overig nieuws