Geslepen diamanten en noeste havenarbeiders. Antwerpen is een stad van tegenstellingen en dat is goed terug te zien in het straatbeeld. Leegstaande en vervallen panden worden afgewisseld door prachtige statige pakhuizen.
Hoge pumps en Chaneltasjes worden achtervolgd door schoenen met stalen neuzen. De stad ademt diversiteit in al haar facetten en die diversiteit is ook te proeven in het hotelaanbod. Van knusse stand-alone hotels tot kolossale ketenhotels en alles wat daartussen ligt. In de stad van edelstenen en smeerolie is ook het design binnen de hotels divers. Interieurontwerper Pascal Sutherland geeft een tour langs drie hotels: The Plaza Hotel Antwerp, Premier Plus Suites en Hotel Indigo Antwerp.
The Plaza
Als de mensen de sfeer bepalen in een hotel, dan bepaalt design het karakter. Het roept een bepaald gevoel op en wat dat moet zijn, daar dient goed over nagedacht te worden. Wat moet de lobby uitstralen? Welk gevoel wil je de gasten geven als ze de hotelkamerdeur opendoen? Het zijn de vragen die Pascal aan de hoteleigenaren stelt. Bij The Plaza Hotel is de transitie van de verbouwing nog in volle gang. Niet lang geleden werden alle kamers aangepakt en opgeleverd, terwijl de receptie, lobby en bar nog in hun oude jasje zitten. Het contrast kan bijna niet groter. “Maar”, zo verzekert Pascal als hij in de lobby in de grote Chesterfield bank ploft, “de tekeningen voor receptie, bar en lobby zijn klaar. We gaan binnenkort beginnen.”
We maken kennis en gaan praten
Waar de receptie, lobby en bar nog het ‘klassieke’ hotelimago uitstralen, (Chesterfield banken, rood tapijt, koperen bar en kroonluchters aan de muur), hebben de kamers een eigentijds karakter, zonder de klassieke functies te verliezen. De eerste vraag die opborrelt is natuurlijk: hoe verzin je het? “Het is eigenlijk vrij simpel. Ik kom met de hotelier in contact, we maken kennis en gaan praten over de wensen en de mogelijkheden. Ik heb gelukkig een bedreven team van drie vrouwelijke designers (Suze Wolffs, Cleo Faessen en Magali Snelder, red.) die als de beste kunnen tekenen. Die schetsen worden uitgewisseld met de hoteliers en samen komen we tot een eindresultaat. Dan verbouwen we een hele kamer in het hotel van bestemming, de zogeheten proefkamer. Dat doen we altijd omdat ik vind dat een hotelkamer moet rijmen met de rest van het pand. Die uitstraling moet matchen. Je kan ervoor kiezen om in een showroom een kamer te verbouwen en die aan de hotelier te laten zien, maar op deze manier komt het ontwerp dichterbij.”
Verkapte duurzaamheid
Het aspect duurzaamheid komt ter sprake. Sutherland ziet dat hoteliers kiezen voor een bepaald soort duurzaamheid: de portemonnee. “Een hotelkamer wordt gemiddeld één keer in de zeven jaar verbouwd. In de tussentijd wil je dat er zo min mogelijk vervangen wordt. Is dat wel noodzakelijk, dan wil je niet dat bijvoorbeeld de hele achterwand van het bed vervangen moet worden, maar dat dat in componenten is gesplitst, zodat je maar een deel hoeft te vervangen. Dat is natuurlijk ook een vorm van duurzaamheid, maar ik heb niet het idee dat hoteliers zich erg druk maken over de stof waarvan de vloer is gemaakt. PVC is op dit moment erg populair. Niet duurzaam in hoe het wordt gefabriceerd, maar wel in gebruik. Erg gebruiksvriendelijk, praktisch en mooi. Waar je als designer ook naar kijkt is de tijd die housekeeping nodig heeft voor het schoonmaken van de kamer. Dat moet natuurlijk allemaal zo snel mogelijk. Daardoor kies je voor ‘zwevend’ meubilair, zodat de stofzuiger er gemakkelijk onder kan.” Wat opvalt in de nieuwe kamer van The Plaza, is het lichtdesign: warm en zacht. Van onder het nachtkastje schijnt een lampje over de vloer. “Zo kun je, als je in de nacht even wat wilt drinken, zien waar je staat. Handig detail.”
De eigenaresse heeft helemaal niets met blauw
De gouden bank en de televisie die 360 graden kan draaien (zodat zowel vanuit het bed, als vanaf de bank gekeken kan worden) zijn de eye-catchers. Het liefst had Pascal blauw toegevoegd aan de kamer, maar dat was niet de wens van de hoteleigenaresse Martine Goethals. “Je ontwerpt het hele plaatje en de kleuren zorgen voor de harmonie. De eigenaresse heeft helemaal niets met blauw, dan moet je dat niet doordrukken vind ik.” Desgevraagd geeft Sutherland dan ook aan geen puur eigen stijl te hebben. “Dat doe je samen met de hotelier.”
Die hotelier, Martine Goethals, vertelt in de lobby dolenthousiast over de plannen met de lobby en de bar en over het magazine waar dit verhaal in wordt gepubliceerd. “Zoiets zouden we ook in België moeten hebben. Een speciaal Vlaams pintje misschien?” Met die vraag ontvouwt zich de Belgische gastvrijheid, echter zijn er nog twee hotels te bezoeken en heeft de klok zojuist één uur geslagen. Of het leuker werken is in België?”, herhaalt Sutherland de vraag. “Ik vind het ondernemersklimaat hier prettig. Er is veel wederzijds respect. Het maakt het soms ook wel wat lastig, omdat je met andere wet- en regelgeving te maken hebt.”
Premier Suites
Na een paar honderd meter met de auto, drie keer rechts en de kleinste parkeergarage die Antwerpen kent, wijst Pascal Sutherland vanaf de stoep naar boven. “Kijk, mijn eigen hotel”, grapt hij. Met grote zwarte letters staat PS op de gevel. Die letters staan voor Premier Suites, en in dit geval voor Premier Suites Plus. Een keten van serviced apartments, met hotels voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk. In Rotterdam staat er een en in 2020 verwacht men ook Amsterdam de eerste Premier Suites te openen. Twee jaar geleden betrok de eigenaar van het Antwerpse PS de twee lofts die boven het hotel zaten, bij het hotel. Van de voormalige residentie van een Arabische sjeik werden 38 serviced apartments gebouwd en werd de lobby naar de bovenste verdieping getrokken. Een ‘home away from home’.
Direct beperkt in je mogelijkheden
Die lobby grenst aan het restaurant, wat de gemeenschappelijke ruimte tot één maakt. “De interactie is daardoor groter. Vanuit de lift loop je direct tegen de receptie aan. Zo hoef je niet te zoeken waar je naartoe moet en staan vriendelijke mensen je direct op te wachten.” In een van de kamers vertelt Sutherland waar hij als designer voornamelijk tegen aanloopt. “Het pand bestaat al. Leidingen lopen dwars door elkaar heen en als je bijvoorbeeld een keukenblok wilt bouwen, zoals in dit hotel, ben je daardoor direct beperkt in je mogelijkheden.” Het is dé strijd die Sutherland altijd voert in zijn opdrachten. Comfort en luxe tegenover praktisch. “Iedere beslissing heeft gevolgen voor de volgende. Neem bijvoorbeeld de wasbak. Ik ben groot voorstander van een dubbele wasbak. Een voor hem, een voor haar. Maak je die keuze, dan zorgt dat ervoor dat het toiletblok of de douche moet worden beperkt qua mogelijkheden. Zo schipper je samen met de hotelier door de kamer en is het continu compromissen sluiten.”
In het Premier Suites Plus hotel is gekozen voor een Scandinavisch uiterlijk: strak en praktisch. “Als je naar de ontwikkelingen in de hotellerie kijkt op het gebied van design dan is er de afgelopen jaren vaak voor een Scandinavisch uiterlijk gekozen. Hoteliers houden over het algemeen wel van veilig. Dat is ook logisch, want de trendgevoelige objecten kunnen niet zeven jaar mee. Ze durven de gok niet te nemen.
Echt pionierswerk op het vlak van design zie je niet bij hoteliers. Ze zijn trendvolgend, niet trendleidend. Ondernemers kijken toch gewoon simpel naar de afschrijving. Ik kan ook niet zeggen dat ik als designer een uitgesproken stijl heb. Je hebt altijd met een klant te maken, een budget en een wensenlijst. Dat is bij hotelketens nog wel eens lastig. Daar gaan de beslissingen over een aantal lagen. Dat vertraagt het proces en de creativiteit. Ze willen natuurlijk een bepaalde vorm van uniformiteit uitstralen. Ik heb natuurlijk wel mijn voorkeuren, maar druk ze niet door. Ik vind dat je dat als designer niet moet doen. Je gaat uiteraard in gesprek en geeft aan waarom je denkt dat jouw visie beter past, maar je komt er samen uit.”
Hotel Indigo
Op een steenworp afstand van Premier Suite Plus ligt het Indigo Hotel, een keten van Boutique hotels onder de vlag van InterContinental Hotels. Vanaf Premier Suites Plus is het twee keer rechts en een keer links, langs het imposante Centraal Station van de stad, om uiteindelijk op het Koningin Astridplein uit te komen bij het Indigo Hotel. Een levendig terras siert de entree. “En toch blijft het lastig om de lokale mensen aan het hotel te binden”, vertelt Sutherland.
Lopend langs de lobby, de bar en het restaurant vallen de vele rolkoffertjes op. Sutherland heeft een stevige pas richting de achterkant van het hotel. “Kijk”, zegt hij met een lichte trots, “deze binnentuin hebben we ook ontworpen.” Vier met golfplaten bedekte wanden ommuren de binnentuin, met een terras gedragen op stalen poten. De zon speelt met schaduwen. Onder het terras bevindt zich een binnentuin die aan hotelkamers zijn verbonden, die tuin is exclusief toegankelijk voor de gasten die de kamers boeken waar de tuin aan grenst. Hangmatten en loungesets vullen de ‘ondertuin’. “Het was een loze ruimte en het leek mij een mooie invulling. Het was nog wel een klus om alle materialen hier te krijgen. Dat ging met een kraan vanaf de voorkant van het hotel, over het pand heen. Er was geen andere manier om er te komen.”
Toekomstige trends
Vragend naar de toekomstige trends in de hotellerie is Sutherland wat voorzichtig. Voorspellen is moeilijk. Wel denkt hij dat de Scandinavische trend z’n hoogtepunt wel heeft gehad. “Het strakke design zal denk ik wat meer ingeruild worden voor wat speelsere vormen, hoewel de industriële ‘look’ ook nog steeds behoorlijk aanwezig is. Ik denk dat rondere vormen in de komende periode meer aanvraag zullen gaan krijgen. Nu zie je veel strakke en sobere lijnen in de hotelkamer. Pastel en bronzen kleuren zullen denk ik de plaats van staalblauw en groen innemen.
Nog meer digitalisereing
Gasten zullen nog meer behoefte hebben aan digitalisering en dat ga je ook terugzien in het design. Op praktisch gebied dan. USB-poortjes en stopcontacten, je ziet het steeds vaker terugkomen. De hotelkamer moet ook een plek worden waar mensen kunnen werken. Niet iedereen vindt het prettig om op een algemene plek te werken, waar afleiding op de loer ligt. Mocht er de ruimte zijn, zorg dan voor een comfortabele werkplek op de kamer.”
“Ik zou elke hotelier willen adviseren”, vervolgt Sutherland, “om niet te bezuinigen op de accessoires: de aankleding van het hotel. Planten, lijsten, schilderijen… Het geeft de kamer of de ruimte het karakter dat je als gast wil. Ik begrijp het wel: budget wordt opgesteld en de grote aankopen krijgen voorrang, pas op het eind wordt er invulling gegeven aan het karakter van de ruimte. Dat wordt voor een groot deel bepaald door details. Ik heb er natuurlijk baat bij om dit te zeggen, maar wacht niet te lang met het ‘verversen’ van het hotel. Ook de kleine familiehotels in de regio. De concurrentie is tegenwoordig groot en de wensen van de gasten veranderen in behoorlijk hoog tempo.”
De mensen bepalen de sfeer, het design bepaalt het karakter. Terugkomend op de opening van dit artikel blijkt uit de conclusie van Sutherland dat details daarin misschien wel de sleutel tot succes, of in dit geval karakter, zijn.
Fotografie: Wendy Bos
HM302019