Het CBS heeft becijferd dat het aantal toeristische overnachtingen in Nederland in 2020 vergeleken met een jaar eerder met 30 procent afgenomen is naar 86,2 miljoen. Vooral hotels en groepsaccommodaties zagen het aantal overnachtingen afnemen. Door een sterke toename van het aantal binnenlandse gasten in de zomerperiode, daalde het aantal overnachtingen bij campings en huisjesterreinen minder hard.
Maar hoe gaat dat in 2021? Wat zijn de prognoses en wat laten de actuele cijfers zien? Het tweede kwartaal van 2020 was zeer slecht, vergeleken met het voorgaande jaar nam het aantal overnachtingen in Nederlandse logiesaccommodaties af met 67,5 procent. In het derde kwartaal lag het aantal overnachtingen op een ‘normaal’ niveau, waarvan vooral campings en huisjesterreinen profiteerden. In het vierde kwartaal zagen we weer een min van 45,9 procent. In totaal bezochten 27,6 miljoen gasten vorig jaar de Nederlandse logiesaccommodaties, 40 procent minder dan een jaar eerder. Meer dan driekwart van de Europese bezoekers komt uit de buurlanden en het Verenigd Koninkrijk. Voor Nederland blijft Duitsland de grootste herkomstmarkt. Ondanks de pandemie hebben 3,2 miljoen Duitsers ons land bezocht voor vakantie of een zakenreis. Iets meer dan 1 miljoen Belgen bezochten Nederland in dezelfde periode.
Herwonnen belangstelling voor het eigen land
Jos Vranken, algemeen directeur van het NBTC (Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen), zag deze terugval in inkomend toerisme natuurlijk ook. Het NBTC heeft drie scenario’s geschetst, waarbij in het eerste scenario het risiconiveau in Nederland in de loop van het tweede kwartaal van 2021 afgeschaald wordt naar niveau zorgelijk, in het tweede scenario zou dit pas in de zomer zijn. In het derde scenario blijft het toerisme in heel 2021 hinder ondervinden van het coronavirus.
Vranken: “We lijken nu tussen het eerste en tweede scenario in te zitten, wat gelukkig niet het zwartste scenario betekent voor het verblijfstoerisme. De wereld toerisme organisatie (UNWTO, red.) heeft becijferd dat het wereldwijde internationale toerisme over 2,5 tot 4 jaar terug is op het niveau van voor de coronapandemie. Gelukkig zien we dat er een groeiende intentie is onder Nederlanders om in het eigen land op vakantie te gaan dit jaar. Dat blijkt ook uit onze vakantiesentimentmonitor.”
Toch maakt de toegenomen belangstelling van Nederlanders om in eigen land op vakantie te gaan niet alles goed. “Er geldt een ‘winstwaarschuwing’, want het OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development, red.) heeft de impact op het bbp berekend wanneer iedereen, in ieder land, in eigen land op vakantie zou gaan. Sommige landen zien het bbp stijgen, maar Nederland verliest twee procent. Dat komt omdat Nederlanders minder uitgeven dan buitenlandse toeristen. Nederlanders geven in eigen land 185 euro per persoon per verblijf uit, terwijl buitenlandse toeristen in ons land 600 euro per persoon per verblijf uitgeven en zakenreizigers zelfs 1100 euro. Buitenlandse gasten verblijven vaker dan Nederlanders in hotels, en minder vaak in vakantiehuisjes, waardoor ze meer uitgeven. Het is dus essentieel dat we terugkeren naar een goede bezoekersmix van Nederlanders en buitenlanders.” Overigens heeft het NBTC navraag gedaan onder Nederlanders die het eigen land ‘herontdekt’ hebben. En wat blijkt? Twee op de vijf van hen wil ook in de toekomst weer een vakantie boeken in eigen land. De herwonnen belangstelling voor het eigen land kan dus deels blijvend zijn.
Op zoek naar ‘ruimte en groen’
Op korte termijn is de zoektocht naar een vakantieverblijf in eigen land dus evident, maar kijken Duitsers en Belgen ook met belangstelling naar de mogelijkheden die Nederland biedt? “Ook zij zoeken het dicht bij huis, waarbij een reis met de auto bovenaan het wensenlijstje staat. Dat is verklaarbaar, want als er iets gebeurt, zoals een toename van het aantal besmettingen of wanneer de condities veranderen, dan kunnen ze vrijwel zeker weer gauw naar huis. En als je kijkt naar waar mensen naar op zoek zijn, dan zijn natuur, groen, rust en ruimte populair. Je moet inmiddels al heel goed je best doen als je in de zomer een vakantiehuisje wilt boeken in Nederland. Bij hotels in de stad zien we een ander beeld; die hebben de beschikking over capaciteit die zich minder snel vult.”
Internationaal reizen, binnen Europa, kan een impuls krijgen wanneer het ‘Digital Green Certificate’ wordt ingevoerd door de EU. “Dat is een app die het mogelijk maakt om te reizen binnen Europa wanneer je bijvoorbeeld gevaccineerd bent, een negatieve PCR-test hebt kunnen laten zien of wanneer je hersteld bent van een COVID-19 besmetting. Helaas is de pas er nog niet en maken we ons zorgen over de beschikbaarheid en betaalbaarheid van de testen. Per gezin kunnen de kosten voor die testen oplopen tot enkele honderden euro’s voor een vakantie en individuele lidstaten kunnen en mogen aanvullende maatregelen instellen, zoals een quarantaineplicht. Al die onduidelijkheden zorgen voor gemiddeld nog een grote terughoudendheid om internationaal te reizen, ook nog deze zomer. Als meer mensen gevaccineerd zijn, dan wordt de noodzaak om te testen overbodig. Het opvoeren van het vaccinatieprogramma is daarom belangrijk voor de toeristische verblijfsmarkt.”
Overtoerisme. Jarenlang werd het maatschappelijk debat over toerisme, met name in de hoofdstad, beheerst door deze term. Is dat nu verleden tijd, willen we al die toeristen terug wanneer corona verdwenen is? “Overtoerisme blijft. Dat komt omdat het een perceptie is en (nog) geen meetbaar gegeven. Het raakt zowel bewoners als bezoekers, want we zijn de afgelopen anderhalf jaar gewend geraakt aan lege pleinen, straten en parken, waardoor onze perceptie van drukte veranderd is. Het debat over drukte komt dus zeker terug, misschien wel sterker dan ooit, maar dan wel binnen een ander referentiekader. We verwachten dan ook dat het reguleren van bezoekersstromen, het zogenaamde ‘crowd management’, ook bij de politiek steeds meer aandacht krijgt. Gelukkig zijn er sectoren, zoals de festivalsector, die al de nodige kennis daarover in huis hebben, waardoor zij de overheden kunnen adviseren op dit gebied. NBTC stimuleert onder andere overheden om waar en wanneer nodig bezoekersmanagementtechnieken actief toe te gaan passen en koppelt hen aan relevante marktpartijen.”
Luchtvaart en toerisme
Door de coronacrisis is het internationale toerisme mondiaal sterk teruggelopen. Uit de Luchtvaartnota 2020-2050, gepubliceerd door de Rijksoverheid, blijkt dat mensen minder op vakantie naar het buitenland gaan. Ook worden er momenteel nauwelijks congressen georganiseerd in vergelijking met 2019. Wanneer de sector volledig herstelt, worden er 29 miljoen buitenlandse bezoekers verwacht in 2030, zo becijferde het NBTC. Een groot deel daarvan komt met het vliegtuig.
Het aandeel van de buitenlandse toeristen in de bestedingen (van alle toeristen) nam voor de coronacrisis in rap tempo toe, wat op verschillende plekken voor overlast zorgde. De Rijksoverheid zet daarom in op het aantrekken van toeristen met een hoge toegevoegde waarde. Het NBTC stimuleert toeristen om minder bekende plekken te bezoeken, maar ook om bekende plekken op rustigere momenten te bezoeken.
Luchtvaartsector zal weer groeien
Uit de Luchtvaartnota blijkt ook dat de verwachting voorafgaand aan de coronacrisis was dat de wereldwijde vraag naar luchtvaart volgens ICAO (2018), de internationale burgerluchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties, tot 2045 jaarlijks met gemiddeld 4,1 procent zou toenemen. Dat zou een verdubbeling over een periode van 18 jaar betekenen. Die verwachte groei is het hoogst in Azië; binnen Europa was een gemiddelde jaarlijkse groei van 2,6 procent voorzien. Naar verwachting zal de luchtvaart na een periode van herstel weer richting dit groeitempo klimmen. Daarbij zijn blijvende effecten van COVID-19 op het internationaal reisgedrag wel relevant, bijvoorbeeld door gewenning aan meer online overleg.
Blijf je graag op de hoogte?
Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in je mailbox? Schrijf je hier in voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.