In iedere editie vraagt Hospitality Management een hotelier het hemd van het lijf middels vragen uit de beroemde questionnaire van Marcel Proust. Dit keer: Dirk Beljaarts, GM, wereldreiziger en teamspeler.
Wat is uw huidige gemoedstoestand?
Energie en rust tegelijk. Het afgelopen jaar was enorm intensief en heeft veel energie gegeven, maar ook gevraagd. Nu is gelukkig een periode aangebroken waarbinnen tijd is voor reflectie. Ik zit vol energie en zie uit naar de ontwikkelingen dit jaar.
Aan wat voor mensen ergert u zich?
Mensen die niet eerlijk zijn. Helaas maak je in organisaties soms mee dat dingen niet altijd gebeuren met de belangen van het bedrijf en de medewerkers voorop.
Wat was uw grootste succes?
Een van de hotels waarvoor ik verantwoordelijk was, heb ik van een faillissement kunnen redden. Dat hotel is nu nog steeds een financieel gezond hotel. Als team hebben we door alle zeilen bij te zetten het tij kunnen keren, in de moeilijkste economische periode ooit. Juist omdat het mét het team was, heeft het mij extra voldoening gegeven.
Wat is uw favoriete bezigheid?
Reizen. Dat is mijn grootste passie. Ik ben dankbaar dat ik zoveel van de wereld heb mogen zien. Het leren kennen van landen, culturen, gebruiken en keukens hebben mij als persoon erg verrijkt.
Waar schaamt u zich voor?
Eigenlijk nergens voor. Ik heb de beslissingen in het leven altijd naar eer en geweten genomen. Hetzij gebaseerd op feiten, hetzij op gevoel. Natuurlijk heb ik voorbeelden genoeg van ‘verkeerde’ beslissingen, maar die zijn altijd wel ergens goed voor geweest; zij maakten deel uit van een leerproces.
Wat is uw grootste mislukking?
Een echte mislukking wil ik het niet noemen, maar het is wel een droom die ik nog niet waar heb kunnen maken. Ik had graag reisjournalist willen worden. Dan had ik van mijn passie reizen mijn vak kunnen maken. Aan de andere kant had ik mijn andere passie - de hotellerie - nooit vaarwel willen zeggen.
Tegen wie kijkt u het meeste op?
Ik heb nooit idolen gehad. Ik heb veel respect voor mensen die zich in moeilijke omstandigheden staande weten te houden én daarbij hun werk goed blijven doen. Mensen die ondanks tegenslagen positief en optimistisch blijven. En ook voor collega’s die ik zie groeien en carrière zie maken.
Wat is uw meest dierbare bezit?
Wat dat betreft hoor ik tot de ‘generatie Z’: de mensen voor wie gebruik belangrijker is dan bezit. Reizen, ervaringen opdoen en mooie dingen zien, zijn voor mij belangrijker dan bezit. Als ik dan toch een object moet noemen, is dat helaas mijn iPhone.
Wat is uw definitie van geluk?
Mijn familie en dierbare vrienden; allemaal in blakende gezondheid. Op zakelijk gebied: als ik iets kan bijdragen aan een betere wereld. Dast kan op microniveau, bijvoorbeeld als je talentvolle medewerkers iets kunt meegeven waardoor ze sneller en beter opbloeien en doorgroeien.
Van wie heeft u het meest geleerd?
Van mijn ouders. Als ik terugkijk, zie ik de beste eigenschappen van mijn ouders in mijn eigen doen en laten terug. Ook in mijn managementstijl.
Wat is de beste plek om te wonen?
Budapest. Dat is een stad met een mooie mengeling heden en verleden: prachtige architectuur, cultuur en historie. Die stad blijft mij telkens omarmen en prikkelen. Ik probeer er enkele keren per jaar heen te gaan.
Wat is uw grootste zorg?
De Zorg is een van mijn grootste zorgen. Als lid van de Raad van Toezicht van een grote gezondheidsorganisatie volg ik de ontwikkelingen op de voet. Ik denk wel eens dat onderschat wordt welke veranderingen ons de komende jaren te wachten staan op het gebied van ander andere thuiszorg en de intramurale zorg. Ook al zijn we nu nog niet hulpbehoevend, we kennen allemaal mensen die dat wel zijn. Het raakt ons vroeger of later allemaal. En het wordt wezenlijk anders. Bij velen is dat nog niet doorgedrongen. In het verlengde daarvan is de gezondheid van de familie en vrienden natuurlijk heel belangrijk. Zolang dat goed gaat, zijn alle andere zorgen in perspectief best goed handelbaar.
HM302014