Hotel en Congrescentrum Belmont: vuur en bloed, maar geen wijn

Auteur: Jason van de Veltmaete
2 juni 2001
Hotel en Congrescentrum Belmont: vuur en bloed, maar geen wijn

Wie had het kunnen vermoeden, bij de aanblik van dit moderne, zes jaar oude viersterrenhotel in de Lunterse bossen? Maar rondstruinend over het ruim bemeten stuk land dat bij Belmont hoort, verschijnt tussen de bomen een oud, enigszins verwaarloosd gebouw. Op afstand zijn de stapelbedden achter de ramen zichtbaar; de opvallende trapjes die naar de verschillende vertrekken leiden; de stenen pingpongtafel... We noemden het ‘werkweken’: weg uit de sleur van de leslokalen; eenmaal per schooljaar. De werkweek in Lunteren - dertig jaar geleden - komt bovendrijven. Zouden de verwende hotelgasten, op een paar steenworpen afstand, zich net zo goed amuseren als wij destijds?

Tachtig jaar geleden was het Leger des Heils hier al aanwezig. Jawel, Belmont is eigendom van deze caritatieve organisatie. Vandaar de kop van dit artikel: in de lounge hangt een kunstwerk waarop de woorden vuur en bloed staan - het heilige vuur; het bloed van Jezus. ‘Destijds heeft een aardige baron een deel van zijn landgoed beschikbaar gesteld voor landdagen en dergelijke,’ vertelt mevrouw Gerrie Ligtelijn, directeur van Belmont. ‘Die baron bleek zo gecharmeerd te zijn geraakt van het Leger des Heils, dat hij vierenzestig jaar geleden dit terrein - zeven hectare groot - afstond voor het symbolische bedrag van een gulden.’

Opnamestudio

Er komen nog steeds zo’n 350 jongelui elk jaar hier toeteren (jeugdmuzikantendagen), maar het recreatie en vormingscentrum van het Leger des Heils was natuurlijk nimmer kostendekkend. Bovendien kwamen steeds meer externe recreanten, zoals scholen, van de natuur en de faciliteiten genieten. Ligtelijn: ‘Zakelijk gezien konden we dat niet op zijn beloop laten, want de verliezen werden te groot. Vandaar dat we hier zes jaar geleden een volwassen viersterrenhotel geopend hebben.’

Het gebouwtje voor de groepsaccommodatie staat er dus nog; het heet De Herberg en het biedt ruimte aan 120 ado’s (adolescenten). Op open plekken in het bos staan pvc-tenten; hier kunnen nog eens 300 tieners zich ‘te buiten’ gaan. Een week of zes per jaar wordt dit deel van het terrein bezet door de jeugd van het Leger des Heils. En dan nog de vluchtelingenkampen... Dat klinkt een beetje gek, maar het zijn kampen die georganiseerd worden voor de kinderen van vluchtelingen die in Nederland (tijdelijk) opvang genieten - een weekje weg uit de echte kampen dus.

Moet een viersterrenhotel die mooie doelstellingen kostendekkend maken? Dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Ligtelijn: ‘Het Leger kreeg steeds meer behoefte aan een centrum waar de eigen opleidingen (voor circa 3000 mensen, verdeeld over 58 afdelingen) gegeven konden worden; en waar de eigen conferenties gehouden konden worden. Dat staat voor 40% van onze omzet; de rest zetten we gewoon in de markt. Zo komen we tot een sluitende exploitatie. Het Leger betaalt overigens dezelfde prijs als de andere gasten.’

Maar daar krijgen ze dan wel wat voor: uiteraard een hotel waar geen alcohol geschonken wordt - daarover straks meer - en nota bene een cd-opnamestudio. ‘Het Leger des Heils toetert nog steeds naar eer en geweten’, lacht Ligtelijn, ‘dus ze komen hier een paar maal per jaar opnames maken. Daar blijft het niet bij: ik heb net de Miltaire Kapel Bereden Wapenen en een mannenkoor opgenomen.’

Normaal?

Gerrie Ligtelijn is hier ooit binnengekomen als administrateur. ‘Ik was een aardige huisvrouw met een behoorlijke opleiding die zo langzamerhand alle stripboekjes wel verkeerd had zien liggen,’ vertelt zij enigszins enigmatisch. ‘Inmiddels was ik al directeur van de kinderspeelzaal in Ede geweest en ik dacht op een gegeven ogenblik: Laat ik eens bij het Leger des Heils gaan kijken of ik daar de administratie mag gaan doen, want dan kan ik mijn eigen tijd indelen. Dat kon ik dus goed met mijn gezin combineren. Toen was hier net sprake van nieuwbouw. Nadat ik een tijdje het interim-management had gedaan, kon ik directeur worden. Daarvoor hoefde ik trouwens geen lid te worden van het Leger des Heils. Ik moest alleen de doelstellingen kunnen onderschrijven, en dat was natuurlijk geen probleem; daar kunnen heel veel mensen hallelujah op zeggen.’

Als een ware spraakwaterval vermeldt Ligtelijn terloops dat zij de benodigde hotelpapieren heeft gehaald, Hoger Management heeft gedaan en Bedrijfskunde heeft afgerond. ‘In principe ben ik puur bezig met de financiën en het vol krijgen van dit bedrijf, dus ik hoef echt niet te kunnen serveren, hoewel ik wel met drie borden kan lopen; dat heb ik erbij geleerd, omdat ik vond dat ik moest weten waar ik over sprak.’

Wat wil Belmont bieden aan de hotelgasten? Ligtelijn: ‘In de eerste plaats hospitality; daarom heten wij Belmont. Het is de titel van een lied van het Leger des Heils dat spreekt over hospitality. We zijn in vrijwel alle opzichten een normaal hotel dat een heel goed product biedt.’

In vrijwel alle opzichten... Akkoord, het recreatieve product (De Herberg, de tenten en de sportvelden) en het viersterrenhotelproduct (annex congrescentrum) raken elkaar nauwelijks: als het hoogseizoen losbreekt voor de jeugdige recreant, is het laagseizoen voor de vergadermarkt, en het terrein is trouwens groot genoeg. Dat betekent overigens wel dat Belmont geen lastige pieken en dalen kent: dit bedrijf draait het hele jaar op hoge toeren. (Het personeel is niet ‘gescheiden’: de kok staat ook regelmatig patatten te bakken.)

En geen alcohol... Direct na de opening stond Golden Tulip op de stoep, maar die hebben hun avances niet doorgezet; daarvoor was Belmont net iets te bijzonder. Ligtelijn: ‘Toch waren we in drie jaar kostendekkend. Mocht u dat borreltje echt graag willen, dan brengen we u graag naar de Lunterse Boer. Onze gasten krijgen geen drankverbod opgelegd: we vragen ze slechts solidair te zijn aan onze doelstellingen.’

De minima

Dankzij dat alcoholvrije karakter is Belmont het grootste stagebedrijf van Nederland voor mensen die in het verleden te vaak te diep in het glaasje gekeken hebben. Ligtelijn: ‘Probeer als kok maar eens werk te vinden in de horeca als je alcoholverslaafd bent geweest. Aan een ander deel van ons personeel worden dan ook wat bredere eisen gesteld: zij moeten sturend kunnen optreden en als mentor kunnen functioneren.’

Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt hoeft Belmont niet te soebatten om aan zulk ‘stevig’ personeel te komen. ‘Ik verlies weinig mensen,’ zegt Ligtelijn. ‘Men heeft het hier kennelijk erg naar de zin; en ik heb een goed netwerk voor het binnenhalen van nieuwe medewerkers.’

Allemaal wel degelijk buitengewoon dus, en het meest opmerkelijke is dit: Belmont heeft speciale arrangementen voor mensen die van een minimuminkomen moeten rondkomen. Hoe gaat dat in zijn werk? ‘Wij leveren niet een apart product voor de minima,’ benadrukt Ligtelijn. ‘We leveren een viersterrenproduct, en nou zijn er toevallig mensen in ons land die geen viersterrensalaris hebben.’ - Bankafschriften overleggen? - ‘Het is inderdaad zo dat wij een bewijs vragen. Dat kan een verklaring van de Sociale Dienst zijn, wanneer iemand bijstand krijgt, maar iemand die een minimuminkomen heeft en een kind dat ziek is, komt ook in aanmerking. We zijn daar soepel in. Aan al die mensen vragen we een eigen bijdrage van 25 gulden per persoon per dag; dat is omdat men graag meebetaalt aan de eigen vakantie; dan is het geen liefdadigheid - dat is immers allang uit de mode. Aangezien die 25 gulden voor hen net zo veel is als 250 voor een ander, voelen zij zich evengoed gerechtigd om eventuele klachten of kritiek te uiten.’

Belmont heeft een ‘organisator bijzondere arrangementen’. Gezinsvakanties, seniorenvakanties... Voor elk wat wils; voor elke groep een op maat gesneden programma. De minima vormen geen aparte groep: zij maken net als elke andere gast een keuze uit het rijke aanbod. ‘Alleen de administrateur en ik weten dat zij anders betalen,’ verklaart Ligtelijn.

Het behoeft geen betoog dat de diversiteit aan gasten groter is, in Belmont, dan in andere viersterrenhotels. Congresgangers, notabelen, bijstandsmoeders en wellicht ook een paar polonaiseliefhebbers of levende poltergeisten. Ligtelijn: ‘Het vraagt een gigantische flexibiliteit en een stukje creativiteit. Wanneer we hier mensen uit het centrum voor maatschappelijke opvang hebben; mensen die een psychiatrisch verleden hebben; mensen die roken als een schoorsteen; mensen die nauwelijks te motiveren zijn om met ons één dag een programma te draaien... dan kan ik natuurlijk de hal binnenlopen en zeggen “Jongens, jullie zijn hier vandaag niet welkom, want er komen zo andere gasten”, maar ik zeg liever “Jongens, jullie zijn hier een hele week en hebben extra voordelen: jullie mogen vandaag roken in de huiskamer”. Het terrein en het gebouw zijn groot genoeg om de groepen uit elkaar te houden. Je mag mensen best met elkaar confronteren, maar je hoeft ze niet met elkaar op te schepen.’

Nieuwbouw

En dan komt het hoge woord er toch uit: ‘Wij zullen nooit hotelgasten binnenhalen zonder ze te vertellen dat wij een heel bijzonder bedrijf zijn. Wij zullen dus ook niet nalaten iedereen te vertellen dat hier geen alcohol geschonken wordt.’

Natuurlijk is Belmont een bijzonder bedrijf: prima vergaderfaciliteiten; een mooie concertzaal; een opnamestudio; een eigen personenbus; een ‘programmaservice’ waarin compleet verzorgde dagtochten en bezoekjes aan attracties aangeboden worden... Voor de begeleiding van speciale groepen kan Ligtelijn rekenen op een grote groep van circa dertig vrijwilligers die ofwel gespecialiseerd zijn in jeugd, ofwel in ouderen. ‘En als ik het zelf niet kan leveren, dan huur ik het in,’ zegt zij. ‘Dat geldt voor al mijn producten.’

Het hotel moet zichzelf bedruipen. Ligtelijn: ‘Op een zeker moment moet hier een bedrag vrij gaan komen dat omgezet zal worden in het sociaal product; op dit moment krijg ik voor het sociaal product nog zo’n 4,5 ton per jaar subsidie van het Leger des Heils. Dat is voor ongeveer elfhonderd overnachtingen per jaar.’

De omzet van het hotel bedraagt ruim drie miljoen, waarbij het geen verrassing zal wekken dat hier de winst niet in de borrel zit. Toch is het restaurant de grootste bron van inkomsten. Dat zal nog meer worden, want momenteel zijn de voorbereidingen voor nieuwbouw in volle gang: twee restaurants - een grote (375 personen) en een kleine - plus zes vijftigpersoonszalen. De groepsaccommodatie - jawel, dat nostalgische gebouwtje uit de inleiding van dit artikel - zal er aan moeten geloven. ‘Overal in deze omgeving rijzen de groepsaccommodaties als paddestoelen uit de grond,’ aldus Ligtelijn. ‘Hoewel we nu nog goed in die markt liggen, vind ik dat onderdeel van ons bedrijf niet echt passen bij de rest: we zijn immers een hotel en congrescentrum met vier sterren. Het hoort echter wel bij het product dat het Leger des Heils dient te bieden. We hebben daarom een concessie gedaan: het pvc-tentenkamp blijft van mei tot aan oktober open voor de totale markt. Maar we hebben sterk behoefte aan extra restaurantruimte en aan meer vergaderzalen. Die zalen zullen drie maanden per jaar gebruikt gaan worden als recreatieruimten, met in elke zaal vier stapelbedden. Het toverwoord is multifunctionaliteit.’

Enigszins beduusd na dit schokkende bericht, nog even ronddwalen over het werkweekterrein. Het zal allemaal best wel mooi worden.

Over het hotel:

Naam: Hotel en Congrescentrum Belmont
Kamers: 50
Logies: 38,75 euro (fl 86,-); eenpersoonstoeslag 13,50 euro (fl 30,-)
Zalen: 6 (tot 350 personen)
Omzet: ca. 3 miljoen
Percentage f&b: 70%
Arrangementen: 6; weekend, midweek en week 

HM302001 

Overig nieuws