Kenmerkend voor de horeca is het grote aantal kleine bedrijven. Dat geldt ook voor de hotelsector. Hoewel de meeste Nederlanders snel een aantal bekende hotels kunnen noemen met veel sterren, zijn toch ook hier de meeste bedrijven naar aantal bedden en aantal werknemers relatief klein. Dat neemt niet weg dat er in de hotellerie ruim 30.000 werknemers werken, bijna 20% van alle horeca-werknemers. In 1994 zette de hotellerie zo'n 3 miljard gulden excl. BTW om. Ook dit komt neer op een aandeel van bijna 20% van de totale omzet in de horeca. Van de ongeveer 2900 logiesverstrekkende bedrijven werkt 63% doorgaans met personeel. In de totale bedrijfstak werkt 56% van de bedrijven met personeel. In dit artikel wordt verder ingegaan op deze 1860 logiesverstrekkende bedrijven die met personeel werken.
Tabel 1: grootte van logiesverstrekkende bedrijven, naar aantal werknemers en naar aantal bedden.
bedrijven naar aantal werknemers |
bedrijven naar aantal bedden |
||||
aantal werknemers per bedrijf |
aantal bedrijven, september 1994 |
totaal aantal werknemers |
aantal bedden per bedrijf |
aantal bedrijven, januari 1995 |
totaal aantal bedden |
0 |
1.040 |
- |
tot en met 19 |
880 |
13.300 |
1 t/m 9 |
1.100 |
4.500 |
20 t/m 49 |
1.025 |
32.000 |
10 t/m 49 |
620 |
13.450 |
50 t/m 199 |
730 |
69.350 |
50 en meer |
140 |
13.550 |
200 en meer |
140 |
50.000 |
totaal |
2.900 |
31.500 |
totaal |
2.980 |
164.650 |
bron: Bedrijfschap Horeca EWBH-enquête 1994, HinC 1995
Overige sectoren
Grafiek 1 geeft het verschil aan tussen de logiessector en de overige sectoren in de horeca wat betreft de verdeling van het totaal aantal werknemers. In de 140 grootste logiesverstrekkende bedrijven met 50 en meer werknemers werkt 43% van het totaal aantal werknemers. Deze bedrijven zijn goed voor 30% van het totaal aantal bedden. In de overige sectoren van de horeca werkt slechts 13% van het totaal aantal werknemers in de grote bedrijven. Dit zal overeen komen met het beeld dat menigeen van de hotelsector heeft. Opmerkelijker is echter, dat in de logiessector evenals in de overige sectoren in de middelgrote bedrijven met 10 tot 50 werknemers ook meer dan 40% van het totaal aantal werknemers werkt.
Omzetklassen
Op basis van de werkgelegenheidsenquête van het bedrijfschap kunnen de bedrijven ook naar omzetklassen worden ingedeeld. De logiesverstrekkende bedrijven met personeel maar met een omzet beneden de drie ton hadden in september 1994 gemiddeld drie werknemers in dienst. Dit gemiddelde is zonder onderscheid naar voltijd- of deeltijd-dienstverband. Het getal van drie werknemers is een gemiddelde. Bij een klein aantal bedrijven werken vijf, soms zelfs zeven werknemers. Dit is dan uitzonderlijk veel. In de omzetklasse 500 duizend tot een miljoen werken gemiddeld negen werknemers per bedrijf.
Aandelen
In tabel 2 is het relatieve gewicht van elke omzetklasse aangegeven. De eerste 25% van de logiesverstrekkende bedrijven met personeel blijven met hun omzet per bedrijf beneden de drie ton. In deze bedrijven werkt 5% van het totaal aantal werknemers in de logiessector en deze bedrijven realiseren gezamenlijk 3% van de totale logiesomzet. In de volgende 17% van de bedrijven werkt 6% van de werknemers. Deze bedrijven realiseren 5% van de totale omzet.
Aan de andere kant van de tabel zitten de grote bedrijven: 9% van het totaal aantal bedrijven, dat zijn ongeveer 150 bedrijven, werkt met 42% van alle werknemers en deze bedrijven realiseren 44% van de omzet. Omdat het aantal werknemers niet in volume (mensjaren) is aangegeven, maar in aantal personen kan niet met zekerheid gezegd worden dat deze bedrijven ook een grotere omzet per werknemers op jaarbasis realiseren. Het geeft echter wel een aanwijzing. Uit dit overzicht blijkt ook, dat de middelgrote bedrijven met een omzet tussen de 500 duizend en vijf miljoen gulden te zamen 48% van de omzet realiseren en 47% van het totaal aantal werknemers in dienst hebben. Deze percentages zijn net iets hoger dan van het veel kleiner aantal grote bedrijven.
Tabel 2:logiessector, bedrijven met personeel: per omzetklasse het gemiddeld aantal werknemers per bedrijf en het aandeel op het totaal aantal logiesbedrijven met personeel, totaal aantal werknemers in de sector en de totale omzet in de logiesbedrijven met personeel.
|
gemiddeld aantal werknemers |
aandeel op het totaal aantal bedrijven |
aandeel op het totaal aantal werknemers |
aandeel op totale omzet |
|
aantal |
% |
% |
% |
tot ¦ 300 duizend |
3 |
25 |
5 |
3 |
¦ 300 tot 500 duizend |
5 |
17 |
6 |
5 |
¦ 500 tot 1 miljoen |
9 |
22 |
12 |
11 |
¦ 1 tot 2 miljoen |
17 |
16 |
16 |
15 |
¦ 2 tot 5 miljoen |
32 |
10 |
19 |
22 |
¦ 5 miljoen of meer |
85 |
9 |
42 |
44 |
totaal |
17 |
1.860 |
31.500 |
¦ 2,8 miljard |
bron: Bedrijfschap Horeca EWBH-enquête 1994
Afdelingen
Gemiddeld werkt van het totaal aantal werknemers in de logiessector:
•ongeveer 15% in de keuken
•een derde deel in de bediening
•13% in de receptie en
•ruim 20% in de huishouding.
Tussen de omzetklassen zijn er echter grote verschillen. Niet in de keuken. Behalve in de grootste categorie bedrijven werkt in alle categorieën ongeveer een gelijk percentage van het totaal aantal medewerkers in de keuken. Het percentage medewerkers dat in de bediening werkt, is het laagst in de bedrijven met een omzet kleiner dan drie ton. Dit kan samenhangen met het combineren van functies. In deze kleinere bedrijven komt heel vaak de term "algemene dienst" voor om aan te geven dat de medewerker niet uitsluitend in één van de afdelingen werkt. In de bedrijven tussen de 500 duizend en een miljoen omzet werken de meeste werknemers in de bediening. Het kan zijn, dat er bij deze bedrijven meer dan in de overige bedrijven een combinatie plaats vindt van bedieningswerkzaamheden met receptie werk.
Schoonmaakbedrijven
Het percentage medewerkers dat in de huishouding werkt verschilt sterk tussen de omzetklassen. In de bedrijven tot 500 duizend gulden omzet is ongeveer 30% van de werknemers in de huishouding werkzaam. In alle omzetklassen daarboven is dit ongeveer 20%. Dit hangt samen met het gebruik dat deze bedrijven maken van diensten van schoonmaakbedrijven. In de bedrijven tot 500 duizend gulden omzet doet 8% van de bedrijven dit en in de overige bedrijven 32% van de bedrijven. Dat in de kleinere bedrijven weinig werknemers als hoofdtaak receptiewerkzaamheden hebben is niet zo verwonderlijk. Wat bij de receptie opvalt is dat er kennelijk bij een omzet van een miljoen een omslagpunt wordt bereikt. In de bedrijven met een omzet van meer dan een miljoen is meer dan 10% van de werknemers met receptietaken belast. Onder "overige" worden hier zowel directie, administratieve als niet-horeca functies verstaan.
Tabel 3Logiessector, bedrijven met personeel: per omzetklasse de verdeling van het aantal werknemers naar afdeling.
|
keuken |
bediening |
receptie |
huishouding |
algemene dienst |
overige |
|
% |
% |
% |
% |
% |
% |
tot ¦ 300 duizend |
19 |
23 |
6 |
30 |
15 |
7 |
¦ 300 tot 500 duizend |
17 |
33 |
5 |
32 |
8 |
5 |
¦ 500 tot 1 miljoen |
18 |
37 |
7 |
21 |
11 |
7 |
¦ 1 tot 2 miljoen |
17 |
31 |
13 |
19 |
9 |
10 |
¦ 2 tot 5 miljoen |
17 |
34 |
13 |
20 |
6 |
10 |
¦ 5 miljoen of meer |
12 |
30 |
16 |
19 |
8 |
15 |
totaal |
15 |
32 |
13 |
21 |
8 |
11 |
Grafiek 1 Aantal werknemers in de logiesverstrekkende sector en overige horeca, naar grootte klassen 1-9, 10-49, 50+ werknemers, per september 1994
|
aantal werknemers |
|
|
overig horeca |
logiessector |
1 t/m 9 |
64.450 |
4.550 |
10 t/m 49 |
58.500 |
13.500 |
50+ |
18.400 |
13.600 |
De informatie wordt gebruikt om te bepalen aan wat voor soort werknemers behoefte is. Dit artikel geeft de bevindingen aan over de werkgelegenheid in de hotelsector. De peildatum is 30 september 1995.