Hotel-restaurant Ie-Sicht: verstilde belevenis aan de waterkant

Auteur: Jason van de Veltmaete
2 oktober 2002
Hotel-restaurant Ie-Sicht: verstilde belevenis aan de waterkant

In zekere zin is de watersport in Nederland uitgevonden: in het begin van de 17e eeuw vermaakten onze voorvaders zich reeds met zogenaamde spiegelgevechten, maar na verloop van tijd verdween de krijgshaftige oorsprong van al dat gemanoeuvreer, zoals de zeilen van een oorlogsvloot aan de einder. Tegenwoordig kunnen we bogen op Sail Amsterdam: prachtige windjammers brengen de vervlogen gloriedagen van de 19e eeuwse zeevaart naderbij. Flevoland, de 20e eeuwse provincie die niet los te denken is van het einde van de Zuiderzee, herbergt de Batavia en straks de Zeven Provinciën. In Friesland vergapen jaarlijks duizenden bezoekers zich - tijdens het skûtsjesilen - aan de bruine binnenvaart van weleer. De Wijde Ee (Ie op z’n Fries) is een meer waarop skûtsjes, valken, 16-kwadraats, jollen, tjotters, enzovoort, elkaar de loef afsteken; een meer waarop menig schipper gaarne overstag gaat om even af te meren bij een hotel dat bijkans in het water ligt. Dat hotel was helaas ‘aan lager wal’ geraakt, maar het heeft nu weer de wind mee.

Vroeger - tot zo’n twintig jaar geleden - heette de eigenaar Bakker, en hoe gaat het dikwijls, wanneer een hôtelier in bijzondere mate gezichtsbepalend is voor zijn bedrijf? Ie-Sicht stond in de wijde omgeving bekend als ‘hotel Bakker’. Eigenlijk is dat nog steeds een beetje zo. Toch heeft dit watersporthotel de afgelopen elf jaar vier eigenaren versleten, en da’s natuurlijk niet goed...

Onwillige banken

De huidige hôtelier - sinds een half jaar - heet Gerlof Bleeker, en ‘hotel Bleeker’ zou niet eens zo heel erg anders klinken dan hotel Bakker. Maar ja, de hotellerie is niet meer de hotellerie van weleer: de gasten zijn baatzuchtiger; de hôteliers zijn zakelijker; het hotelleven is vluchtiger en oppervlakkiger. Aan Bleeker zal het overigens niet liggen: hij is in menig opzicht iemand van de oude stempel. Sfeer staat dus voorop, bij hem. Een deel van zijn doelgroep (semi-watersporters; daarover straks meer) kent hij bijzonder goed: Bleeker bezat voorheen een restaurant dat enkel over het water te bereiken was. Hij dreef tevens een ‘Bierhalle’, dus met dorstige kelen weet hij ook wel raad.

‘Eigenlijk had ik mij voorgenomen om mijn vorige bedrijf te laten voortzetten (als VOF) door mijn vrouw en de chef-kok,’ vertelt hij. ‘Zelf kon ik dan eens wat anders gaan doen. Toen diende zich plotseling de mogelijkheid aan om Ie-Sicht te kopen. Mijn bank was evenwel niet bereid om dit te financieren. Geeft niet, dacht ik, dan ga ik wel naar een andere bank; maar die piekerde er ook niet over. De laatste jaren werd er namelijk met misprijzen naar dit hotel gekeken. Ik heb dus de vorige zaak verkocht, en we hebben ons gedrieën - mijn vrouw, Douwe Hoekstra (chef-kok en jeugdvriend) en ik - in dit avontuur gestort.’

Het woord avontuur is niet verkeerd gekozen, gezien de historie van het bedrijf. Ongeveer twintig jaar geleden brandde Ie-Sicht bijna tot de grond toe af; alleen de toiletgroepen op de begane grond bleven staan. Hotelgasten van heel vroeger kunnen dus alleen daar de geesten van het verleden oproepen. Hoewel, is dat wel zo? Nee, natuurlijk niet, want de locatie is zo gezichtsbepalend dat het gebouw er eigenlijk nauwelijks toe doet. (Bovendien is het hotel in de oude stijl herbouwd.) Ondanks het mooie plekje wilde het niet meer echt lukken - na de brand - met dit watersporthotel. Dat kan toch geen kwestie geweest zijn van onvoldoende watersporters? Waar is het schip gestrand?

‘Met de aanduiding watersporthotel kun je dit bedrijf natuurlijk leuk profileren’, zegt Bleeker, ‘maar het is eigenlijk niet waar. De meeste zeilers zijn dagjesmensen; andere watersporters slapen op hun boot, of ze trekken rond met een tentje. Als ze hier aanleggen, dan is het omwille van het terras of het restaurant. Naast de paar hotelgasten die graag elke dag op het water vertoeven - via ons kunnen ze een zeilboot huren -, bieden we onderdak aan wandelaars, fietsers en zakenlieden.’

Natuur

Wat de signatuur of hoedanigheid van de gast ook mag zijn, Gerlof Bleeker zal hem ontvangen zoals het de ‘directeur’ van een watersporthotel betaamt: geen grijs pak met al dan niet een ‘statementdas’, maar een vlotte polo en een lekker zittende broek. ‘Dat moet een van de vrijheden zijn die een gastheer zich kan veroorloven,’ vindt hij. De VOF-constructie biedt hem ook qua tijd de gewenste vrijheid. Zijn echtgenote Coby Visser en chef-kok Douwe Hoekstra zijn immers prima in staat om de honneurs waar te nemen. Bleeker: ‘Voldoende vrije tijd zorgt ervoor dat mensen hun werk goed doen.’

Tijdens het interview komen de twee kleine dochters van Bleeker herhaaldelijk aandringen: papa heeft beloofd die middag met ze te gaan zwemmen. Zij moeten weliswaar nog even geduld hebben, maar het zwemmen gaat door. De ontspannen taakopvatting van deze hôtelier past goed bij een hotel zonder telefoon op de kamers. ‘Als iemand echt niet zonder de buitenwereld kan, moet hij maar een mobieltje en een laptop meenemen,’ aldus Bleeker.

Ie-Sicht heeft twee sterren, en dat is voldoende voor de gasten. De manie van het ‘upgraden’ is aan dit traditionele hotel voorbijgegaan. Andere verworvenheden van de nieuwe tijd zijn wel door het ‘management’ omarmd: een website, vergaderruimten en ‘survivaltochten’ bijvoorbeeld. Voor wat betreft het internet kunnen we kort zijn: Ie-Sicht heeft negen kamers, en die komen in het seizoen echt wel vol. Denk bij vergaderfaciliteiten niet aan strak ingerichte vertrekken op een daartoe bestemde verdieping van het hotel: indien nodig, wordt een van de twee grote ruimten die gewoonlijk door hotel- en restaurantgasten bevolkt worden, opgedeeld met tussenschotten. Als uitgangspunt voor fiets-, wandel- en survivaltochten is Ie-Sicht vanzelfsprekend zeer geschikt: dit hotel ligt aan de rand van de fraaie natuurgebieden ‘De âlde feanen’ en ‘De Princenhof’.

Negen kamers is niet veel. Gezien het geringe percentage van de omzet dat toe te schrijven is aan logies (<10%), zou restaurant-hotel een betere aanduiding zijn. Bleeker beaamt dat: ‘Het is in wezen een café-restaurant waar je ook kunt overnachten. We hebben een goed à la carte restaurant waar veel mensen op af komen, en het terras trekt natuurlijk bezoekers - ook ’s avonds. We proberen qua sfeer, locatie en uitstraling ook aantrekkelijk te zijn voor jongeren.’

Wellicht wordt binnenkort een bezoekerscentrum voor de natuurgebieden gevestigd in Oudega (maar ook Earnewâld ijvert om uitverkoren te worden); dat zou voor Bleeker een reden zijn om uitbreiding van de hotelcapaciteit te overwegen. Ook dan echter, is het vertier voor jongeren - afgezien van watersportactiviteiten - ver te zoeken. Ooit lag er een camping in de buurt van het hotel; die is weg. Van het jachthaventje met botenverhuur is weinig over.

Cultuur

Het zal van het uitzicht over het water, de sfeer en de gastvrijheid moeten komen. Op een van de foto’s bij dit artikel staat een groep gasten van ruim dertig jaar geleden. Het eerste jochie van links lustte alleen Calvé pindakaas op zijn brood. Dit uitermate koppige knaapje herinnert zich tot op de dag van vandaag hoe een ober van Ie-Sicht tijdens het ontbijt in een roeiboot stapte om in de campingwinkel - aan de overkant van de vaart - een pot pindakaas van het goede merk te kopen. De Calvé-liefhebber werd culinair recensent, hoofdredacteur van een hotelvakblad en schrijver van dit artikel.

Over gastvrijheid hoef je Gerlof Bleeker niets te vertellen: hij heeft er jarenlang les in gegeven. Voor onder andere de SVH verzorgde hij cursussen met betrekking tot dit voor veel Nederlanders ‘heikele’ onderwerp. ‘Ik verbaas mij nog steeds over de hôteliers die hun gasten dwingen zich te voegen naar het stramien van het hotel,’ zegt hij. ‘Waarom mag een gast niet lekker uitslapen, zonder daardoor het ontbijt te missen? Bij ons kan men ontbijten wanneer men wil. Wij proberen ons in alles aan te passen aan de gast. Die gast wenst tijdens zijn vakantie niet geconfronteerd te worden met verplichtingen - van welke aard dan ook.’

Waarschijnlijk is de ontspannen sfeer er debet aan dat Bleeker geen moeite heeft met het vinden van personeel; in tegenstelling tot zijn voorgangers. (Het is er ‘relaxt’, in jongerentaal.) Hij werkt met twintig oproepkrachten en drie vaste medewerkers. Allen hebben deze boodschap in het achterhoofd: hoe zou je het zelf willen hebben, wanneer je ergens te gast bent?

De entree van het hotel laat er geen twijfel over bestaan: watersporthotel of niet, Ie-Sicht is verbonden met het water. Daarvan getuigt het achterschip van een 16-kwadraat dat als tafel voor gratis lectuur dienst doet. In het weekblad Actief wordt kond gedaan van allerlei evenementen in de wijde omtrek. Tijdens de nationale fierljepmanifestatie sprong Ben Helmholt 17,55 meter; bij de jongens won Jarno Knijff met 16,78 meter. Het fokhijsen - tijdens de braderie in Earnewâld - werd gewonnen door Leo Hoekstra. Een foto-expositie over de Friesland Vaart (van Dokkum tot Lemmer) is te zien in het Aquaverium te Grou. Het Frysk Kampioenskip Kloetsjen zal plaatsvinden in Earnewâld; het Open Kampioenschap Palingroken in Tytsjerksteradiel. Mevrouw Veenstra van camping De Hege Stjelp maakt melding van internationale gasten: ‘De measten komme hjir foar de rêst en om hjir te fytsen. En de Finnen binne hjir twa moanne om yn Burgum-West in houten hûs te bouwen.’ De schipper van het skûtsje Earnewâld laat weten: ‘Nij túch nedich!’

Bespeurt u milde spot in deze opsomming? Dan vergist u zich. Het is juist fantastisch dat in ieder geval een klein deel van Nederland nog de eigen cultuur koestert. Friesland is niet meegegaan in de platvloerse amerikanisering en commercialisering. Dat maakt deze provincie tot een verlokkende bestemming; dat maakt Ie-Sicht aantrekkelijker dan een soortgelijk hotel aan de Loosdrechtse of de Kager Plassen.

Uitzicht

Ie-Sicht is te vinden in de gids van Holland Hotels, maar wie op het internet - via het zoekwoord watersporthotels - ‘vanzelf’ aan de Wijde Ee terecht denkt te komen, zal bot vangen. Dit hotel wordt niet vermeld, en nergens leidt een link naar www.iesicht.nl. Op het kaartje van Gerlof Bleeker staat daarentegen wel zijn mobiele nummer, plus zijn eigen e-mailadres; net zoals een particulier dat zou doen. Dat is wellicht tekenend voor de sfeer en de gastvrijheid.

Wie op het terras van Ie-Sicht zit, ziet de Wijde Ee met alle activiteit die erop ontplooid wordt. De boten van een zeilschool leggen aan; kruisertjes kruisen voorbij; optimisten en tjalken zorgen voor een vrolijk contrast. Dat is nog eens wat anders dan auto’s op een parkeerplaats of wandelaars op de heide. Bleeker mag best optimistisch zijn.

Over het hotel:

Naam: Hotel-restaurant Ie-Sicht
Kamers: 9 (met badkamer, wc, tv)
Logies: type A (voorzijde, met uitzicht) eenpersoons € 45,-; tweepersoons € 72,50; type B (achterzijde) 37,- en 62,50; toeslag halfpension 19,50.
Vergadercapaciteit: max. 100
Capaciteit partijen: max. 250
Percentage f&b: ca. 90

HM302002

Overig nieuws