Werken met zzp’ers: let op, verandering op komst!

Auteur: Ester Damen
Hotel & Recht 12 september 2024
Werken met zzp’ers: let op, verandering op komst!

Het gebeurt regelmatig: een ondernemer huurt een zzp’er in om werkzaamheden te laten uitvoeren. Dit is alleen niet zonder juridische risico’s, er bestaat namelijk een kans dat die zzp’er onbedoeld gezien wordt als een werknemer. Als alle juridische elementen van een arbeidsovereenkomst aanwezig zijn, is namelijk sprake van schijnzelfstandigheid. Op dit moment wordt een nieuwe wet voorbereid die het eenvoudiger moet maken om te beoordelen of iemand als zzp’er ingehuurd mag worden (Wetsvoorstel Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden). Met deze nieuwe wetgeving komt er ook een minimum uurtarief.

Op dit moment let de Belastingdienst nog niet echt op schijnzelfstandigheid. Het einde van dit zogenaamde ‘handhavingsmoratorium’ staat al langer op de planning en de minister heeft onlangs bevestigd dat de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 weer actief gaat controleren. Het is voor ondernemers die werken met zzp’ers daarom van belang om nu al kritisch te kijken naar de lopende opdrachtovereenkomsten en niet te wachten op nieuwe wetgeving of opgelegde sancties.

Hieronder bespreken wij de belangrijkste onderdelen van de nieuwe wet en het einde van het handhavingsmoratorium.

Rechtsvermoeden op basis van uurtarief

Het wetsvoorstel introduceert een rechtsvermoeden op basis van uurtarief. Wanneer wordt gewerkt voor een bedrag van ten hoogste 33 euro per uur, wordt vermoed dat er sprake is  van een arbeidsovereenkomst. De werkgever moet dan bewijzen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Genoemd bedrag wordt periodiek aangepast.

Verduidelijking van het gezagscriterium

Voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst is het nodig dat er tussen de werkgever en werknemer een gezagsverhouding is. Gezag is wat een werknemer van een zzp'er onderscheidt. In het wetsvoorstel staat duidelijker waarom het voor de opdrachtgever makkelijker wordt om te bepalen of degene die het werk verricht daadwerkelijk als zzp’er kan worden aangemerkt.

Er is sprake van gezag wanneer het werk wordt gedaan op basis van sturing (wat betreft de inhoud van het werk en de organisatie ervan) door de werkgever (hoofdelement W) en de werknemer het werk niet voor eigen rekening en risico verricht (hoofdelement Z), of het werk minder voor eigen rekening en risico verricht dan dat de werkgever stuurt. Als beide factoren in evenwicht zijn, geeft een derde criterium de doorslag, te weten het ondernemerschap van de werkende (hoofdelement OP). Volgens de toelichting zal dit laatste maar in een ‘relatief beperkt aantal gevallen’ aan de orde zijn.

Het toetsingskader is in onderstaand schema verduidelijkt.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal in een nog te nemen besluit nadere aanwijzingen opnemen voor deze hoofdelementen. Deze aanwijzingen worden in de toelichting bij het wetsvoorstel al wel genoemd.

De volgende vijf aanwijzingen gaan over de inhoud van het werk of de organisatie ervan:

1.     De werkgever mag aanwijzingen en instructies geven over de manier waarop de werkende de werkzaamheden moet uitvoeren en de werkende moet deze ook opvolgen.

2.     De werkgever heeft de mogelijkheid om de werkzaamheden van de werkende te controleren en mag op basis daarvan ingrijpen.

3.     Het werk wordt gedaan binnen de organisatorische grenzen van de organisatie van de werkgever.

4.     Het werk heeft een structureel karakter binnen de organisatie.

5.     Het werk wordt gedaan samen met werknemers die soortgelijke werkzaamheden doen.

Daarnaast worden de volgende vijf aanwijzingen genoemd die wijzen op het werken voor eigen rekening en risico (binnen de arbeidsrelatie):

1.     De financiële risico’s en resultaten van het werk liggen bij de werkende.

2.     Bij het uitvoeren van het werk is de werkende zelf verantwoordelijk voor gereedschap, hulpmiddelen en materialen.

3.     De werkende is in het bezit van een specifieke opleiding, werkervaring, kennis of vaardigheden, die in de organisatie van de werkgever niet structureel aanwezig zijn.

4.     De werkende treedt tijdens de werkzaamheden zelfstandig naar buiten.

5.     Er is sprake van een korte duur van de opdracht en/of een beperkt aantal uren per week.

Alleen wanneer ‘sturing door de werkgever’ en ‘werken voor eigen rekening en risico’ in gelijke mate aanwezig zijn, worden aanwijzingen die gaan over ondernemerschap van de werkende buiten de arbeidsrelatie (voor soortgelijke werkzaamheden) bij de kwalificatie betrokken:

·         De werkende heeft meerdere opdrachtgevers per jaar.

·         De werkende besteedt tijd en/of geld aan het verwerven van een reputatie en het vinden van nieuwe klanten of opdrachtgevers.

·         De werkende heeft bedrijfsinvesteringen van enige omvang.

·         De werkende gedraagt zich administratief als zelfstandig ondernemer.

Inwerkingtreding en handhaving

Het wetsvoorstel ligt op dit moment voor advies bij de Raad van State. Hierna zullen de Eerste en Tweede Kamer nog met het voorstel moeten instemmen. In een recente brief aan de Tweede Kamer heeft minister Van Hijum laten weten dat de nieuwe wetgeving naar verwachting per 1 januari 2026 zal gelden.

Het weer controleren op schijnzelfstandigheid zal, vooruitlopend op de nieuwe wetgeving, van start gaan per 1 januari 2025. De huidige modelovereenkomsten zullen daarbij op den duur verdwijnen.

Tot slot

De nieuwe wetgeving komt er om bestaande regels en uitspraken (zoals het Deliveroo-arrest) overzichtelijk samen te vatten. Met andere woorden, de nieuwe wet moet aansluiten bij de manier waarop nu al getoetst wordt of er sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Er zijn ook wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie. Een rechter zal zich straks bij het beoordelen moeten baseren op vooraf door de wetgever bepaalde aanwijzingen. Alleen in uitzonderlijke gevallen kunnen andere aanwijzingen bij de beoordeling worden betrokken. Daarmee heeft een rechter minder vrijheid, maar wordt de uitkomst hopelijk ook voorspelbaarder. Daarnaast zal het ‘ondernemerschap van de persoon’ pas een rol spelen als de twee hoofdelementen in balans zijn. Hierdoor kan het zijn dat er sneller wordt aangenomen dat er een arbeidsovereenkomst is dan nu het geval is.

Wilt u weten of een werkende binnen uw organisatie moet worden aangemerkt als werknemer of zzp’er? Of wat u kunt doen om de risico’s te beperken? Neem dan contact op.

 

Blijf op de hoogte!

Twee keer per week het actuele en relevante hotelnieuws in uw mailbox? Registreer hier voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte.

Overig nieuws