Hotelformule: Hotel-Restaurant Nieuw Minerva

Auteur: Jason van de Veltmaete
17 februari 2003
Hotelformule: Hotel-Restaurant Nieuw Minerva

Leiden is een studentenstad; daar kan geen misverstand over bestaan. En dat het studentencorps alom pontificaal present is in deze stad, lijdt ook geen twijfel. Minerva heet dat corps. Zo heet ook het hotel. Nou ja, Nieuw Minerva. En wie bij deze Romeinse naam voor de Griekse godin Pallas Athena denkt aan classicistische ornamenten, of minstens aan wat Romeinse grandeur, komt bedrogen uit. Een tempeltje... Ja, maar dan voor de Zangeres Zonder Naam.

Het is even wennen na al die designhotels. Een beetje schrikken zelfs, want de hotelhal lijkt weggeplukt te zijn uit de vijftiger jaren: grote omafauteuils met pluche, en met houten versierselen; overal donkerbruin houtsnijwerk; oudhollandse stoelen met biezen zittingen; koetslantaarns aan de muur... Jawel, zelfs dat schilderij van het huilende zigeunerjongetje. Eigenlijk alles wat allang ‘niet meer kan’.

Banketbakkers

En toch staat midden in die hal een computer die permanent online is, ten behoeve van de gasten. De screensaver laat professionele foto’s zien van kamers die, qua inrichting, allemaal van elkaar verschillen. De website van dit tweesterrenhotel is beter verzorgd dan die van menig viersterrencollega. De boekingen via internet stromen binnen. Nieuw Minerva heeft slechts 39 kamers, maar alles is geautomatiseerd. Akkoord, de deuren hebben nog gewoon sleutels, maar voor de rest...

Ooit werd een van de zes panden die nu het hotel vormen, bewoond door Thorbecke. Degenen die vroeger opgelet hebben tijdens de geschiedenislessen, weten wie dat was: deze zoon van Duitse ouders werd in 1830 professor te Leiden, in het staatsrecht. Hij staat bekend als de grondlegger van onze grondwet (1848). We schrijven honderd jaar later: op dit plekje laven Leidse studenten zich niet aan Thorbeckes wijsheid, maar aan het bier dat in de kroeg Minerva rijkelijk uit de tap stroomt.

De man die in 1945 met dat café begon, was de voorganger van de huidige hôtelier, mevrouw Ton Toussaint. ‘Twee jaar later heeft hij op de hoek een kamerverhuurbedrijf gekocht,’ vertelt zij. ‘Sindsdien is het elke keer een pandje meer geworden. In 1956 bereikte het hotel de omvang die het nu heeft. In 1983 hebben wij het bedrijf overgenomen; in 1986 is achter de gevels - het zijn monumentjes - een groot deel opnieuw opgetrokken.’

Het is niet ongewoon dat hôteliers afkomstig zijn uit een volstrekt ander métier; zo ook nu: Ton Toussaint en haar echtgenoot hadden een banketbakkerij. ‘Mijn man werd op dit hotel gewezen door de directeur van de VVV, met wie hij door de stad wandelde. “Is dit niet iets voor jou”, vroeg die directeur, “want de eigenaar stopt ermee, en hij kan het aan de straatstenen niet kwijt.” Omdat het met de bakkerij heel erg goed ging, zochten we naar een zakelijke uitbreiding, dus we zijn er ingedoken.’ - Zomaar het hotelvak in... Heeft dat geen problemen opgeleverd? Ton (met een aanstekelijke lach): ‘Is dat een vak? Het is toch vooral een kwestie van goed met mensen omgaan? De rest is echt wel te leren. Gewoon dienstverlening.’

Kitsch en modern

De studenten zijn niet helemaal vreemden geworden. Ook al hebben de kroegtijgers niets meer te zoeken in Nieuw Minerva, het hotel is een geliefde locatie geworden voor vader-zoon-feestjes; afstudeerpartijen en wat dies meer zij. Het zijn goede buren, volgens Ton. De doelgroep van het hotel is in één zin samen te vatten: ‘Van koning tot zwerver.’ Ton: ‘Veel mensen die met de universiteit te maken hebben; zakenlui; maar ook de echte toeristen.’

De zakenlieden kiezen in groten getale niet voor Golden Tulip of Holiday Inn, op luttele minuten afstand, bij het station, of voor de twee Bastions aan de rand van Leiden, maar voor de huiselijkheid en gezelligheid van Nieuw Minerva. Ton: ‘Ik breng hier zo’n tachtig uur per week door; waarom zouden we het dan niet gezellig maken? We zitten bovendien midden in het centrum, dichtbij het stadhuis, de universiteit, musea en allerlei horecagelegenheden.’

In 1996 zijn Kees en Jet Bos (de zoon en de dochter) in de directie van het hotel gekomen. Kees is, qua opleiding, banketbakker; Jet is socioloog. Moeder en zoon staan samen ook in de keuken, maar daarover straks meer. Eerst een ander aantrekkelijk punt (U.S.P.) van Nieuw Minerva: elke kamer is anders. De Rozenkamer lijkt in niets op de Deftige kamer; de Jachtkamer is heel wat anders dan de Engelenbak; de Safarikamer is een wereld van verschil met de Studeerkamer, enzovoort. De Mary Servaeskamer is natuurlijk een verhaal apart. Ton: ‘Haar nagedachtenis leeft nog steeds. In het begin kwamen veel echte fans; dat is nu wel een beetje voorbij, maar haar kamer is nog steeds gewild. Veel mensen hebben het gevoel dat ze daar een beetje bij haar op bezoek zijn. Er zijn trouwens een paar modefotografen die erg gecharmeerd zijn van het hele hotel: de combinatie van oud, kitsch en modern. We hebben al in diverse lifestylebladen gestaan.’

Voor degenen die het destijds niet gevolgd hebben: de bezittingen van Mary Servaes werden geveild. Ton Toussaint ging voor Mary’s bed, maar zij stuitte daarbij op een echte fan die speciaal uit Amerika was overgekomen. Bij vijfduizend gulden wierp Ton de handdoek in de ring en koos voor de logeerkamer - helemaal, dat wel. Ton: ‘Ik vroeg kort daarop aan een gast die op de Mary Servaeskamer overnacht had, of hij lekker geslapen had. “Geslapen?” antwoordde hij, “Ik heb de hele nacht op bed gezeten; alleen maar zitten rondkijken. Ik ben zo ontzettend blij dat ik dit heb mogen meemaken!” ’ - Was Ton zelf een fan? ‘Nee, helemaal niet. Mary was in Leiden geboren, en ik hoorde over die veiling... Ik dacht: dat lijkt me wel wat. We waren immers met themakamers bezig.’

Eigengereid

Die kamer heeft het hotel heel wat publiciteit opgeleverd, tot aan een optreden bij Paul de Leeuw toe. ‘Ik moest wel eerst even een cd kopen,’ lacht Ton. ‘Ik wist weinig van haar repertoire, en je weet hoe Paul de Leeuw kan zijn.’

Qua inrichting gaat Nieuw Minerva niet mee met de trends; dat moge duidelijk zijn. Kostenbesparend, zo’n beleid; en dat is maar goed ook, want de monumentale pandjes vragen veel onderhoud. De bij dit artikel geplaatste foto van de buitenkant doet niet helemaal recht aan het uiterlijk van het hotel; wel aan de actualiteit: de linkerkant van het hotel (de mooiste gevel, van een hoekpand) is buiten de foto gehouden, aangezien deze gevel volledig bedekt was met rood plastic. Vanwege een renovatie, uiteraard. Normaal gesproken zijn de zes pandjes van het hotel visueel met elkaar verbonden door rood-witte markiezen.

Een lift is niet te realiseren, in een hotel als dit; vandaar slechts twee sterren. Nieuw Minerva hoopt nog steeds op een wat flexibeler toepassing van de

sterrenclassificatie. Ton: ‘We hebben een aannemer mee laten denken, en een architect, maar het is niet te doen. Overigens hebben we bijna een negentig procent bezetting, dus we ondervinden geen noemenswaardige hinder van de classificatie.’

Arrangementen doen ze (dus) niet aan. Het hotel is immers het hele jaar goed bezet; dit dankzij de toeloop van zowel zakenlieden als toeristen. ‘In de zomer hebben we hier ook de overloop van het strand,’ verklaart Ton. ‘Veel badgasten die in Katwijk of Noordwijk niet terecht kunnen, vinden bij ons onderdak. Het is maar tien minuten rijden. En we hebben een goede verbinding met Schiphol; dat zorgt ook voor vier- tot vijfhonderd boekingen per jaar.’

Het is een beetje een eigengereid hotel. Geen verrassing dus dat Nieuw Minerva niet lid is van een keten of samenwerkingsverband; afgezien van de goede relatie met de andere hotels in Leiden en de Leidse VVV. En hoe is de gemeente Leiden? ‘Schatten!’ antwoordt Ton, met wederom een vrolijke lach. - Echt? - ‘Geen klagen, hoewel die parkeergarage er na twintig jaar praten wel eens mag komen. Of beter gezegd: helemaal niet, want niemand wil die parkeergarage, behalve de mensen die het plan gemaakt hebben. Naast ons hotel staat een oud, leegstaand gebouw. In 1994 heb ik het voorstel gedaan om dat bij het hotel te trekken: mooie gevel ervoor; kamers die geschikt zijn voor invaliden... Dat wilde ik in overleg doen met de bond voor invaliden. Maar nee, die parkeergarage vormt een struikelblok.’

Eigentijds

Een jaar of vijf geleden is de hotelbar neergezet. Afgezien van de stadswandelaars die onder leiding van de VVV een drankje komen pakken, is die bar louter gericht op de hotelgasten. Hetzelfde geldt voor het restaurant. Ton: ‘We serveren alleen maar gerechten die heel makkelijk en vrij snel te bereiden zijn. Zuurkool, boerenkool, lasagne... We werken zonder kok: de ene keer staat Kees in de keuken (de zoon, tevens manager), de andere keer ik zelf. Daar hebben we bewust voor gekozen. Er bevinden zich immers zo veel leuke restaurantjes op een paar minuten afstand. Voor een dineetje bij ons moeten de mensen reserveren; we hebben toch wel twee- of driemaal per week een gezelschap binnen voor een menu.’

Een feestzaal (in totaal vijf zalen), recepties, halfpension, drie Japanse reisgezelschappen die regelmatig komen lunchen, de bar... Wat is het f&b-percentage? ‘Logies 90; f&b 10,’ zegt Ton. ‘Dit kom je nergens tegen; deze verhouding.’

Nieuw Minerva is een echt ‘mama-zoon-dochterhotel’. Huiselijkheid en gezelligheid zijn de sleutelwoorden, maar de hotelkamers - met hun unieke uitstraling - dragen beslist in niet-geringe mate bij aan de populariteit van dit hotel. De ontbijtzaal is ruim en voorzien van een schouw. De Blauwe zaal en de Wijnzaal mogen ook gezien worden. Overal hoge plafonds met houten balken. Maar ook internetaansluiting op de kamers, en een moderne brandmeldinstallatie. Nieuw Minerva is al sinds 1994 (!) met een website vertegenwoordigd op het world wide web. Tien mailtjes per dag... Deze moeder, zoon en dochter doen het beslist goed.

HM302003

Overig nieuws