De autoradio begint te storen: kennelijk reikt niet elke zendmast of zender tot Delden. Hospitality Management trekt evenwel van zuid naar noord en van west naar oost. Sky Radio mag het dan wel laten afweten, maar de zon breekt door boven het fraaie Twentse landschap. In Delden passeren we Voetbalvereniging Rood-Wit; even later zitten we naast een piano waarop ‘Black and White Rag’ van Botsford opengeslagen ligt. Het is hier een land van kleine indrukken in een welhaast serene rust.
Het kleine Delden is een stad; laat dat alvast gezegd zijn. Dit stadje ligt aan de rand van een landgoed (4.000 hectare), te midden van uitgestrekte eikenbossen. ‘Het landgoed Twickel is een uniek cultuurhistorisch erfgoed en biedt uitstekende mogelijkheden voor een dagje uit.’ - Dat kunnen we lezen in de brochure. ‘Breng eens een bezoek aan de kasteeltuinen en het park, de landgoedwinkel en de moestuin, of laat u thee inschenken in de oranjerie.’
Vlakbij ligt Hotel de Zwaan. Voorwaar, een ‘koninklijke’ naam, passend bij een hotel in de buurt van een 16e eeuws slot. Ware het niet dat een zwaan eertijds andere associaties opriep... Kenners van de Griekse mythologie denken bij een zwaan eerder aan... Nou ja, aan ‘making love’, om de wat minder vleselijke Engelse uitdrukking maar te gebruiken. Bij de stadspoorten vond je wel vaker een pand dat vrouwen van lichte zeden herbergde. De Zwaan werd een pension; later een hotel.
Warm bed
De hotelhal/salon ademt het verleden - niet het vleselijke of zinnelijke, maar iets dat met klassieke gastvrijheid en sociëteitachtige geborgenheid te maken heeft. Behalve de reeds genoemde piano staan er comfortabele luie stoelen; een opgezette fazant; de Hermes van Praxiteles; zwaar verzilverde roomstelletjes op de tafels... Frits Hulshof, de hôtelier, heeft oog voor de ‘couleur locale’ van een Twents familiehotel.
En dat terwijl hij toch uit een heel andere hoek komt. Hulshof: ‘De Hogere Hotelschool in Den Haag gedaan, waar ik natuurlijk klaargestoomd werd voor een functie als general manager binnen een grote keten. Dus bedrijfsleider geweest; regiomanager; general manager van een Best Western hotel... Mijn tijd binnen Best Western was ontzettend leuk en het was een heel goede leerschool, maar ik kreeg eigenlijk steeds minder met de horeca op zich te maken: veel bezig met personeelsbeleid; met cijfers, met wetgeving... Dat was het toch niet echt voor mij. Ik begon te denken aan een klein restaurant. In de tussentijd - terwijl ik nog zoekende was - heb ik maar even gewerkt als hoofd hoteldienst in een verzorgingstehuis. Daar heerste echter een mentaliteit van ‘we moeten vandaag maar weer aan het werk, want er moet toch geld verdiend worden’ - vreselijk! Gelukkig werd ik al snel gebeld door iemand van de Stichting Twickel - de eigenaar van De Zwaan - met de vraag of ik de exploitatie zou willen doen.’
Vroeger kon je er - in het prachtige verbloemde taalgebruik van destijds - een ‘warm bed’ krijgen; in dat huis van lichte zeden. Daarna werd het zo’n echt pension, waar sommige mensen rustig zes weken achtereen verbleven. Wat voor groep toekomstige gasten stond Hulshof voor ogen, toen hij besloot de exploitatie te kopen? ‘Hier kun je niet zo heel veel met doelgroepen,’ zegt hij aarzelend. ‘Delden is, vanwege de natuur en het landgoed, best een bekend stadje, en Hotel de Zwaan is, dankzij een lange historie, ook redelijk bekend. Wij willen de identiteit van het hotel niet veranderen. Datgene wat vergane glorie geworden is, gaan we terugbrengen tot nostalgie: de sleet moet eruit; het nostalgische zullen we benadrukken. De Zwaan moet een hotel blijven voor mensen die lekker willen fietsen of golfen - een doelgroep van net gepensioneerden wellicht, die willen genieten van lekker eten en wandelingen in de prachtige loofbossen.’
Geen zorgen
De grootste aaneengesloten eikenbossen van West-Europa; niet zomaar eindigen veel plaatsnamen in Salland en Twente op ‘lo’ of ‘loo’ (= bos/woud). En dat lekkere eten zit ook wel goed, want Frits Hulshof is meer een horecaman dan een hotelhouder sec. Dat plannetje met betrekking tot een eigen restaurant ging niet door, en toch ook weer wel: hij heeft er alleen negen kamers bij gekregen. Het hotel-restaurant neemt een voorname plaats in; niet alleen qua ruimte (met rondom grote ramen), maar ook qua bedrijfresultaten.
Delden telt veel kamers; in zeker zeven of acht hotels. ‘Voor elk wat wils,’ aldus Hulshof. ‘Van vrachtwagenchauffeurs tot directeuren van grote ondernemingen. Iedereen vindt hier wel een hotel van zijn of haar gading. Er bestaat wel degelijk een zakelijke markt in Delden, waarin tweesterrenhotel (de oude classificatie) De Zwaan zich niet onbetuigd laat. Hulshof: ‘Ik bevind mij liever hoog in een lage classificatie dan laag in een hoge. We verkopen immers beleving. In die belevingswereld zijn we momenteel flink aan het investeren: de kamers moeten nog gebeuren; die krijgen straks geen nummers meer, maar een naam - een beetje thematisch dus. Iedere kamer gaan we afzonderlijk inrichten. Als we op de rommelmarkt een mooie kast tegenkomen, nemen we die mee voor een van de kamers.’
Enige aarzeling ten aanzien van investeringen, met een recessie in zicht en een rondmarcherende supermacht? ‘Daar ben ik absoluut niet bang voor. Ik kan niet voor de gehele horeca spreken, maar de collega’s die ik gesproken heb, zijn redelijk tevreden over het eerste kwartaal. Het kostenniveau is gestegen, dus de marges zijn wat minder geworden, maar van een omzetdaling is vooralsnog geen sprake. Er is oorlog en de economie laat te wensen over, dus velen voelen zich geroepen om te gaan klagen, maar ik betwijfel of we ons zorgen moeten maken. Als je afhankelijk bent van Amerikaanse gasten; ja dan... Mochten ook de Nederlanders en onze Duitse vrienden even geen zin hebben in verre reizen, dan is dat voor ons alleen maar gunstig: dan komen ze fijn hier in de bossen wandelen.’
De prijzen in dit charmante hotel - zie het kadertje aan het einde van het artikel - vallen alleszins mee. ‘We willen ook niet te hoog zitten,’ verklaart Hulshof. ‘Met hoge prijzen wek je een hoog verwachtingspatroon, en het leuke van ons vak is nu eenmaal dat je het de gasten volkomen naar hun zin kunt maken. Gewoon een goed product tegen een schappelijke prijs; dan gaan de gasten tevreden de deur uit.’
Gewoon genieten
Het à la carte restaurant van De Zwaan loopt goed, maar het is vooral de partijenmarkt die geld in het laatje brengt. Zestig tot zeventig personen voor een diner; circa 170 voor een feest - het is niets bijzonders. Het restaurant, de salon en een apart zaaltje - dat evenals het restaurant in het licht baadt dat door grote ramen naar binnen valt - kunnen probleemloos aan elkaar geschakeld worden.
Faciliteiten zijn er weinig. De kamers zijn voorzien van: kabel-tv met afstandsbediening; een radio met wekker; een telefoon; douche of bad; toilet; sommige hebben een minibar. Er is wekservice en een elektrische broekenpers. Voor de rest: gewoon genieten. De ‘wellness’ moet uit de rust, het lekkere eten en de natuur komen.
Hoe kijkt Hulshof, die immers bij Best Western vandaan komt, aan tegen het fenomeen ‘branding’? ‘Als er een brandingkoning is, dan is dat Best Western wel,’ erkent hij lachend. ‘Je moet als zelfstandige harder werken om je hotel vol te krijgen; je bent immers moeilijker te vinden. Aan de andere kant doen we het gezellig met ons tweeën, mijn vrouw en ik, en we hoeven aan niemand verantwoording af te leggen. Voor het f&b-gedeelte hebben we geen bekend logo nodig, en ach, die negen kamers zijn doorgaans ook wel bezet. Wat is trouwens een keten die bij je past? In theorie zouden we, met onze negen kamers, een Best Western hotel kunnen zijn, ware het niet dat we op minder dan 25 kilometer van een soortgelijk hotel zitten dat al tot die keten behoort. En lichtblauw op de gevel van dit pand, of een andere in het oog springende ketenkleur... Dat kun je niet maken. Een Holland Hotels bijvoorbeeld, kan wel interessant zijn. Ze hebben natuurlijk boekjes, gidsen, een marketingapparaat...’
De kamers in De Zwaan zijn ‘seizoensgevoelig’; het restaurant en de zalen volstrekt niet. Hulshof: ‘We hebben een paar grote bedrijven in de buurt zitten; die brengen veel mensen hier onder. De eerste avond dat ik hier achter de bar stond, zaten er een Israëliër, een Koreaan, een Zwitser en een Amerikaan. Ik dacht toen ook: wat doen jullie in vredesnaam in Delden?’
Regelgeving
Zijn er zaken waar een hôtelier in het oosten van ons land zich zorgen over maakt, ver weg van de grootsteedse en macro-economische beslommeringen? Jawel, de regelgeving en de ambtenarij rondom gebruiksvergunningen. ‘Een bedrijfje als dit heeft niet veel draagkracht,’ zegt Hulshof. ‘Volgende week komen ze weer kijken. Ik hoop dat ik dit houten plafond mag houden, en de houten trap en andere karakteristieke zaken in dit pand. Ik kan niet zomaar een dure brandmeldinstallatie of andere voorzieningen bekostigen. Ik maak mij niet zozeer zorgen over de dalende economie, als wel over allerlei dingen die de overheden verzinnen om ons op kosten te jagen. Een collega heeft net pas 50.000 euro moeten investeren... Als ze dat hier gaan eisen, kan ik de zaak sluiten. Ik ben immers net een jaar bezig; met negen kamers! Gelukkig hebben wij een grote stichting - onze huurbaas - achter ons staan, dus we zullen het wel redden, maar ik zie de toenemende regelgeving als een bedreiging voor de hotellerie. Veiligheid? Natuurlijk! Maar straks komen ze weer met aangescherpte eisen ten aanzien van het milieu, enzovoort.
’Recessie of niet; wat zou Nederland arm zijn zonder hotelletjes als dit.
Kamers: 9
Eenpersoonskamer: € 60,-
Tweepersoonskamer: € 70,-
Restaurant (à la carte)
Zalen: 2
Logies / f&b: ca. 25% / 75%
Omzet: ca. € 500.000
HM302003