Huisstofmijt: ongewenst gezelschap

Auteur: redactie
18 september 2001
Huisstofmijt: ongewenst gezelschap

We brengen gemiddeld zo’n dertig procent van ons leven in bed door. Dat doen we niet ‘in ons eentje’: we hebben in bed gezelschap van duizenden andere levende wezens, ook al willen we dat liever niet weten. Matrassen zijn een veilige thuishaven voor het kleine spinachtige diertje, genaamd de huisstofmijt. Gelukkig is die bedgenoot met het blote oog niet waar te nemen.

De huisstofmijt is in elke hotelkamer aanwezig en dus in ieder hotelbed te vinden. Over het algemeen zorgt hij niet voor problemen, behalve bij degenen die in meer of mindere mate allergisch zijn voor dit organisme. Mensen met astmatische klachten (zo’n tien procent van de bevolking) zijn meestal gevoelig voor de mijt. 'Klachten als rode en tranende ogen, hoesten, benauwdheid of huiduitslag kunnen wijzen op de aanwezigheid van allergieveroorzakers,’ zegt Gera ten Veldhuis, p.r.-medewerkster van het Astma Fonds. ‘Hoewel we spreken van een allergie voor huisstofmijt, zijn de uitwerpselen van dit beestje de echte boosdoeners. Deze deeltjes zweven door de lucht en we ademen ze met het grootste gemak in.'

Hoogseizoen

Het favoriete gerecht van de huisstofmijt is een portie huidschilfers van de mens (we verliezen tot circa 1,5 gram per nacht); daar geniet hij het liefst van op een vochtige locatie. Een matras is daarom uitermate geschikt om te 'verblijven': door het normale transpireren van de slaper (tot een liter per nacht, zegt men) is het er aangenaam vochtig, en ‘roomservice’ ontbreekt niet. Daarbij houden de mijtjes van temperaturen tussen de 10 en 30 graden Celsius. In de zomer (vocht) neemt hun aantal toe; in de herfst barst het hoogseizoen los. In een tweepersoons matras kunnen zich dan zo'n half miljoen 'gasten' schuilhouden.

Levende mijten laten zich niet opzuigen. Met hun behaarde pootjes klampen ze zich vast aan bijvoorbeeld textiele vloerbedekking. Pas als ze gedood zijn, laten ze zich verwijderen. Maar het doden huisstofmijten is geen eenvoudige klus. Uit het beddengoed zijn ze te verdrijven door dit op 60 graden te wassen (of het beddengoed een week in de vriezer te leggen bij een temperatuur van -20 graden). Voor wat betreft de matras is dit uiteraard ondoenlijk. Het beste zijn matrassen van synthetisch materiaal, zonder binnenvering. De matras mag geen 'winterkant' (wollen laag) hebben, en de tijk kan het best van katoen zijn (neemt vocht op). Er zijn speciale hoezen op de markt die als een filter werken. De binnenkant van deze hoezen is voorzien van een polyrethaan membraan met microscopisch kleine poriën; zo worden stof, vuil en allergenen (groter dan een duizendste millimeter) tegengehouden. De hoezen kunnen in de wasmachine gewassen worden en zijn ook verkrijgbaar voor hoofdkussens en dekbedden.

Trillingen

Een matras reinigen is mogelijk met het systeem Potema. Dit is een uit Duitsland afkomstige machine (innovatieprijs gewonnen). De reiniging gebeurt ter plekke door hoogfrequente trillingen. Het apparaat zuigt een vacuüm en trekt zo het stof (gemiddeld een jampot vol per jaar) uit de matras. Door middel van lichtstralen, van een aan de voorkant bevestigde UVC-lamp, worden de aanwezige huisstofmijten, bacteriën en schimmels gedood. Daarna wordt de matras behandeld met ‘bio clean’, waardoor eventuele resten en sporen verwijderd worden. Deze methode is chemievrij en niet schadelijk voor mens, materiaal of milieu.

HM302001

Overig nieuws