De scholieren die dit jaar het eindexamen Geschiedenis gaan doen, weten alles van statenvergaderingen, stadhouders en regenten, dus laten wij rappen... Pardon, laten wij ons reppen naar Monnickendam, waar achter een mooie klokgevel ooit de regenten, ofwel Hoogmogende Heeren van Waterland vergaderd hebben. Dit was tevens de ambtswoning van Cornelis Dirksz, een burgemeester die als admiraal van de Watergeuzen zegevierde over Bossu tijdens de slag op de Zuiderzee (1573). Niet zo geïnteresseerd in vaderlandse geschiedenis? Dan vast wel in de fraaie suites die De Posthoorn zo bijzonder maken.
Zijn het werkelijk de suites die dit hotel bijzonder maken? Eigenlijk zou De Posthoorn beter op zijn plaats zijn geweest in de rubriek Hotelrestaurant, vermits de hoge heren van Michelin dit bedrijf met een ster onderscheiden hebben. Maar ja, waar laten we dan de Dutch Hotel Collection? Want De Posthoorn heeft een 'broertje' gekregen. En we kunnen ook niet om die recensie van Avantgarde heen: "Heavenly beds from a fairy tale."
Authenticiteit
Rond 1690 woedde een enorme brand in Monnickendam, waaraan ook dit pand ten prooi viel. Na die ramp verordonneerden de vroede vaderen dat voortaan alles in steen herbouwd en gebouwd moest worden. De stad (sinds 1355) verrees eens te meer uit de as; de klokgevel van De Posthoorn, waarop het jaartal 1697 prijkt, herinnert daaraan.
Waar nu een suitehotel staat, zetelden eertijds de bestuurders van Waterland; daarna burgemeesters. Op een gegeven moment werd de woning betrokken door een man die een vervoersdienst had: met paard en wagen vervoerde hij pakketjes en post. Die wagen of kar werd gaandeweg vervangen door een heuse diligence. Aangezien zijn veelal liederlijke passagiers met hartstocht de knijpen, kroegen, tapperijen, staminees en taveernen van Monnickendam bezochten, besloot onze ondernemende koetsier om zelf een gelagkamer in te richten. Niet veel later creëerde hij overnachtingsmogelijkheden voor de passagiers van de botters die 'snelvervoersdiensten' onderhielden tussen de Zuiderzeestadjes.
"Tegenwoordig zullen de jongelui van de hotelscholen het waarschijnlijk 'one stop shopping' noemen," zegt bedrijfseconoom en marketeer Marc Boeljon met een zweem van ironie in zijn stem. Hij verscheen ten tonele toen De Posthoorn allang geen hotel meer was. Achterstallig onderhoud en verwaarlozing hadden rond 1940 de hotelkamers 'uit de tijd gezet'. In een meer recent verleden werd het sterk verwaarloosde gebouw zelfs door de bank opgeëist en geveild. Marc Boeljon sloeg zijn slag. "Ik wilde er een restaurant beginnen," vertelt hij, "maar het object (inclusief een belendend pand) was mij veel te groot. Toen dacht ik aan het concept 'shop in shop'. Zou dat niet ook binnen de horeca toegepast kunnen worden? Met de marketingslogan 'authenticiteit verkoopt het best' in het achterhoofd ging ik onderzoek doen naar de historie achter deze klokgevel. Ooit stopte de tram van Amsterdam naar Volendam hier direct voor de deur: dit was het overstappunt. Later zat hier een gerenommeerd restaurant dat als een van de eerste meedeed met de nouvelle cuisine in Nederland..."
Genoeg historie. De Posthoorn werd door Boeljon gesplitst in kleine elementen die allemaal een intiem karakter hebben, een eigen gevoelswaarde. Elk vertrek geeft een eigen beleving. Boeljon heeft zich daarbij laten inspireren door het Amsterdamse 'exclusive private guesthouse' Seven One Seven. Daar is Hospitality Management (uiteraard) ook geweest; in januari 2001 om precies te zijn. Zelfde rubriek, zelfde schrijver. In de inleiding stond: "Fraaie bronzen statuettes, antieke ornamentjes en allerlei andere begerenswaardige 'hebbedingetjes' in zakformaat. En dat in een tijd waarin sommige hotels zelfs de tv's muurvast verankeren."
Seven One Seven was absoluut onderscheidend, tot en met de onderzettertjes op de antieke bureaus en tafels. Onderscheidend; dat is ook het toverwoord voor De Posthoorn. Boeljon: "Zo kwam ik op het woord suitehotel. Het moet kleinschalig en authentiek zijn, met veel betrokkenheid en aandacht."
Familie
Elke ruimte in dit hotel wordt dus anders beleefd. Boeljon: "De suites zijn overdadig ingericht, waardoor heel snel de huiselijke, romantische sfeer voelbaar wordt. Veel mensen uit de hotellerie vragen: Hoe kun je zulk spul neerzetten; dat wordt toch gestolen? Nee, dat wordt niet gestolen. Niet als je vertrouwen hebt in je gasten. Ik heb het natuurlijk wel over het soort gasten dat wij hier mogen ontvangen."
Volgens Boeljon zou je in het restaurant van De Posthoorn zomaar kunnen vergeten dat je in Monnickendam verblijft: "De stijl en sfeer zouden niet detoneren in een stad als Parijs, Berlijn of Londen. Eclectisch en modern kunnen wonderwel passen in een historisch gebouw. Een beetje spanning tussen de verschillende belevingen; daar gaat het om."
Restaurantgasten worden welkom geheten in de aangrenzende herenkamer. Ook op een 'stille avond' is het daar gezellig en intiem. Boeljon: "Vervolgens neem ik ze mee de à la carte ruimte in en zorg ik voor spreiding. Zo ervaart iedereen de lage bezetting voornamelijk als lekker rustig. En dan heel veel aandacht. Rustige avonden zijn het moeilijkst. Als het druk is, kan iedereen het."
Naar eigen zeggen is Marc Boeljon niet de makkelijkste persoon om als baas te hebben. Vandaar - hoe vreemd het ook klinkt - het 'familiegevoel' binnen dit bedrijf. "Alleen mensen met wie het echt klikt willen hier blijven werken," verklaart hij lachend. "Dan ga ik ze al snel als familie beschouwen. Iedereen hier heeft hart voor de zaak. En dat ervaar je als gast."
De mannen van Michelin zullen dat ook zo ervaren hebben, getuige de ster die werd uitgereikt. Boeljon: "Aanvankelijk hadden we louter onze zinnen gezet op een Bib Gourmand; acht maanden na de opening in 2005 kregen we die. In 2008 de ster. Nee, ik had niet speciaal daarvoor een dure chef-kok aangetrokken, en ik had zelf als gastheer ook niet de achtergrond om doelgericht naar een Michelinster toe te werken. Ik ben ervan overtuigd dat je mensen heel vrij moet laten in hun functioneren, met duidelijke kwaliteitseisen en een bedrijfseconomische afbakening. Dan kunnen ze excelleren. Als je capabele mensen in dienst hebt, kunnen zij als team veel verantwoordelijkheid gezamenlijk dragen, zonder dat er een 'zware leidinggevende' aan te pas hoeft te komen."
Bouwplannen
Boeljon is een groot voorstander van digitalisering, dus als we over outsourcing spreken, dan moeten we direct in die richting denken. "Mijn kracht ligt in het aanwezig zijn - als gastheer - op de vloer," zegt hij. "Dus de back-end besteden we uit. Elke factuur gaat via een afdelingshoofd naar mijn postvak; vervolgens, na goedkeuring, naar een extern kantoor. Ook de kosten versus omzet, margetechnische rapporten, enzovoort, kunnen we via een portal oproepen. Het personeel van De Posthoorn staat bij mij onder contract; de medewerkers zijn dus niet ingehuurd via bureaus. Ik maak de contracten, maar de salarisadministratie en dergelijke is uitbesteed. Het loonstrookje kunnen ze in een portal vinden. Ook de housekeeping wordt gedaan door eigen personeel. Enerzijds vanwege de schaalgrootte - momenteel zes suites -, maar tevens omdat ik niemand wil opzadelen met 'Je mag maar acht minuten over een kamer doen'. Dat kán ook helemaal niet met onze suites. Momenteel heb ik hier zo'n twaalf FTE'ers in dienst."
De zesde suite is fonkelnieuw: hij werd begin mei opgeleverd. En Marc Boeljon is al enige tijd bezig met het verkrijgen van een vergunning voor nog eens zes suites in een oud theater (een van de eerste bioscoopzalen in Nederland) achter De Posthoorn. Niet de gemeente, maar een buurman ligt dwars. Ondanks het halsstarrige verzet van die ene Monnickendammer zal dit hotel hoogstwaarschijnlijk binnen afzienbare tijd twaalf suites tellen. "In Waterland bestaat meer vraag naar kamers dan aanbod," constateert Boeljon nuchter.
Flinke investeringen in zware tijden. De pas opgeleverde suite kostte toch al snel één tot anderhalf miljoen. Straks die andere zes in het theater én wat er op stapel staat in Ouderkerk a/d Amstel (Amstelveen)... Sinds 2008 behoort Hotel Restaurant Jagershuis, gevestigd in vijf fraaie geschakelde rijksmonumentale panden, tot de Dutch Hotel Collection van Marc Boeljon en zijn investeerders. Ook daar liggen de bouwplannen op tafel. Boeljon: "Wij geloven er heilig in dat hoe meer kamers we in het concept van De Posthoorn kunnen neerzetten, des te positiever het is voor de hele organisatie. De schaalgrootte die we nu hebben is wat betreft de verhouding f&b en logies niet goed: het aantal kamers is te klein. Twaalf is voor De Posthoorn nog steeds aan de krappe kant, maar dan is het wel een haalbare kaart. Momenteel komt hier dertig tot veertig procent van de gasten enkel voor een overnachting; de meesten blijven één nacht; circa een kwart twee nachten. Als ik morgen de bouwvergunning krijg, begin ik vandaag."
De Dutch Hotel Collection werd twee jaar geleden opgericht, uiteraard omwille van synergievoordelen. Welke functiebenaming geeft Boeljon zichzelf? Na enige aarzeling: "Als ik met een bankier praat, zeg ik 'directeur-grootaandeelhouder', maar in het dagelijks functioneren patron of maître d'hôtel. Ik hoef niet zo nodig indruk te maken met een titel. Eigenlijk ben ik gewoon de gastheer."
Valkuil
Al die bouwplannen... Heeft Boeljon zo veel vertrouwen in de toekomst? "Ook aan ons gaat de crisis niet onbemerkt voorbij," antwoordt hij eufemistisch. "Van 2008 tot 2010 was het 'survival of the fittest'; veel hotelbedrijven - niet zelden van mannen die in extreem dure auto's rondreden - zijn eruit gefilterd. In 2011 en 2012 is het 'killed or be killed'. Wat je nu ziet, is dat iedereen vecht om de euro's; zowel in het zakelijke als in het toeristische segment. Ook wij. De kwaliteit en wat ervoor betaald wordt, beginnen uit het verband te raken. Maar je moet wel, wil je nog gasten binnenkrijgen."
De ambities van Boeljon zijn nochtans overeind gebleven. "We hebben de visie om meerdere locaties te gaan exploiteren," onthult hij. "Het is nog steeds de bedoeling dat we interne groei (uitbreiding De Posthoorn en herontwikkeling Jagershuis) combineren met het op zoek gaan naar een derde locatie in het land. En daar stopt het niet. Ik geloof in de synergievoordelen die kunnen ontstaan door het verenigen van kleinschalige boutiquehotels op topniveau. Het concept is wel een beetje afhankelijk van de locatie. Niet overal hoeft bijvoorbeeld een restaurant aan het hotel vast te zitten. Maar momenteel moet een ondernemer erg voorzichtig zijn met wat hij doet. In deze tijd geldt: cash is king. De groei van sommige organisaties is zo hoog dat ik, als simpele, hardwerkende gastheer die zeer zorgvuldig op de kosten let, en toch nagenoeg geen cent kan verdienen in deze tijd, mij afvraag hoe dat kan. Hoe kunnen zij, met dure managementstructuren, maîtres, enzovoort, die uitbreiding bekostigen? In die valkuil willen wij absoluut niet stappen. Ik kijk nog steeds om mij heen, maar een locatie moet nu viermaal zo interessant zijn, wil ik toehappen."
De locatie in Amstelveen was en is buitengewoon interessant. "Het ontbreekt daar aan hotels waar op een hoog niveau vergaderd, gegeten en overnacht kan worden, vooral met iets grotere gezelschappen," stelt Boeljon. "Met betrekking tot logies draait het Jagershuis heel goed. Het hotel heeft elf kamers (zowel gewone als suites), maar we willen uitbreiden. Aangezien de bebouwing niet meer van deze tijd is, hebben we gekozen voor herontwikkeling. Uit de geschiedenis van het bedrijf weten we dat het Jagershuis ooit groter was dan het nu is. De gemeente is enthousiast. We ambiëren een verdubbeling van het aantal kamers en betere vergaderzalen. Als we over twee, drie jaar de eerste paal in de grond kunnen slaan, ben ik gelukkig."
Toekomstmuziek dus, maar het klinkt goed.
DE SUCCESFACTOREN
* Monumentaal pand met een rijke geschiedenis
* Zes bijzondere suites met elk een geheel eigen stijl en sfeer
* Vergaderruimte tot dertig personen
* Restaurant met Michelinster
* Gelegen in het historische hart van Monnickendam
* Dichtbij de grootste jachthaven van Nederland
* Synergievoordelen dankzij de Dutch Hotel Collection
Fotografie: Photodette
HM302012