Hotel Seven One Seven: Ieder mens het zijne

Auteur: Redactie
Ondernemen 25 februari 2001
Hotel Seven One Seven:  Ieder mens het zijne

 

Als een wervelwind raast Henk D. de Lugt door zijn ‘exclusive private guesthouse’; met een journalist op zijn hielen. Die scribent valt van de ene verbazing in de andere. ‘Kan dat nog?’ staat in zijn ogen te lezen. Fraaie bronzen statuettes, antieke ornamentjes en allerlei andere begerenswaardige ‘hebbedingetjes’ in zakformaat. En dat in een tijd waarin sommige hotels zelfs de tv’s muurvast verankeren. De meubels in Seven One Seven doen recht aan het statige herenhuis. Onderzettertjes verplicht. Gelukkig zijn de gasten - van huis uit - goed opgevoed.

Hospitality Management heeft een tijdlang geschreven over bijzondere hotelkamers; het Amsterdamse hotel Seven One Seven had moeiteloos in die artikelenreeks - met fraaie foto’s - kunnen schitteren. Maar ja, dan had de redactie van dit blad heel wat pagina’s moeten besteden aan enkel dit ‘exclusive private guesthouse’, want heel Seven One Seven is uitermate exclusief en dus bijzonder. Zozeer zelfs, dat we nu eigenlijk zouden moeten stoppen met de tekst, om zo veel mogelijk ruimte te maken voor foto’s. Nou, dat doen we toch maar niet, want het verhaal van de hôtelier...

Mannenmode

Het klinkt een beetje vreemd, maar de twee heren die aan de basis hebben gestaan van dit hotelbedrijf, hadden een soort ‘bed & breakfast’ voor ogen; waaruit we onmiddellijk mogen afleiden dat het anglofielen waren. Na lang zoeken vonden zij een pand aan de Prinsengracht (717) dat door het Riagg flink ‘uitgewoond’ was. De aankoop geschiedde in april 1996; vervolgens kostte de renovatie en decoratie een hoop geld en ongeveer anderhalf jaar. Manager Henk de Lugt: ‘Daarna was het “ready tot go”. Voor de inrichting is gebruik gemaakt van de spullen die de twee heren zelf - in de loop van ettelijke jaren - verzameld hadden.’

We hebben het hier over Kees van der Valk en zijn levenspartner. Eerstgenoemde was als stilist (& adviseur & trendwatcher) werkzaam in de mannenmode. Het ging hem kennelijk voor de wind. Dat de gordijnen en de meubelbekleding gemaakt zijn van herenkostuumstoffen, herinnert ons subtiel aan Van der Valks eigenlijke métier. Tweed, visgraten, geweven linnen... Het is allemaal heel geraffineerd toegepast.

Wat zou het heerlijk zijn om ergens groot te wonen, en op gezette tijden een paar beschaafde gasten te ontvangen, bedachten de twee heren. (Van der Valks partner was overigens werkzaam in de reclame & marketing branche.) Henk de Lugt: ‘Dit pand konden zij voor een heel redelijke prijs van de gemeente kopen, omdat het natuurlijk een vermogen zou kosten om het weer in een goede staat te brengen. Daarna is het snel gegaan, vooral dankzij het feit dat zijzelf hier dagelijks rondliepen om alles tot in de perfectie te regelen.’

De hotelgast die nu door het pand loopt, zal moeten erkennen dat de kamers met ‘impeccable taste’ zijn ingericht. Van der Valk heeft mooie meubels neergezet: niet dat geschroefde en gefineerde spul waarmee hotelkamers doorgaans opgescheept worden, maar tafels, bureaus en stoelen met een echte stamboom. De wijze waarop, in de verschillende vertrekken, de ruimte gebruikt is, doet vermoeden dat hier gelauwerde binnenhuisarchitecten aan het werk zijn geweest, maar nee, ook dit draagt de handtekening van Van der Valk.

Romantiek

‘Private Exclusive Guesthouse’ werd het genoemd. Waarom? De Lugt: ‘Het was niet eenvoudig, in zo’n oud monumentaal pand, om direct te voldoen aan allerlei voorschriften, bijvoorbeeld met betrekking tot de brandveiligheid. De oplossing werd gevonden in een soort lidmaatschapscontributie die de gasten - bovenop de kamerprijs - moesten betalen; daardoor waren ze als het ware te gast in een club. Die contributie kregen ze bij vertrek weer terug. In het begin werden ook voornamelijk vrienden uitgenodigd; gaandeweg groeide het uit tot een volwassen hotel.’

Eerst een sfeer dus, van ‘nos inter nos’. Zodra Van der Valk en partner geen zin hadden in vreemden over de vloer, werd er gewoon gezegd: ‘We zijn volgeboekt.’ En dan ook nog mensen weigeren - hoe bekend of beroemd ook - die een pizza op de kamer wilden bestellen... Het werd allengs duidelijk dat de oprichters van Seven One Seven toch eigenlijk niet voor het vak van hôtelier in de wieg waren gelegd. Dit métier is nou eenmaal wat minder romantisch dan menig niet-hôtelier denkt.

Sinds Henk de Lugt is aangetreden als manager, heeft de gastvrijheid in dit hotel een beduidend minder elitair karakter gekregen. Hoewel ‘cachet’ nog steeds het sleutelwoord is, worden er concessies gedaan aan de werkelijkheid van alledag. En toch... ‘Onze gasten krijgen eerst een “afternoon tea” geserveerd,’ vertelt De Lugt. ‘Gesteld natuurlijk, dat zij in de namiddag arriveren. Wijn moet men hier kunnen bestellen zo veel als men wil; dat is allemaal inclusief. We hebben op de kamers dan ook geen minibar, maar een “refreshment cabinet”. Alles is inbegrepen. Ik weet van een hotel waar een echtpaar ruim 1800 gulden had besteed aan twee nachten plus een diner, en op hun rekening stond 7,50 voor een zakje chips uit de minibar. Ik vind dat belachelijk. Je hebt ook hôteliers die een telefoongesprekje laten betalen, terwijl de gast nota bene in een suite van 880 gulden heeft geslapen...’

Van der Valk vertrok in 1999 samen met zijn vriend naar Frankrijk, waar ze nu in een prachtige villa wonen. Het hotel hadden ze kort daarvoor verkocht aan een ondernemer (investeringsmaatschappij; Oyster Group) die ongaarne voor het voetlicht treedt, vandaar dat we hem in dit artikel buiten beschouwing laten. Henk de Lugt kreeg de sleutel van de hem reeds zeer bekende voordeur (hij was de buurman en vriend des huizes).

Sloffen en sterren

De Lugt is, in tegenstelling tot zijn voorganger, een echte hotelman. ‘Op mijn twaalfde wist ik al dat ik de hotellerie in wilde,’ zegt hij. ‘Geboren en getogen op Texel, vertrok ik op mijn zestiende naar Tilburg, voor de middelbare hotelschool. Na een stageperiode in het Hilton dacht ik: Nu al werken? Dus toen heb ik de Hotelschool Den Haag gedaan.’

Onmiddellijk stapt De Lugt weer over - in zijn verhaal - op Seven One Seven. We laten hem maar, want dit hotel is een ‘entiteit’ op zich; het verleden van de hôtelier is daaraan ondergeschikt. De Lugt: ‘We kunnen heel formeel zijn, als gasten dat willen, en we kunnen heel informeel zijn. We zijn een beetje afgestapt van het credo “de gast geeft aan of hij een gesprek wil”. Je moet natuurlijk niet oeverloos met een gast gaan babbelen, maar je hoeft ook niet te wachten tot hij jou aanspreekt.’

Afgezien van dat sociale verkeer, is het stil in huis: het personeel loopt op sloffen. Buitenshuis valt er, sinds kort, iets meer te beluisteren over dit hotel. De Lugt: ‘Nadat alles in orde was gebracht voor wat betreft de vergunningen, zijn we meer naar buiten gaan treden als hotel. We werden toen ook benaderd door het bedrijfschap omwille van de classificatie, maar - met alle respect - daar zaten we niet op te wachten. Wij proberen gewoon een zo goed mogelijk product te leveren; daarbij zijn sterren niet relevant. Natuurlijk is een classificatie voor hotels belangrijk, maar wij hebben nu eenmaal geen receptie, noch een lift, en in één van de kamers hebben we geen gesloten kledingkast, omdat er een prachtig kamerscherm voor staat. We hebben wel vier verschillende hangers; dat heeft, geloof ik, geen enkel vijfsterrenhotel. Hoe dan ook, we hebben twee sterren plus. Het zou prettig zijn als men, bij het toekennen van sterren, uit zou gaan van wat een gast echt vraagt.’

De goedkoopste kamer in dit hotel kost fl 645,- (werkdagen); voor de duurste kamer betaalt men fl 995,-. Tijdens het weekeinde is het allemaal een paar tientjes goedkoper. De gasten hebben dat geld graag over voor een hotel dat - zo op het oog - slechts één nadeel kent: te weinig kamers. Tijd voor een primeurtje: het belendende pand is reeds aangekocht; het is alleen nog niet zeker of dat herenhuis (nu een galerie) getransformeerd kan worden in een ‘vleugel’ van Seven One Seven. Voorlopig moet De Lugt het dus doen met acht suites.

Afgebakend

Is Seven One Seven een ‘niche’ of een ‘gat in de markt’? ‘Beslist dat laatste,’ beweert De Lugt. ‘Zelfs twee grote ketens zijn al komen kijken hoe wij het aanpakken. Veel meer hotels zouden moeten willen en durven afwijken van de norm. Je moet geen product creëren dat onpraktisch is, maar wat meer originaliteit zou de Nederlandse hotellerie niet misstaan.’

Alleen... dit hotel heeft wel een uitgesproken afgebakende doelgroep, te weten topontwerpers en mensen uit de toplaag van grote ondernemingen. Deze kamers zijn niet ingericht voor - of bestand tegen - ‘Jan en Alleman’. Hoe verkoop je dit specifieke product goed aan de buitenwereld? ‘We staan momenteel zelfs op het world wide web,’ zegt De Lugt bijna verontschuldigend. ‘De omschrijvingen voor dit hotel mogen dus geen misverstanden opwekken. We praten daarom over “design hotel”, “small property” en “privacy”. Per slot van rekening is de prijs van een hotelkamer voor veel mensen geen drempel of indicatie meer. We hebben onlangs een ouder echtpaar het hotel uit moeten zetten, omdat ze hier volledig “high” rondliepen en het meubilair op hun kamer vernield hadden.’

Beter dus, dat een hotel als dit een beetje ‘besloten’ blijft. Voor gezelschappen vanaf 10 tot 24 personen organiseert Seven One Seven lunches en diners; en het Amsterdamse zakenleven weet ook de kleine vergadervertrekken (6 tot 8 personen) te vinden. Het blijft een kwestie van ‘mofo couranti’ (mond-tot-mondreclame).

‘Wat van ver komt, is goed,’ luidt een Nederlands gezegde. Vandaar wellicht, dat een deel van het personeel bestaat uit Argentijnse en Braziliaanse jongens. Zij zijn de huismannen: niet te beroerd om een dweil te hanteren, of om koffers te dragen; charmant tijdens het serveren van het ontbijt, of het rondbrengen van de thee; beleefd aan de telefoon. Plus een aantal Amsterdamse studenten, want zij zijn - beter dan menig jongmens van een beroepsopleiding - in staat om initiatief te ontplooien. Het schoonmaakwerk moet uiteraard goed gebeuren: in dit hotel moeten tafels in de was gezet worden; hier moet voorzichtig en zorgvuldig afgestoft worden; en de badkamers moeten daadwerkelijk smetteloos zijn. De schoonmakers zijn dus echte huisvrouwen wier kinderen de schoolgaande leeftijd bereikt hebben.

  • Naam: Seven One Seven
  • Kamers: 8
  • Logies: suites 595,- tot 995,-; inclusief ontbijt,
  •  drankjes, ...
  • Zalen: 2 (6-8 personen)
  • Omzet logies: circa anderhalf miljoen
  • Omzet f&b: nihil

HM302001

Overig nieuws