De trends in congresland. De positie van ons land als congresbestemming op de wereldranglijst. Het zijn veelbesproken onderwerpen. Internationale congresstatistieken maken de tongen los. Marktanalist Mijke Smit van Toerisme Recreatie Nederland (TRN) houdt nauwgezet alle gegevens bij van de ‘meetings’, ‘incentives’, ‘conventions’ en ‘exhibitions’, ofwel de MICE-markt in Nederland. Smit: ‘Statistieken zijn heel bruikbaar om marketinginspanningen te kunnen meten, maar ook om de economische waarde van internationale congressen voor ons land aan te kunnen geven.’
Niet alleen voor de afdeling MICE Markt (voormalig NCB) van TRN zijn deze gegevens relevant, maar zeker ook voor de aanbieders in de zakelijke reismarkt, zoals hotels met vergaderfaciliteiten, congrescentra en PCO’s. Voor een ieder is het interessant om de resultaten van dit jaar af te zetten tegen die van een jaar geleden. ‘De afdeling MICE is voor het verzamelen en rapporteren van de internationale congresgegevens afhankelijk van de informatie die wordt aangeleverd door de aanbieders in ons land,’ aldus Smit. ‘We hebben zoveel mogelijk informatie nodig, want alleen dan zijn de statistieken representatief. Alleen dan kunnen we goed analyseren.’
Inzicht
De afdeling MICE inventariseert jaarlijks hoeveel internationale congressen en zakelijke bijeenkomsten er in Nederland worden gehouden. Dit doet zij om meerdere redenen. Naast het evalueren van het effect van marketingactiviteiten en het weergeven van een internationale concurrentieanalyse, geven de internationale congresstatistieken ook inzicht in de trends en ontwikkeling van de MICE-markt in ons eigen land. Bijvoorbeeld het bezoekmotief van de zakelijke reiziger, de ontwikkeling van het aantal deelnemers in Nederland - of per regio -, en of er sprake is van een toe- of afname van het aantal congressen in ons land.
Mijke Smit: ‘De statistieken maken het tevens mogelijk om de economische waarde van internationale bijeenkomsten voor Nederland aan te geven. Onderzoek is bovendien belangrijk om toekomstverwachtingen in kaart te brengen. Door te anticiperen op ontwikkelingen kunnen we wellicht de concurrerende bestemmingen één stap voor zijn.’
Om representatieve statistieken te kunnen ontwikkelen, is de kwaliteit en de hoeveelheid van de gegevens van groot belang. Smit: ‘TRN en de Regionale Congresbureaus (RCB’s) werken nauw samen bij het verzamelen van die gegevens. Het aantal congressen; de duur ervan; het aantal deelnemers... Daarnaast is het interessant om te weten binnen welk vakgebied het congres wordt georganiseerd. Hoe meer data, hoe beter.’
Wereldranglijst
Belangrijk bij het analyseren van de data is de definitie van een congres. TRN houdt deze definitie van een internationaal congres aan: een meerdaagse bijeenkomst bedoeld voor kennisoverdracht en gehouden in een commercieel geëxploiteerde ruimte. Bovendien geldt dat het aantal deelnemers op de eerste dag minimaal veertig dient te zijn, waarbij tenminste een derde van de deelnemers woonachtig is in het buitenland.
Er zijn twee organisaties die de congresstatistieken wereldwijd bijhouden: de Union of International Associations (UIA) en de International Congress & Convention Association (ICCA). Smit: ‘Het lastige is dat de UIA, de ICCA en TRN verschillende definities hanteren voor een internationaal congres. Daardoor kan het voorkomen dat Nederland als bestemming op een andere plaats op de wereldranglijst staat bij de ICCA dan bij de UIA. TRN levert deze twee organisaties de congresinformatie met betrekking tot ons land; daarvoor hebben we de informatie van Nederlandse aanbieders in de zakelijke reismarkt heel hard nodig. Uiteraard met als doel Nederland een goede positie op de wereldranglijsten te bezorgen.’
Zowel TRN als UIA en ICCA rapporteren halverwege het jaar de congresgegevens van het voorgaande jaar. TRN brengt de gegevens voor zowel de corporate- als de associatiecongressen in Nederland. UIA en ICCA geven de internationale positie van Nederland op de associatiemarkt weer.
HM302003
