Op bezoek bij Laurens Ivens, de Amsterdamse wethouder (SP) die de portefeuilles Bouwen en Wonen, Wijkaanpak, Dierenwelzijn en Stadsdeel Noord beheert. De ‘deal’ met Airbnb is de afgelopen dagen uitvoerig besproken, maar volgens Ivens is er geen sprake van een deal: “Airbnb onderschrijft de gemeentelijke regels; daarover is niet onderhandeld.”
Even terug naar de basis. Waar hebben we het concreet over? Verhuur van de eigen woning is volgens de wet toegestaan. Daarover is geen enkele verwarring mogelijk. In Amsterdam is er sinds 2014 een beperking ingesteld en de overeenkomst met Airbnb houdt in dat de bemiddelingswebsite zich houdt aan de gemeentelijke ‘spelregels’ en meewerkt bij de bestrijding van illegale hotels. Op dit moment als enige online aanbieder van accommodatieruimte, want met Wimdu is nog niet onderhandeld; er is volgens Ivens zelfs nauwelijks contact met het bedrijf geweest. Met Booking.com is wel gesproken, maar de gemaakte afspraken zijn nooit op papier gezet. Over de samenwerking met Airbnb heeft Ivens niets dan lof.
Verhuur van een woning mag gewoon
Het inperken van het aantal dagen dat een woning verhuurd mag worden wordt voornamelijk ingegeven door de krapte op de Amsterdamse woningmarkt en niet door gemor van hoteliers. Woningeigenaren mogen bovendien (onder voorwaarden) zonder voorbehoud hun woning verhuren? “Inderdaad. Verhuur van de eigen woning is wettelijk toegestaan, maar dan moet er wel toestemming zijn van bijvoorbeeld de hypotheekverstrekker of de VvE. In het geval van huurwoningen moet de verhuurder akkoord geven. De woningen mogen verhuurd worden aan maximaal vier personen, want anders is het in strijd met de Woningwet; er zijn immers veiligheidseisen – zoals de brandveiligheid – waaraan een woning moet voldoen. Een derde voorwaarde ligt besloten in de Huisvestingswet, die de gemeente de mogelijkheid geeft om woningen te ‘beschermen’. In het geval van de gemeente Amsterdam is dit zeer van belang, aangezien er een huisvestingskrapte is in de stad. Wanneer een woning formeel wordt onttrokken aan de woningvoorraad, bijvoorbeeld wanneer je een bedrijf start in je huis en er ineens allerlei drukpersen staan, dan is het duidelijk dat het geen woonhuis meer is. Een woning moet evident een woning zijn”, aldus de wethouder.
Zestig dagen is het maximum
Die zestig dagen die men per kalenderjaar de eigen woning of huurwoning mag verhuren… Zit daar dan geen rek in? Volgens criticasters moet het mogelijk zijn om dat aantal dagen verder te verlagen. “Die termijn van zestig dagen is al zeer scherp”, stelt Ivens. “Volgens onze juristen was negentig dagen feitelijk beter te onderbouwen. Dertig dagen kan praktisch gezien gewoon niet, want bewoners van een woning gaan vaak in de zomer en tijdens de kerstvakantie op vakantie en je komt zodoende als woningeigenaar al gauw boven de dertig dagen dat je niet in je huis verblijft; dat geldt voor bijna iedereen. Wij zijn er om te handhaven, dus dat aantal dagen is te laag.”
Wassen neus
Over de ‘deal’ met Airbnb zijn de meningen verdeeld. Oppositiepartijen spreken van een wassen neus, aangezien een aanbieder van een woning via Airbnb gewoon een nieuw account kan aanmaken en opnieuw een woning kan aanbieden. Ivens: “Er zijn sluiproutes. Dat onderken ik. Je kunt een nieuw account aanmaken en opnieuw beginnen, maar dan zijn de aanbieders wel alle recensies kwijt en ze lopen het risico om toch gepakt te worden. We maken het degenen die misbruik maken van de situatie wel moeilijker, en nu met medewerking van Airbnb, die de gegevens met ons deelt. Daardoor houden we mankracht over om verder te handhaven.”
Barcelona doet stoer
In Barcelona moeten degenen die een woning aanbieden via Airbnb een registratienummer aanvragen. Is op die manier de sluiproute niet te blokkeren? Laurens Ivens moet een beetje lachen… “Barcelona heeft geen overeenkomst met Airbnb, zoals wij dat hebben, en er wordt gewoon niet gehandhaafd. Bovendien moet je het verplichten van het aanvragen van een registratienummer landelijk regelen, dus die bal ligt bij de landelijke overheden. In Barcelona hebben illegale hotels feitelijk vrij spel; er wordt ze geen strobreed in de weg gelegd. Laatst was ik in Barcelona op pad met een handhaver. Toen we langs een soort b&b liepen, dat er wel verdacht veel uitzag als een illegaal hotel, vroeg ik hem of ze die niet zouden onderzoeken. Onderzoeken? De man keek me glazig aan. Dat doen ze daar niet. Barcelona doet heel stoer, maar er is nog nooit een boete uitgeschreven in die stad. Die stad is vergeven van illegale hotels die open en bloot opereren."
In Amsterdam wordt dus significant meer gecontroleerd en beboet? "In Amsterdam is er sprake van een overeenkomst, van heldere regels en enorm veel inzet op het gebied van handhaving. We hebben dertig handhavers, zetten mystery guests in, gaan af op meldingen en rechercheren ook steeds meer digitaal. Onze juristen zorgen er bovendien voor dat er steeds meer jurisprudentie is, zodat we illegale hotels kunnen aanpakken. Wat dat ons jaarlijks kost? We zijn op jaarbasis twee miljoen euro kwijt aan handhaving met betrekking tot illegale hotels. In totaal is dat de helft van de totale vier miljoen die de portefeuille Wonen uitgeeft aan handhaving. Aan de andere kant incasseren we jaarlijks twee miljoen aan boetes. Of de bevolking niet mort over de oplopende kosten van handhaving? Dat vind ik onterecht: er is ook sprake van inzet van politie bij voetbalwedstrijden en wanneer een toerist onder invloed van paddo’s uit een hotelraam wil springen, dan belt het hotel ook de politie.”
Wimdu begrijpt het niet
Even terug naar de onderhandelingen met andere websites. Hoe gaat het daar nu mee? “Het geheim van het voeren van onderhandelingen is, dat je nooit moet vertellen met wie je onderhandelt. Je vroeg al naar Booking.com en daar hebben we inderdaad mee afgesproken dat ze ons de adressen van illegale hotels doorspelen en deze van de website verwijderen. Onlangs heeft de woordvoerder van Wimdu, Péter Vida, verklaard dat zij de deal met Airbnb ‘te streng’ vonden. Wimdu heeft het totaal niet begrepen: we onderhandelen niet. We willen gewoon dat zij hun klanten informeren over de regels. Bovendien willen zij ook dat woningen aan meer dan vier personen moeten kunnen worden verhuurd; dat mag helemaal niet volgens de Woningwet. Op dat vlak hebben ze dus niets te willen en niets te onderhandelen. Ja, wanneer een woonhuis aan alle brandveiligheidseisen voldoet, zoals een hotel dat ook doet, dan is dat theoretisch mogelijk. Via Airbnb mag je helemaal geen woning voor meer dan vier personen aanbieden; dat wordt geweigerd door de website. Je kunt dan contact met ze opnemen, waarna Airbnb ons benadert om na te gaan of die woning inderdaad aan alle eisen voldoet. Nogmaals, dit is een puur theoretisch geval. Het eerste woonhuis dat aan die eisen voldoet, moet ik nog tegenkomen. Ik heb ook her en der gelezen dat Wimdu met ons in gesprek zou zijn, maar we zijn hier intern al druk bezig geweest om te zoeken naar de ambtenaar die met hen onderhandeld zou hebben. Die is nog niet gevonden. Het voorstel krijgt volgens mij gewoon voldoende steun in de raad, dus ik zie geen obstakels die de overeenkomst kunnen blokkeren. De negatieve uitlatingen van sommige collega-politici horen gewoon bij het politieke spel.”
Taak voor de hotellerie
Toch zijn er Amsterdamse hoteliers die menen dat Airbnb niet goed is voor hun business en dat de hotellerie imagoschade oploopt. Ivens: “Airbnb draait het juist om: zij vinden dat zij juist imagoschade ondervinden van hotels. Nog steeds is zo’n 95 procent van de overnachtingen in Amsterdam in handen van de hotellerie. Pin me niet vast op dat cijfer, maar het geeft wel aan dat het probleem in Amsterdam geen Airbnb-probleem is, maar een probleem met een overvloed aan toeristen. Feitelijk moeten hoteliers gewoon blij zijn met Airbnb, want deze drukte kunnen ze helemaal niet aan. Bovendien is het niet wenselijk om eindeloos hotels bij te bouwen, want we weten niet hoe bestendig deze vorm van toerisme is. Als econoom weet ik dat deze hausse op een gegeven moment kan eindigen, en wat dan? In hotels werken mensen, het zijn bedrijven, terwijl de Airbnb-hosts hun woonhuis verhuren en gemakkelijk van de bijverdienste af kunnen stappen. Een woning moet je nooit afhankelijk maken van toeristische inkomsten. Het grootste probleem ligt nu bij het grote aantal toeristen in de binnenstad en daar heeft ook de hotellerie een taak. Als je folders van het Anne Frank Museum bij de receptie legt, en niet die van een kinderboerderij in Amsterdam Noord, dan werk je zelf mee aan die toeristenstroom in het centrum.”
Hoteliers moeten minder klagen
De hoteliers moeten dus zelf verantwoordelijkheid nemen en minder klagen over Airbnb en andere ‘acommodatie-alternatieven’, volgens Ivens. “Ja, ik vind dat de hotellerie de hand in eigen boezem mag steken… Blijkbaar is er behoefte aan accommodaties die anders zijn dan hotels. Meer huiselijk. Daar kunnen ze vast zelf iets op verzinnen. Onze taak is om de charme van de binnenstad te behouden, en daarbij hoort dat er in de binnenstad ook wordt gewoond. En persoonlijk maak ik mij sterk om de woningvoorraad te beschermen, dus daarom zit de zaak Airbnb in mijn portefeuille en niet in die van de wethouder die verantwoordelijk is voor hotels.”
Belastingdienst laat steken vallen
Eén laatste punt. Toeristenbelasting. Airbnb houdt die via de website in, zodat Amsterdam die inkomsten niet misloopt. Hoe gaat dat met andere verhuursites? “Iemand die via Booking.com een hotelkamer reserveert, moet toeristenbelasting aan het hotel afdragen en niet aan Booking.com. Dat is dus de verantwoordelijkheid van het hotel en in het geval van Wimdu is dat de verantwoordelijkheid van de host. Ik zie het wel als een morele verplichting van de verhuurwebsites dat ze hun klanten informeren over de regels. Airbnb doet dat, maar andere websites niet. In Wenen zijn er wel wat stappen gezet; daar draagt Wimdu al enige gegevens over aan de lokale overheid. Dat is interessant om te volgen. Wimdu faciliteert op een bepaalde manier belastingontwijking door het niet delen van gegevens. De Belastingdienst laat trouwens ook behoorlijke steken vallen; ik heb ze al gewezen op de mogelijkheden. De Belastingdienst moet echter de overnachtingsgegevens kunnen koppelen aan het adres en de persoon en die staan niet op de meeste van die accommodatiewebsites, zoals Wimdu. Ze hebben dus wel de mond vol van de ‘sharing economy’, maar sharen in de praktijk bar weinig. Op het gebied van inkomstenbelasting is dus nog werk aan de winkel, net als het opsporen van niet-geïnde of afgedragen toeristenbelasting.”
Auteur: Thijs Jacobs